Deel 31
Het was koud. De lucht was grijs, maar er viel geen druppel regen.
Andrew rende achter Lucy aan door de geslopen hallen van Hogwarts. Ze konden het gevecht op het plein zien, maar Andrew durfde niet te kijken. De diadeem. Daar moest zijn focus liggen.
Voordat hij het doorhad, was Lucy gestopt met rennen en stonden ze stil voor de deur richting de Ravenclaw toren. "Helena? Helena!" Riep Andrew, zijn handen rond zijn mond om het geluid te versterken.
De geest verscheen met een geërgerde blik op haar gezicht, haar armen over elkaar. "Als je nog een keer zo hard schreeuwt zorg ik ervoor dat je nooit meer kan schreeuwen Stonewell." Zei ze, waarna ze Andrew aankeek en schrok. "Jij bent niet Mason. Waar is hij?" Vroeg ze, langzaam terugtrekkend.
"Thuis. Het gevecht is te gevaarlijk voor hem. Ik ben zijn oudste broer, Andrew." Vertelde hij rustig terwijl Lucy Helena aankeek. "Ook een ravenclaw. Ik weet al wie jij bent." Zei ze terwijl Andrew glimlachte. "Op welke plekken ik jou en jouw idiote vrienden wel niet tegen ben gekomen soms..." Mompelde ze waarop Lucy grinnikte.
Helena schrok en keek haar aan alsof ze niet door had gehad dat Lucy er ook was. "Lucia? Hoe zie jij er nog zo jong uit?" Vroeg ze vol verbazing. "Oh, ik heet Lucy, niet Lucia." Zei ze beleefd terwijl ze zacht glimlachte.
"Hmm. Je lijkt sprekend op Lucia. Zij was mijn favoriete persoon om mee te praten. Ze was altijd zo aardig tegen iedereen om haar heen, maar die vreselijke vader van haar verpestte haar leven door haar mee te nemen naar Frankrijk toen ze veertien was. Later hoorde ik dat ze getrouwd was met een Malfoy en weer terugkwam naar Hogwarts om les te geven na haar bevalling van haar tweede kind, maar ze is nooit teruggekomen." Vertelde Helena terwijl Lucy's mond openviel.
"Hoe lang geleden was dat ongeveer?" Vroeg Lucy. "Geen idee meisje, het is lastig om tijd bij te houden als een geest." Zei ze zacht. "Maar ik denk ongeveer zo'n twintig jaar. Iets langer misschien."
Lucy's moeder.
"Mijn moeder." Fluisterde ze ongelovig. "Jouw moeder?" Vroeg Andrew terwijl Lucy knikte. "Het moet wel. Getrouwd met een Malfoy, twee kinderen, gestorven na de geboorte van het tweede kind, lijkt sprekend op mij..."
Lucy keek Helena verbaast aan. Dit was haar kans om meer te leren over haar moeder. Wat ze al haar hele leven heeft gewild.
"Ze was een Ravenclaw? Lucia?" Vroeg Lucy waarop Helena haar hoofd schudde. "Ik ben naar haar vernoemd. Ik dacht dat mijn tweede naam haar naam was, maar dat was dus helemaal niet zo. Van welke familie kwam ze?" Vroeg Lucy, waarop Helena fronste. "Weet je dat niet? Lucia is een verre afstammeling van Godric Gryffindor. Haar achternaam, Hollows, stierf met haar." Vertelde ze, waarna Andrew Lucy geshockeerd aankeek.
Lucy wist niet wat ze moest denken.
Daarom was ze een Gryffindor.
Ze was nooit een fout geweest.
Lucy werd uit haar gedachten gerukt door een plotse explosie in de buurt van hun.
Juist.
Oorlog.
De diadeem.
"Helena, we moeten de diadeem vinden. Het is van levensbelang." Zei Lucy terwijl Andrew instemde.
"Ik weet niet waar hij is. Ik weet dat hij in de plaats is waar dingen naartoe gaan als ze verloren zijn, maar verder kan ik niet helpen." Zei ze, waarna Andrew "dankjewel" mompelde en Helena wegvloog.
"Wat moet dat nou in hemelsnaam betekenen?" Mompelde Lucy gefrustreerd, terwijl er nog een knal kwam. Deze keer kwam de knal van heel erg in de buurt. Andrew en Lucy deelden een blik en begonnen te rennen. Nog net op tijd, want twee seconden later ontplofte de muur recht achter hun.
Lucy en Andrew vielen beiden op de vloer van de impact en Lucy begon weg te kruipen tot haar benen sterk genoeg waren om haar omhoog te helpen. Ze draaide om en zag een dooddoener over Andrew heen staan, Andrews toverstok weggeschopt.
"Avada-" "Expelliarmus!" Lucy was eerder dan de dooddoener die vol schok opkeek. "Wa-?" "Depulso!" Riep ze, de dooddoener in de hoop stenen vliegend. Ze knielde naast Andrew die fronste tegen het licht in.
"Lucy..?" Mompelde hij terwijl ze knikte en zijn toverstok gaf. "Enig idee waar we naartoe moeten?" Vroeg ze terwijl Andrew rechtop ging zitten. "Ja, ik heb wel een idee of twee." Mompelde hij terwijl hij over zijn been wreef. "Ken jij een heling spreuk?" Vroeg hij terwijl Lucy fronste en voorzichtig zijn broekspijp omhoog trok. Zijn onderbeen zat onder het bloed en hij had een diepe snede gekregen.
