Deel 36
Regulus zuchtte diep en ging zitten naast James' bed.
"Hallo." Hij zuchtte even en keek kort naar James' gesloten ogen. "Lucy zit tijdelijk in de cel met Parker. Tot het veilig genoeg is om hun een taakstraf te geven en laten uitvoeren. Blijkbaar mochten ze de waarheid niet spreken. Alyssa is geweest gisteren... Ze wordt opgesloten samen met Percy..." Zei hij zacht terwijl zijn ogen afdwaalde.
"Ik ben best blij dat ik nog steeds 'dood' ben. Anders hadden ze mij ook daarheen gebracht. Een uur lijkt al funest te zijn, maar hun moeten het een jaar uithouden daar. Ik ben al blij dat ze er nog uitkomen."
~~
"Parker?"
"Ja Lucy?"
"Hoe is het om een weerwolf te zijn?"
Parker fronste en keek Lucy aan. Ze staarde naar de tralies voor hun in een soort trance, maar toen ze Parkers ogen voelde branden op haar gezicht, draaide ze om en keek ze hem aan.
"Nou ja.. vreemd. Je zintuigen worden extreem versterkt, constant, niet alleen als je transformeert. En ja, je krijgt veel blikken. De wereld behandeld je anders, je krijgt een label waar je nooit vanaf komt als je het eenmaal hebt. En natuurlijk brengt de transformatie veel pijn met zich mee. Maar er zijn ook goede tijden. Het moment dat je getransformeerd bent, voelt vaak fantastisch. Zeker als je met anderen bent. Je bent vrij, vrij van alle problemen en gedachten, zolang het maar een nacht is. Het is verlichtend." Zei hij waarna hij zacht glimlachte en Lucy zacht knikte.
Er viel een korte stilte over de twee heen, waarna Lucy weer sprak.
"Parker?"
"Ja Lucy?"
"Wist je wat mijn voorspelling betekende toen je hem vertelde?" Vroeg ze waarna Parker even nadacht en zacht knikte. "Het was een van de duidelijkste voorspellingen die ik had gemaakt... maar je leeft nog." Mompelde hij zacht. Er verschenen frons rimpels op zijn gezicht, alsof hij niet wist hoe zijn voorspelling fout kon zijn.
"Wat is er gebeurd? Als ik dat zou mogen vragen?" Vroeg hij zacht terwijl Lucy haar schouders ophaalde. "Ik ging dood. Ik was dood. En toen niet meer. Of ik werd weer levend. Ik weet niet eens zeker. Niemand weet het." Lucy viel even stil, waarna Parker knikte. "Ik heb er eigenlijk niet goed over nagedacht... Ik was gewoon blij dat ik nog leefde. Of weer leefde." Maakte ze haar zin af, waarna Parker fronste.
"Wat gebeurde er met jou? Toen je doodging?" Vroeg hij terwijl Lucy haar ogen sloot, alsof ze terug moest denken aan hoe het toen was. "Ik... het was alsof ik in een droom zat. Een hele lange droom. Ik wist niet wat ik meemaakte, alles was zo... Anders. Leeg. Mijn vrienden waren er niet. James was er niet. En toen hoorde ik hem praten. Ik hoorde hem en ik wilde hem zien. Ik wilde hem knuffelen, bij hem zijn."
Ze vertelde niet over haar vader. Ze vertelde niet dat ze bij haar vader was geweest en dat hij haar had vastgehouden zoals hij deed toen ze klein was. Ze vertelde niet dat ze eigenlijk helemaal niet weg wilde gaan, maar dat ze door een sterke kracht terug werd getrokken de wereld van de levenden in.
Tegen haar zin in. Zonder een eigen wil.
Toen ze realiseerde dat ze weer stil was gevallen, zuchtte ze zacht. "Voordat ik het wist hoorde ik alles weer. Ik hoorde iedereen praten, ik voelde dat mijn lichaam verplaatst werd. Maar ik kon niet bewegen. Ik hoorde de dokters vertellen dat ik in een coma was en ik deed alles eraan om eruit te komen." Zei ze zacht. Parker keek haar nog steeds aan. Zijn brandende ogen waren eng om constant op haar te hebben.
"Ik weet niet hoe je weer tot leven bent gekomen Lucy, maar ik ben blij dat je weer leeft." Zei Parker, een zachte glimlach op zijn gezicht verschijnend, waarna Lucy knikte.
"Ik ook."
~~
"Percy!"
Percy draaide om richting Andrew, zijn ogen rood van het huilen. "Andrew? Wat doe je hier?" Vroeg Percy.
Er liep een rilling over Andrews rug. Hij haatte deze plek. Percy's stem was nu al zo leeg, zijn ogen bijna emotieloos en zijn voormalige kleur en warmte weg.
Hij was er pas een week.
Hoe zou Percy terugkomen van deze plek na een jaar hier te zijn? Zou hij nog wel de Percy zijn waar Andrew van houd? Zou Percy nog wel van Andrew houden? Zou Percy Andrew nog wel herkennen?
"Hoe gaat het met je?" Vroeg Andrew, waarna Percy onverschillig zijn schouders ophaalde. "Je weet hoe het is Andrew." Zei hij, zijn lege ogen starend in de levendig groene ogen van Andrew. Andrew knikte zacht naar hem, medeleven op zijn gezicht.
"Ik wil je hier weghalen. Je hoort hier helemaal niet te zijn. Ze hadden geen reden jou hierheen te brengen." Andrew balde zijn vuisten tot zijn knokkels wit waren.
