Deel 30

Percy was bang.

Hij durfde het niet toe te geven aan Andrew, maar hij was zo bang.

Bang voor het stromende water van de douchekop.

Nog steeds, zelfs al was het jaren geleden dat hij was verdronken.

Hij schaamde zich, dat hij sinds toen niet onder water was geweest met zijn hoofd. Zijn haar leefde op schoonheid spreuken en hij waste zich in beekjes of kleine meertjes zodat hij niet onder water hoefde te gaan met zijn hoofd.

Hij spendeerde uren in de badkamer, de douchekop aan in de hoop dat hij eronder zou durven te staan, maar hij deed het niet. Hij durfde niet.

"Hey Perce? Kom je nog?" Vroeg Andrew terwijl hij om het hoekje van de muur keek die de douche van de badkamer gescheiden hield. "Ja, ja, ik kom eraan. Geen angst." Mompelde hij, ook al ging hij zelf dood van de angst.

Andrew leek de trilling te horen in Percy's stem, want hij draaide de douche uit en ging naast Percy zitten op de vloer. "Vertel, wat is er?" Vroeg hij zacht terwijl hij zijn hand uitstak om die van Percy vast te pakken.

"Niets, niets. Ik krijg mijn eh... spijkerbroek niet uit." Zei hij, zijn wangen rood omdat hij wist hoe slecht zijn leugen was. "Perce... Je weet dat je altijd met me kan praten hè? Over alles?" Vroeg Andrew terwijl Percy knikte en de tranen in zijn ogen sprongen.

Voordat Percy het wist, lag hij in Andrews armen te huilen. Andrews huis was nat op de zijne, maar het maakte hem nu niet veel meer uit. "Ik ben gewoon zo... zo..." Fluisterde hij. "Bang?" Probeerde Andrew voorzichtig. Percy kon weinig anders dan knikken als antwoord.

"Voor het water of..?" Vroeg Andrew zacht. Percy merkte aan alles dat Andrew het heel langzaam probeerde te bespreken, zodat hij Percy de ruimte kon geven om te vertellen wanneer het teveel werd. "Nee. Maar... voor het water... en mijn hoofd... onderwater..." Percy had niet gerealiseerd hoe moeilijk het was om erover te praten met iemand, omdat hij dat nog nooit had gedaan. Flashbacks van de cave raakte hem als een slag in zijn gezicht en hij begon te trillen.

Hij verstikte zich in zijn adem en begon plots te zweten. Hij voelde zich ingesloten en hij moest zo snel mogelijk weg hier. Weg van Andrew, weg van alles. Hij duwde Andrew weg en draaide om om op te staan, maar in plaats daarvan kotste hij alles uit.

Percy begon nog harder te huilen en hij duwde Andrew, die zijn armen om Percy's schouders probeerde te slaan, weg. "Ga weg, alsjeblieft. Nu. Ik moet even alleen zijn." Zei Percy snikkend. Zijn ademhaling was wild en verstrooid, hij wist dat Andrew het ook hoorde.

Andrew keek hem bezorgd aan, maar deed zoals Percy wenste en stond op.

"Ik ben er voor je als je wilt praten. Of niet wilt praten. Ik ben er altijd Perce."

"Ik weet het."

"Oké. Ik hou van jou."

"Ik hou meer van jou."

~~

Alyssa kroop onder de zijde zachte dekens. Narcissa stond voor de spiegel haar haar te vlechten terwijl Alyssa haar aan het aanstaren was.

Ze was nog steeds zo mooi.

Ze zal altijd zo mooi blijven in Alyssa's ogen, dat wist Alyssa zeker.

Narcissa was heel elegant, in alles wat ze deed. Ze stond nu in een nachtjapon voor de spiegel, maar alsnog had ze haar rug recht en bewoog ze gecalculeerd.

Haar lange vingers bewogen gemakkelijk door haar haar totdat ze het einde bereikte en Narcissa een elastiekje in haar haar knoopte. Vervolgens keek ze naar Alyssa in de spiegel.

"Waar kijk je naar?" Vroeg Narcissa net een kleine glimlach op haar gezicht.

"Jou."

Alyssa stond op en liep richting Narcissa. Ze sloeg haar armen rond Narcissa's middel en keek naar haar in de spiegel. Haar handen vonden gemakkelijk hun weg over Narcissa's lichaam.

Het was voor Alyssa zo bekend, maar tegelijkertijd ook zo anders. Anders omdat Alyssa wist dat iemand anders zijn handen heeft gehouden op de plekken die alleen zij mocht hebben. Anders omdat het zo lang geleden is geweest. Anders omdat ze niet meer de jonge meisjes zijn die ze waren.

Ik hou van jou.

Ze hield van haar.

Alyssa hield van Narcissa.