"Oh Andrew... Ik kan iet proberen, maar ik kan niets beloven." Lucy wist helemaal niets. Ze was bang om het erger te maken als ze iets probeerde. "Wacht, beter idee. Als je nou verband, ontsmetter en water ofzo hierheen tovert, dan kan jij doorgaan om de diadeem te vinden en dan verbind ik mijn eigen been. Ik zie je weer op het plein oké?" Zei hij terwijl Lucy haar hoofd schudde.
"Nee, ik laat je niet achter. Percy zou me vermoorden." Zei ze, maar Andrew greep haar arm en trok haar dichterbij. "Lucy we hebben niet genoeg tijd hiervoor. Ga nou door, ik red mezelf wel." Zei hij, waarop Lucy diep zuchtte. "Als er echt geen betere optie is." Mompelde ze zacht. Ze toverde de spullen voor hem en gaf ze aan, waarna Andrew dankbaar knikte.
"Oke luister, op de zevende verdieping heb je het schilderij van de drie dansende dwergen hangen." "De verloren kamer. Voor verloren spullen, natuurlijk!" Zei Lucy, waarna Andrew glimlachte en knikte. "Wees voorzichtig, Lucy." Zei hij, zijn ogen serieus.
"Ik zal mijn best doen, Andrew."
~
En Lucy deed haar best, echt waar.
Maar ze kon er niet veel aandoen dat ze een half uur aan het zoeken was en de halve kamer had afgebrand uit pure frustratie.
Wat?
Ze kon er weinig aan doen. Zulke dingen gebeuren gewoon.
Lucy was de zoveelste stapel rotzooi aan het uitzoeken toen ze de deur hoorde slaan. "Accio diadeem!" Lucy hoorde de lage mannenstem echoën.
Lucy verstopte zich achter de rotzooi terwijl zware voetstappen door de kamer galmde.
Geen diadeem.
De spreuk werkte niet op de diadeem.
De voetstappen kwamen dichterbij terwijl Lucy haar adem inhield.
"Natuurlijk moet ik weer helemaal alleen die vreselijke lelijke diadeem gaan zoeken. Zulke onzin ook weer. Ugh." De dooddoener, die overduidelijk een man was, schopte tegen een stapel puin aan en riep het uit van de pijn. "Merlin, dat doet pijn!" Hij trok zijn masker op en Lucy schrok van zijn gezicht.
Braxton.
Rosier.
Maar dan met een blauw oog en een scheve neus. Nog schever dan zijn broer. Zijn nek had gebloed en hij zag er verwilderd uit, maar hij droeg nog altijd die arrogante blik in zijn gezicht.
Plots keek hij op en om naar Lucy. Recht in haar ogen. Hij glimlachte en ze zag dat hij een van zijn tanden miste.
"Lucy. Jouw parfum zou ik uit duizenden herkennen." Zei hij terwijl hij richting haar liep, stap voor stap. Lucy ging rechtop staan en rechtte haar rug. "Ik dacht dat ik je nooit meer zou zijn, maar daar ben je dan toch. Jij was voor mij geschapen Lucy. Jij had mijn erfgenamen moeten baren. Je had mij trouw moeten zijn!!" Lucy schrok van zijn plotse stemverheffing en ze hier haar toverstok.
Braxtons ogen waren wild. Hij was gestoord geworden. "En dan... dan hoor ik van mijn vadertje lief dat Evan eruit was gekomen. En bij jou leefde. Van alle huizen waar hij kon leven. Jouw huis." Zei hij terwijl hij Lucy's toverstok greep uit haar hand, nog voordat ze het doorhad.
Hij stapte dichterbij, waarna Lucy naar achter stapte. Haar rug raakte een stapel puin en ze keek achterom. Geen weg uit.
Natuurlijk.
"Ik heb altijd maar één zwakte gehad, Lucy. Eén ding waar mijn vader over struikelde in mijn gedachten." Vertelde hij terwijl hij zijn hand uitreikte om Lucy's gezicht te raken.
Lucy voelde zich opgesloten. Ze kon niet weg. Ze wilde weg. Ze moest weg. Ze kon niet weg.
"Jou."
Lucy greep zijn arm en hield hem vast, weg van haar hoofd. "Dat is heel schattig Braxton. Je weet hoe ik over jou voel. Laat me alsjeblieft gewoon gaan." Zei ze rustig. Ze wist niet op welk moment Braxton kon omslaan.
"Nee, nee. Ik laat je nooit meer gaan. Als je op dat plein stapt ben je dood. Ik wil je veilig houden. Voor mij alleen." Zei hij, waarna hij nog dichterbij Lucy stapte.
Precies op dat moment greep Lucy een schaar in de stapel puin en ze stak hem in Braxtons bovenbeen.
Braxton schreeuwde het uit en hij boog voorover wat Lucy de kans gaf om beide toverstokken te grijpen. Ze rende dieper de kamer in terwijl Braxtons stem haar achtervolgde.
Compleet buiten adem, stopte ze met rennen, ze keek om haar heen om Braxton te vinden en ze zag hem aankomen lopen. Zo snel als ze kon greep ze uit van de stapel om op hem te gooien, maar hij ving het voorwerp gemakkelijk.
Plots stopte Braxton met lopen.
"Kijk nou toch wat je hebt gevonden, Lucy. De diadeem van Ravenclaw."
~~~
A/N: ohmygawdd.
Ook trouwens, Braxton is een enge stalker en James krijgt zijn wraak.
Tot de volgendeee.
1540 woorden
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top