Epiloog. Arachne
'Arachne!'
Kosmos' fluistering was nauwelijks hoorbaar, maar voor mij wel. Ik keek koortsachtig om me heen. Ornit leek me constant in de gaten te houden – waarschijnlijk wachtend op een kans om me alsnog te vermoorden. Ik wist dat ik in levensgevaar was. En niet alleen ik, maar alle engelen ook.
'Bath?' Ik keek de blondharige jongen nerveus aan. Eigenlijk wist ik nog steeds niet of ik hem kon vertrouwen, maar op dit moment had ik geen andere keuze. 'Zou jij Ornit even af willen leiden? Ik beloof je dat het niks is om jullie te schaden, maar ik moet even met die Strijdengelen babbelen en ik ben bang dat Ornit dat verdacht vindt.'
Bath trok een wenkbrauw op. 'Nou, het is ook wel verdacht.'
'Alsjeblieft?'
Hij zuchtte diep. 'Nou, vooruit dan. Omdat jij het bent. Maar alsjeblieft, doe geen domme dingen. Je bent net terug bij ons en we willen je niet opnieuw verliezen.'
Ik keek hem dankbaar aan en liep toen zo gauw als ik kon op de boom af. Het deed me pijn om mijn vier vrienden zo hulpeloos te zien – ze konden geen kant meer op. 'Arachne', zei Kosmos snel. 'We weten wat Ornits geheim is. Zijn vader was een Strijdengel die deserteerde om bij een Oorlogsdemon te zijn. Waarschijnlijk omdat zij zwanger was, of zoiets.'
'Hoe zijn jullie daar nou weer achter gekomen?!' Ik had geen idee waaraan ze het hadden afgeleid, maar op zich zou het wel heel veel verklaren. Ornit Holda was niet bang voor vogels. Hij was er eigenlijk zelf een. Zou hij daarom zo graag willen vliegen? Omdat hij gedwongen was om zijn eigen vleugels te verwijderen, zodat hij niet ontmaskerd zou worden? Ergens kwam een gevoel van medeleven opzetten. Hoe lang had hij dit al geheim gehouden? Zouden alleen zijn ouders dit weten? Had hij me willen vermoorden om zijn vader te beschermen?
'Doet er niet toe, lang verhaal.' Kosmos keek schichtig op en neer. 'Hij gaat je doden zodra hij de kans heeft, hè?'
Ik knikte kort. 'Ja. Jullie ook, waarschijnlijk.'
'We moeten hier wegkomen.' Raicho probeerde zich opnieuw los te worstelen. 'Luister. Kan jij een dolk hierheen smokkelen? We moeten allereerst die touwen doorsnijden.'
Bello stond nog steeds bij de hoop wapens. Dat kon in mijn voordeel spelen. 'Ja, dat moet wel lukken, denk ik. Maar alsjeblieft, doe voorzichtig. Jullie weten niet waar hij toe in staat is.'
'Ik denk dat ik dat wel kan bedenken', mompelde Kosmos.
'We komen hier weg', beloofde ik hen. 'Ik bedoel, jullie komen hier weg. Ik weet nog niet wat ik ga doen.' Uiteindelijk zou ik toch weer terug moeten komen bij de demonen. Met de engelen meegaan zou alleen nog maar meer problemen opleveren voor dan. Maar hier blijven was ook een gewisse dood en Ornits geheim onthullen... Ik had al die tijd niets liever willen doen, maar nu twijfelde ik eraan. Wat zou Ornits ouders te wachten staan? Zouden de demonen hen verbannen... of erger?
Ik stond op het punt om weg te gaan, maar Kosmos fluisterde opnieuw mijn naam. Toen ik me omdraaide, staarde ik recht in zijn indringende, blauwe ogen. Ik vond hem leuk. Ik vond hem heel erg leuk. Misschien dat ik Ornits ouders daarom zo erg begreep.
