Deel 22
Parker, Andrew en Remus waren met zijn drieën James aan het helpen op de onderste verdieping van de parkeergarage.
Op dezelfde verdieping lagen Evan en Hazel te slapen. De twee waren gesloopt en waren bijna gelijk in slaap gevallen.
Castor stond op de tweede verdieping te staren naar de sterrenlicht gehuld in donkere wolken die een storm voorspelde. Hij had een sigaret opgestoken en luisterde in stilte naar Alyssa en Narcissa die zacht aan het praten waren verderop in de parkeergarage. Sirius lag op zijn rug ongeveer twee meter verwijderd van Castor en Nathaniel zat met z'n rug tegen een pilaar aan in stilte.
Lucy was alleen op de derde verdieping. Ze had het gevoel dat ze ieder moment kon gaan huilen, maar de tranen leken niet te willen vallen. Ze zat op de vloer, starend naar de leegte en het kleine stipje licht dat de maan zou moeten voorstellen.
"Het brengt de herinneringen weer terug huh."
Ze keek verbaasd om naar Percy die achter haar stond. Ze stond op en hij glimlachte zwak. "Het is zo anders nu. Beter, voor jou en mij. Qua liefde, niet de rest." Mompelde hij terwijl hij fronste en zijn eigen woorden over liet kopen in zijn hoofd, ze minder duidelijk makend iedere keer.
"Ik mis de tijden dat het makkelijker was. De tijden dat we nog kinderen mochten zijn en ik nog kon schreeuwen naar James en Sirius omdat ze me wakker maakten in de zomer." Zei ze waarna Percy zacht grinnikte. "Ik ook. De tijden dat I en Alyssa elkaar genadeloos irriteerden terwijl Andrew ons allebei in de maling nam." Zei hij waarna zijn glimlach viel.
"Ik ben blij dat ik ze weer terugheb. Maar ze zijn nooit meer zoals ze waren. Ze zullen altijd anders blijven." Zei hij terwijl Lucy knikte. "Iedereen verandert. Ik ook, jij ook." Zei ze zacht terwijl haar blik ongefocust werd en Percy haar vragend aankeek.
"Wat is er Lucy?" Vroeg hij terwijl ze opkeek en een paar keer knipperde. "Alyssa en Narcissa, zijn ze altijd al zo.. zo samen geweest?" Vroeg ze waarop Percy een oh gezicht trok en op zijn lip beet.
Lucy had het nooit geweten.
"Eh. Ja. Niet altijd, maar ik denk wel langer dan dat ik het wist." Zei hij terwijl Lucy hem aankeek. "Oké, maar.." ze onderbrak haarzelf toen ze niets meer wist te zeggen en Percy fronste zacht.
"Wat is er Lucy?" Vroeg hij terwijl ze diep zuchtte en haar hoofd schudde. "Niets, ik overdrijf gewoon." Zei ze waarna ze de parkeergarage inliep en Percy haar arm vastgreep.
"Nee, wacht eens. Je kan niet zeggen dat je overdrijft zonder me te vertellen wat er is." Zei hij waarop Lucy omdraaide. "De twee zijn mijn oudere zussen geweest. Mijn voorbeelden. En geen van de twee heeft dit ooit verteld. Hoe zou het voor jou zijn als allebei jou voorbeelden van je jeugd ineens een koppel zijn?" Vroeg ze terwijl zijn mond openviel van verbazing en Lucy zuchtte.
"Dat bedoel ik." Zei ze zacht terwijl Percy op zijn wang beet en fronste. "Lucy ik snap dat dit ongelofelijk lastig is. En eh, confusing, voor jou dan. Maar je moet erover praten met de twee, als je het niet uitpraat dat komt het nooit goed." Zei hij, Lucy's blik weer niet gefocust op hem, maar op de trap.
"Prima, ik ga wel met ze praten als een volwassen persoon. Want als hun het niet doen.." haar zin dwaalde af terwijl ze wegliep naar beneden en Percy alleen achterliet.
Hij kon de stilte niet verdragen. Het leek hier stiller te zijn als mogelijk, want hij wist dat er onder hem nog mensen waren, maar hij kon zijn eigen hartslag horen en met iedere seconde die leek over te gaan werd het erger en zijn adem meer oneven.
Voor hij het doorhad was hij langzaam een liedje aan het neuriën om de stilte tegen te gaan, en hij ging zitten terwijl de storm wolken leken op te geven en het begon te regenen.
"Wat ben je aan het zingen?" Castor ging naast hem zitten en haalde een hand door zijn haar terwijl Percy hem licht geschrokken aankeek. "Hallo." Mompelde hij zacht terwijl Castor een korte glimlach naar hem schoot.