De woorden waren gesproken en geen van de woorden was gelogen.

Het was de waarheid.

Alyssa hield van Narcissa met haar hele hart.

Net toen ze uit had gevonden wat liefde voor haar was, net toen ze wist dat dit het pad was wat ze wilde bewandelen voor de rest van haar leven, zou ze sterven.

Maar ze was niet gestorven. Een deel van haar wel, maar de liefde voor Narcissa niet.

Toch?

Was het deel van Alyssa dat van Narcissa hield gestorven met de val van haar naam?

Alyssa schudde de gedachtes weg en kuste Narcissa's wang.

Er was niets.

Niets.

Het was allemaal oké.

~~

Het was niet helemaal oké.

Het was stil en ongemakkelijk, Parker durfde hem niet voor langer dan twee seconden aan te kijken omdat hij bang was dat er iets zou gebeuren.

Nathaniel daarentegen leek met niets moeite te hebben. Hij liep rond in de kamer, zijn toverstok in zijn hand en zijn broek lang vergeten op de vloer. Iets zat hem dwars, Parker kon het zien in de rimpels op zijn voorhoofd, maar hij durfde niet goed genoeg te kijken om zijn gedachten te kunnen binnendringen.

Het voelde illegaal om te doen volgens Parker. Hij wist dat Alyssa er weinig moeite mee had, maar dit was anders.

"Parker?"

Parker keek op bij het horen van zijn naam. Hij sloeg zijn boekje dicht, want hij was er toch niet mee bezig. "Wat is er Nathaniel?" Vroeg Parker terwijl Nathaniel richting zijn eigen bed liep en ging zitten. Een halve kamer tussen hun was nog niet genoeg voor Parkers gevoel.

"Lewis is dood."

Parker wist niet wat hij moest zeggen. Hij opende zijn mond, maar er kwam niets uit.

"Het is oké. Denk ik. Nou ja, niet helemaal. Ik weet niet wat ik nu moet doen. Ik hou van hem. Hield..." Nathaniel had het niet door dat hij aan het huilen was tot hij Parkers koude hand op zijn wang voelde. Hij veegde voorzichtig zijn tranen weg en keek hem met medelijden aan.

Je kon aan alles zien dat Nathaniel er volledig doorheen zat. Hij had eigenlijk niets meer om voor te leven.

Parker trok hem dichterbij in een knuffel. Nathaniel vond het fijn om in iemands armen te kunnen huilen, zelfs al was Parker in bijna alles het tegenovergestelde van Lewis.

Zwart haar, in plaats van blond. Blauw ogen, in plaats van bruin. Een kille blik, in plaats van een warme blik. Koude handen, in plaats van warme handen. Lief tegen alleen de mensen waar hij om geeft, in plaats van lief tegen iedereen.

"Ik voel me zo'n verrader." Fluisterde Nathaniel zacht terwijl hij richting Parker keek. "Nee, dat ben je helemaal niet Nathaniel. Het is oké." Antwoordde parker in stilte.

"Nee, je snapt het niet. Ik ben wel een verrader, want Lewis is nog geen twee maanden dood en ik ben verliefd op iemand anders."

Iemand anders.

Iemand anders.

Natuurlijk.

Parker drukte zijn gevoelens weg en wreef langzaam over Nathaniel's rug. "Het is oké. Lewis had gewild dat je door zou gaan met je leven. Hij zou alleen maar blij zijn voor je." Zei hij terwijl Nathaniel zijn hoofd schudde en Parker aanstaarde. "Je snapt het echt niet Parker." Fluisterde hij, waarop Parker reageerde, "leg het dan uit."

Maar in plaats van het uitleggen, kuste Nathaniel Parker.

Parker was te geshockeerd om iets eraan te doen. Hij betrapte zichzelf erop dat hij meeging in de kus, en zijn handen liet dwalen tot ze bij de rand van Nathaniel's shirt kwamen. Hij voelde Nathaniels armen rond zijn nek en in zijn haar. Parker wilde verdrinken in het gevoel. Hij had niets anders nodig dan hem, dat werd allemaal duidelijk nu.

Parker voelde gelijk een rilling van kou over hem heenvallen toen hij de kus afbrak. "Nathaniel, we kunnen dit niet doen. Je moet eerst helen. Lewis een plekje geven in je hart en het kunnen laten rusten." Mompelde hij zacht.

"Ik... sorry... het spijt me zo erg Parker." Fluisterde Nathaniel terwijl hij hem wegduwde en de kamer uitrende.

Weer alleen.

Want dat moest hij zijn toch?

~~~
A/N: ik heb enge motivatie jongens wtf.

Helemaal Shook dat ik zo goed schrijf de laatste tijd.

Oké dat was het denk ik weer.

Ciaoooo.

1414 woorden

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top