'Doe voorzichtig', drukte hij me op het hart.
'Altijd.' Ik glimlachte en liep toen op Bello af. Ik dwong mezelf om niet weer om te kijken. Zo te zien waren Bath en Ornit nog steeds in gesprek. Dit was mijn kans. Bath zou zich doodschamen als hij erachter kwam wat hij had gedaan, maar voor nu was dat van secundair belang. Alles draaide nu om Kosmos... en de rest van de Strijdengelen, natuurlijk.
Bello haalde enthousiast Raicho's imposante kromzwaard tevoorschijn. 'Kijk eens hoe geweldig! Ik ga Ornit vragen of ik deze mag hebben.'
'Ja, maar misschien eist hij 'm dan zelf op. Je weet hoe hij is.' Ik pakte Kosmos' dolk van de stapel. 'Deze is ook mooi. Ze zullen het niet merken als ik deze claim, toch? Het is maar een dolkje.'
Mijn vriendin fronste. 'Je hebt zoveel mooie wapens om uit te kiezen en dan neem je die satéprikker? Nou ja, je moet het zelf weten. Ik ga naar Ornit toe.' Ze glimlachte nog een keer. 'Het is fijn om je terug te hebben.' De glimlach deed pijn in mijn hart. Ik wilde haar niet verlaten, maar als ik hier bleef, vormde dat voor haar ook een risico. Terwijl ze wegliep richting onze commandant, maakte ik mijn definitieve keuze. Ik ging met de engelen mee.
Ik ging met Kosmos mee.
Vreemd genoeg voelde ik me erg kalm toen ik er eindelijk uit was. De dolk verstopte ik onder mijn vest. Ik liep heel langzaam op de engelen af. Kosmos' ogen straalden. Raicho keek me hoopvol aan. Blanches blik was bemoedigend. En Rayne hield zijn ogen strak op Ornit gemist. Waakzaam, zoals altijd. Ik vroeg me af hoe Marisol nu zou kijken. Waarschijnlijk zou ze glimlachen, de meest oprechte en vrolijke glimlach van de wereld.
Met een vloeiende beweging sneed ik de touwen door.
We sprintten allemaal tegelijkertijd weg. Het duurde een paar seconden voordat het geschreeuw achter ons begon. Daarna de voetstappen.
'Deze keer op mijn rug', zei Kosmos.
Ik nam een aanloop en sprong bovenop zijn rug, op het moment dat zijn voeten de grond verlieten. Naast ons stegen de anderen ook op. Ik keek over mijn schouder, waar Ornit de anderen toeschreeuwde: 'Ze ontsnappen! Ga bogen halen!'
De rest van de Oorlogsdemonen sprintte weg, zodat alleen hij nog over was.
'Wacht', fluisterde ik in Kosmos' oor. Hij bleef stil hangen. Ik draaide me om, zo goed als het ging. 'Ornit Holda, de Oorlogsdemon. Of moet ik zeggen... de Oorlogsengel.'
Hij sperde zijn ogen wijd open in verbazing. 'Hoe...'
'Geen zorgen. Niemand van ons zal je geheim verraden.' Ik zag hoe Raicho, Rayne en Blanche, die zich ook hadden omgekeerd, instemmend knikten.
'Engelen verraden elkaar niet', zei Blanche ernstig. 'En dat geldt ook voor half-engelen.'
Ornit liet aarzelend zijn boog zakken.
'Maar in ruil daarvoor wil ik wel dat je me een gunst verleent.' Ik dacht zo snel mogelijk na, voordat de Oorlogsdemonen terug zouden keren. 'Ik wil dat je voor mij doet wat anderen voor je vader hebben gedaan.' Ornits ogen verwijdden zich alleen nog maar meer.
Kosmos lachte zacht, alsof hij al wist wat ik van plan was en hij er heel blij mee was.
'Ik wil dat je ervoor zorgt dat ik voorgoed verdwijn.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top