10. Kosmos
Mijn oren suisden nog na van de botsing, maar op dit moment waren er grotere problemen.
Er was geen enkele kans dat we allemaal het bos in kwamen zonder doorzeefd te worden door pijlen. Het was gewoon onmogelijk. Sterker nog, ik achtte het aannemelijk dat geen van ons het zou halen. Zeker Raicho – en dus ook Arachne – niet, met zijn gewonde vleugel.
'Jij zei dat ze geen bogen hadden!' schreeuwde Raicho woedend. 'Die paar pijl en bogen, oké, dat had je misschien niet meegekregen, maar dit is een vol arsenaal!'
Arachne kromp in elkaar. 'Ik wist het niet!'
'Ze hebben dit al die tijd al gepland. Wie zijn hier nou lafaards?' brieste Blanche. 'We maken geen enkele kans zo!' Ze keek over haar schouder. Onder ons hadden de schutters opnieuw hun bogen gespannen, maar ze schoten nog niet, alsof ze afwachtten wat we gingen doen. We konden een poging wagen en richting het bos gaan, of we konden terug, maar dan was het gevaar op de grond er nog. Ik had geen idee wat ons de beste mogelijkheden gaf.
Raicho wendde zich ook tot Blanche. 'Wat doen we?!' schreeuwde hij.
Onze commandant was al net zo vertwijfeld als wij, maar ze kon zich niet nog langer permitteren. 'We gaan terug.' Haar stem was resoluut.
Rayne en Marisol, die achterop vlogen, waren nu de voorhoede. Ze schoten weg. Ik had nog nooit een stel vleugels sneller op en neer zien gaan, zelfs niet tijdens gym op school. Ze waren aan het vliegen voor hun leven. Ik wierp Arachne nog één laatste, angstige blik toe, voordat ook mijn race tegen de klok begon.
Al mijn vleugelspieren deden pijn, maar ik beet op mijn lip en zette door. Ik probeerde me met mijn voeten af te zetten tegen de lucht, voor nét dat extra beetje vaart.
Raicho vloog rakelings langs me. Hij ging als een speer, ondanks zijn blessure. Misschien besefte hij dat er niet één, maar twee levens afhingen van zijn vliegkwaliteiten. Ik probeerde nog sneller te gaan om de veteraan bij te houden. Wat hij kon, dat kon ik ook. Stiekem wilde ik dat ook aan Arachne laten zien.
De pijlen volgden elkaar in hoog tempo op. Ik kon niet zien waar ze vandaan kwamen, want ze kwamen van achteren nu. Het enige wat ik kon doen was hopen.
In ieder geval zou ik de pijlen opvangen die voor Raicho en Arachne bedoeld waren, aangezien ik recht achter ze vloog. Het gaf een fijn gevoel. Alsof ik iets nuttigs deed, zelfs als dit mijn einde zou worden. Sterven als een held en dan voor altijd zo herinnerd worden – er waren ergere dingen.
Een pijl streek langs mijn vleugels. Ik voelde het nauwelijks.
Marisol had dat geluk niet.
Ik zag de pijl haar richting op gaan, maar kreeg niet de tijd om te schreeuwen. Het vreselijke geluid van een pijl die haar doelwit trof, bereikte mijn oren. Het was niet eens een van haar vleugels. Het was haar borstkas. Rayne gilde, iets wat ik hem nog nooit had horen doen.
Het meisje stortte naar beneden. Ze spartelde niet met haar armen, benen of vleugels. Het kon maar één ding betekenen, al bleef ik dat ontkennen.
Ik vloog door en door en door, maar ondertussen keek ik naar de neerstortende Marisol. Ze moest nu optrekken. Oké, ze had hoogte verloren, maar ze kon het nog steeds halen! Toen er een doffe klap klonk, werd al mijn hoop de grond in geboord – evenals Marisols levenloze lichaam.
***
Ik had niet eens meer de kracht om fatsoenlijk te landen.
De bosbodem voelde keihard aan toen ik neerstortte. Ik probeerde om de klap zo goed en zo kwaad als het ging op te vangen, maar doordat ik zoveel vaart had, schoof ik enkele meters door. De wereld tolde om me heen. Ik sloeg met mijn vuisten op de grond, uit frustratie, uit verdriet.
Arachne lag trillend op te grond, haar vingers overduidelijk stijf van de spierpijn. Raicho inspecteerde de wond aan zijn rechtervleugel. Hij keek op toen ook Blanche landde, wankelend maar wel op haar benen. 'Ze heeft het niet gehaald, hè?' mompelde hij duister. 'Marisol.'
Blanche aarzelde even en schudde toen haar hoofd. 'Het spijt me. Ze was dood zodra de pijl haar doorboorde.'
Ik sloeg nogmaals op de grond, terwijl de wereld eindelijk wat vaster aan begon te voelen. 'We waren er bijna... bijna, en dan toch, op het laatst...' Mijn stem brak. Het was een van de engste dingen die ik ooit had gehoord. Hoe kon het dat Marisol net nog voor me vloog, en nu gewoon... dood was?
'Ze ving een pijl op die ik anders gehad zou kunnen hebben.' Raynes stem was zacht. 'Ik denk niet dat ze het wist, maar misschien heeft ze mijn leven wel gered.'
Het maakte de gebeurtenis ietwat draaglijker, maar ook niet meer dan dat. Ik deed nog steeds geen poging om op te staan. Eigenlijk wilde ik nu gewoon liggen en slapen. Blanche sloeg mijn hoop aan diggelen: 'Jongens, dit is niet goed. Ik heb geen idee waar we zijn, maar het is weer kilometers het bos in. We zijn net zo ver als gisteren, of eergisteren misschien wel, of...'