"Nee, je hebt het fout Andrew. Ik- ik heb echt genoeg illegale dingen aan mijn naam hangen. Ik ben verantwoordelijk voor de dood van- van een jongen die ik kende." Was het enige wat Percy uit wist te brengen, zijn stem trillend van de enige emoties die deze plek achterliet. Verdriet en pijn.
"Nee, nee ik geloof je niet. Percy, jij zou nooit iemand vermoorden. Nooit." Zei Andrew voorzichtig terwijl Percy opstond en richting hem toe liep, de tralies grijpend. "Je snapt het niet! Ik heb hem dan misschien wel niet vermoord, ik ben de reden dat hij zijn leven verloren heeft. Als ik gewoon niet zo... niet zo... ik ben het woord kwijt!" Riep hij gefrustreerd terwijl hij zijn hoofd tegen de tralies liet vallen. Twee, drie, vier keer tot Andrew "stop daarmee!" riep en Percy stopte.
"Wat? Mag ik niet meer leven zoals ik zelf wil?!" Riep hij boos terug. Zijn ogen waren aan het branden met woede, en Andrew wist niet wat hij kon doen om Percy te helpen.
"Wil je over iets anders praten, Perce?" Probeerde Andrew, zijn stem zacht en voorzichtig. "Nee. Zoek Alyssa maar op, het wordt er niet beter van zo." Antwoordde Percy kortaf, waarna hij zijn rug naar Andrew draaide en op de vloer ging zitten.
"Ik hou van je, Percy. Vergeet dat alsjeblieft niet." Fluisterde Andrew door de tralies heen, voordat er een traan op de vloer viel en hij wegliep om Alyssa op te zoeken.
"Ik hou ook van jou..."
~
"Parker?"
"Ja, Lucy?"
Lucy draaide naar Parker toe en glimlachte een beetje schuldig. "Sorry voor alle vragen, maar jij hebt gewoon zo veel meegemaakt." Zei ze, waarna Parker haar ook een glimlach gaf. "Vraag maar raak hoor. Dat maakt tovenaars rotzooi opruimen tenminste minder saai." Antwoordde hij.
"Hoe voelt het. Als je een voorspelling maakt? Voel je het als het gebeurt?" Vroeg ze, haar groenig blauwe ogen gefocust op Parker.
"Uh nou ja. Het voelt een beetje raar. Soms voel ik het allemaal. Dan lijkt het dat ik het zie vanuit een ander persoon. Bijna alsof iemand anders in mijn lichaam zit en ik niet. Soms is het heel wazig, alsof het een soort droom is. Ik denk dat er twee of drie voorspellingen zijn geweest waar ik niet eens doorhad dat ik een voorspelling maakte." Zei hij, zijn ogen kort wazig voordat hij twee keer knipperde en ze van goud terug naar blauw veranderde.
Lucy knikte in stilte en ging door met vuilnis rapen. Ze was een tijdje stil, voordat ze een gebroken toverstok vond en richting Parker draaide.
"Parker?"
"Ja Lucy?"
"Wat doe je met je toverstok als je veranderd? Laat je hem gewoon ergens achter of neem je hem mee?" Vroeg ze, realiserend hoe dom de vraag eigenlijk was toen Parker zachtjes grinnikte. "Ik laat hem eigenlijk altijd achter met mijn kleren zodat ik weet waar ik hem vinden kan in de ochtend." Legde hij uit, terwijl hij keek naar de gebroken toverstok op de vloer.
"Dan baal je vast als je toverstok zo overblijft." Mompelde hij terwijl Lucy hem oppakte en hem bekeek. Enigszins gedetailleerd aan de bovenkant, gebogen aan de onderkant bij het handvat. Er stonden ruïnes op de bovenkant, maar die waren niet leesbaar.
"Ik hoop dat deze persoon het overleefd heeft. Er zijn zoveel mensen gestorven..." fluisterde ze zacht terwijl ze de toverstok in de afvalzak gooide.
Parkers ogen bleven haken op Lucy's hand. Ze had de laatste weken geen sieraden gedragen, waarschijnlijk vanwege de oorlog, maar nu droeg ze twee ringen naast elkaar. Een om de ringvinger.
"Lucy?"
"Ja Parker?"
Hij gebaarde naar haar hand en ze keek vragend naar de ringen. "Wat?" Vroeg ze terwijl Parker de ring om haar ringvinger zag veranderen van kleur, van blauw naar geel. "Een ring die van kleur veranderd? En een ring om je ringvinger?" Vroeg hij terwijl Lucy knipperde.
"Oh. Uh..." mompelde ze, haar ogen vastgeplakt aan de ring om haar ringvinger. "James heeft deze aan me gegeven. Hij was van zijn moeder. En deze heb ik jaren geleden van Regulus gehad. Hij laat mijn emoties zijn in kleur. Regulus had dezelfde, maar ik heb geen idee of hij hem nog heeft." Vertelde ze terwijl Parker glimlachte.
"Dus geen stiekeme trouwdagen die ik gemist had?" Vroeg Parker met een geamuseerde glimlach. "Nee, nee zeker niet. Ik denk niet dat ik en James daar mee weg zouden komen. Sirius ziet alles." Zei ze terwijl ze Parker een blik gaf en beiden begonnen te lachen.
Een ware, echte lach. Dat geluid had Lucy gemist.
~~~
A/N: ik weet het, ik weet het.
Ik had beloofd meer te schrijven😭😭
Maarrrrrrr
Toch een random hoofdstuk!
Ik ga oprecht niets meer beloven, want ik wil geen false hoop geven besties😭. Voor de mensen die nog lezen, hiii en doeiiii.
Tot ooit :p (Letterlijk)
1615 woorden
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top