"Het klonk als een goed lied. Beetje treurig wel, maar zolang het bij de mood past weet je." Zei hij waarop Percy grinnikte en zijn hoofd schudde. "Een eigen liedje." Zei hij waarop Castor glimlachte.
"Zou je het willen zingen?" Vroeg hij terwijl Percy zijn hoofd zacht schudde. "Nee, het is persoonlijk, niet iets dat de wereld hoeft te horen." Zei hij terwijl Castor fronste.
"Misschien wel. De mooiste vorm van kunst is degene die een betekenis draagt voor die die het maakt. De betekenis kan duidelijk zijn of vergezocht, maar jij weet het, en de anderen niet. Misschien brengt het andere dingen bij hun. Andere betekenissen. Dat vind ik persoonlijk een van de mooiste dingen." Zei hij waarna Percy glimlachte.
"Iemand zoals Parker had het beter verwoord, maar ik had het gevoel dat je het niet mooi maar duidelijk moest horen." Zei hij, zijn blik gericht op de storm en niet op Percy.
"Dankjewel."
~
"Kan ik met jullie twee praten?"
Narcissa keek verbaasd op naar Lucy en knikte zacht terwijl ze voorzichtig Alyssa wakker schudde. "Wat is er Lucy?" Vroeg ze terwijl Lucy ging zitten en Alyssa half slapend rechtop ging zitten.
"Jullie zijn een stelletje." Zei ze zacht terwijl Narcissa fronste. "Ja, we zijn een stelletje. Heb je er problemen mee?" Vroeg Alyssa terwijl Lucy haar mond opende om iets te zeggen maar er geen woorden omheen leek te kunnen werpen. "Je hebt er wel problemen mee." Mompelde ze terwijl ze haar hoofd schudde en zuchtte.
"Nee! Niet zo, ik, nou ja.." Lucy wist niet hoe ze haarzelf duidelijker kon maken, maar ze had het gevoel dat het niet veel nut had. "Niet zo? Hoe dan niet? Met het feit dat we twee meisjes zijn?" Vroeg ze terwijl Lucy's mond openviel van schok en ze haar hoofd schudde. "Nee! Waarom zou ik daar een probleem mee hebben?" Vroeg ze terwijl Narcissa fronste.
"Nou je hebt een probleem met ons samen, dat is duidelijk. Heb je ook een reden?" Vroeg ze waarop Lucy's blik op Narcissa viel. "J-ja. Denk ik. Nee... eigenlijk niet.." Mompelde ze terwijl Alyssa haar ongelovig aankeek.
"Ongelofelijk. Ik had dit nou echt niet van je verwacht Lucy. Ik dacht dat ik je beter kende als dit." Zei ze waarop Lucy's woorden in elkaar leken te klikken als een fatsoenlijke zin. "In mijn hoofd zijn jullie allebei mijn grote zussen, mijn voorbeelden, geweest. De mensen die me meer hebben gebracht als mijn bloedeigen familie. Het is onmogelijk voor mij om dan jullie twee samen te zien als een koppel." Zei viel even stil terwijl de woorden inzonken bij Alyssa en Narcissa en Alyssa's woede en ongelovigheid langzaam uit haar ogen verdween.
"Oh." Was het enige dat Narcissa kon mompelen. "Ik houd van jullie en ik wens niets meer voor jullie allebei om gelukkig te zijn, maar vergeef me als ik moet wennen aan het feit dat jullie samen gelukkig zijn. Als een koppel. Ik had dit nooit kunnen bedenken zelf, en ik heb het nooit geweten want geen van jullie had het eerder verteld aan me. Ik heb tijd nodig om te wennen, maar ik zal jullie nooit uit elkaar wensen als het betekent dat jullie ongelukkig zijn. Ik ben niet wreed, maar ik ben wel een mens." Narcissa glimlachte zacht en gaf Lucy een knuffel terwijl er een traan van Lucy op haar schouder viel.
Alyssa was de volgende die Lucy in een knuffel trok en ze gaf een kus op haar voorhoofd. "Het spijt me echt heel erg dat ik het nooit heb verteld. Ik denk dat ik bang was. Om je te verliezen omdat je het vreemd zou vinden. Of dat je het per ongeluk zou vertellen aan iemand anders. Het spijt me, ik en Narcissa hadden het moeten vertellen." Zei ze terwijl Lucy glimlachte. "Ja. Eigenlijk wel. Maar daar is het nu te laat voor."
"Maar weet je, zie het zo Lucy. Nu zijn we bijna altijd wel samen er voor je, in plaats van dat je een van de twee hebt."
"Ik heb jullie gemist."
"Wij jou ook."
~~~
A/N: Naww zusjes bonding <33
Oke dit was het weer voor nu.
Ciao!
1380 woorden.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top