'Rustig.' Raicho stond nu op, zijn gezicht vertrokken van de pijn. 'Het maakt niet uit. We reizen die kilometers wel weer opnieuw.'
'En dan?' zei ze radeloos. 'We zullen dan toch weer uitkomen zoals net. Ze zijn klaar voor ons. De volgende keer gaan we er vast allemaal aan.'
Raicho pakte haar vast bij de schouders en keek haar diep in de ogen, al was hij een kop groter. 'Hee, zo gaan we niet denken, oké? Nu zijn wij ook voorbereid. We vinden wel een manier om erlangs te komen en anders blijven we gewoon hier. Ik zie niet in waarom we nog meer levens zouden riskeren.'
'Wat is er gebeurd met "eervol sterven op het slagveld"?' mompelde Blanche halfhartig.
'Dat is samen met Marisol gestorven.' Raicho keek haar strak aan. 'Wij zijn verantwoordelijk voor deze Strijdengelen. Ik heb geen zin om ze een gevecht in te sturen dat bij voorbaat kansloos is. Dat zag jij al eerder in – toen met die Oorlogsdemon die ik aan wilde vallen, weet je nog? Je zei toen dat we geen risico's moesten nemen. Ik begrijp dat nu ook.'
Blanche was even stil en glimlachte toen. 'Dank je, Raicho.'
'Weet je, soms kan ik wel verstandig zijn.'
Ik kon niet anders dan ook glimlachen, dwars door de ingehouden tranen. Het gaf me de kracht om overeind te krabbelen en op Arachne af te komen.
'Gaat het?' mompelde ik.
'Ja. Dankzij Raicho wel, ja.' Ze zuchtte diep. 'Ik dacht echt... toen hij gewond raakte... Ik dacht: dit was het dan. Het is een wonder dat we het alsnog hebben gehaald. En Marisol...' Haar stem stierf weg. 'Het had niks gescheeld of jij was ook geraakt.'
Ik dacht aan die pijl die Marisol had gedood – die slechts langs mijn vleugels was gegleden, als een vredelievende passant. 'Maar ik ben er nog. En jij bent er...'
De bladeren kraakten vervaarlijk dichtbij.
Rayne was de eerste die reageerde. 'Ik zie ze!' riep hij ondanks zijn waterige ogen. 'Ze komen van rechts!' Onmiddellijk schoot hij weer de lucht in, achter de dikke stam van een beukenboom.
'Van rechts', herhaalde Blanche. 'Dat is...'
Ze kon haar zin niet afmaken, want een stuk of tien man barstten door de struiken, met getrokken wapens. Hun ogen blonken strijdlustig en hun lemmeten flitsten in het zonlicht. Voorop was een man van in de twintig, met een handboog die hij op Blanche richtte. Een vogeltatoeage tekende zijn wang en zwarte veren waren bevestigd op zijn armen. Eigenlijk leek hij net een engel.
'Laat jullie wapens vallen', gebood hij monotoon. 'Of jullie commandant gaat eraan.'
***
We waren allemaal vastgebonden aan de beukenboom – Rayne, Blanche, Raicho en ik. Het touw was strak over Raicho's verwonding gespannen en ik zag dat hij er last van had.
Arachne stond tussen de demonen die ons net hadden aangevallen. Een klein meisje met donker krullenhaar had haar armen om haar heen geslagen. 'Ik dacht echt dat je dood was', zei ze met gebroken stem. 'We... we hadden de hoop al bijna opgegeven.'
De man met de tatoeage stond met vernauwde ogen naar de twee meisjes te kijken.
Ik rukte aan de touwen, alsof ik verwachtte dat ze opeens mee zouden geven. Maar ik moest toch iets. Ik wist instinctief dat er iets niet pluis was aan deze kerel. Hoe hij naar Arachne keek... Hij moest degene zijn waarvoor ze gevlucht was. Hij wilde haar pijn doen. Ik wenste dat ik mijn dolk nog had, maar die lag op de triomfhoop die de demonen van onze wapens hadden gemaakt.
'Ik vertrouw het niet', siste Ornit. 'Arachne, je zag er niet bepaald uit als een gevangene.'
Arachne kruiste onverschrokken zijn blik. 'Ik probeerde er het beste van te maken, maar ik weet niet hoe lang ze me nog in leven hadden gelaten. Echt, jullie hebben me net op tijd gevonden.'
'Wat een geluk.' Hij glimlachte, maar de glimlach bereikte zijn ogen niet. 'Bello, inspecteer de wapens die we hebben afgenomen. Kijk of er wat bruikbaars tussen zit. Schietwapens mogen ook – het wordt tijd dat jullie sukkels dat ook leren.'
Raicho gromde zacht. 'Ornit was de vorige keer ook al goed met pijl en boog. Als enige demon. Hij moet het aan de anderen geleerd hebben, dat verklaard die nieuwe strategieën.'
'Zonder hem had Marisol nog geleefd, dus', mompelde Rayne bitter.
Blanche was angstvallig stil. Ze bekeek Ornit met halfdicht geknepen ogen. Opeens schoot ze ietwat overeind. 'Oh wacht, dat verklaart heel veel. Ik dacht al dat ik hem op iemand vond lijken.'
'Wat?' Ik voelde mezelf spontaan misselijk worden. Wat was hier aan de hand?
'Hij lijkt een beetje op een Strijdengel die spoorloos verdween, vlak na de Oorlog. Ze zoeken hem nog steeds, dus ik heb weleens een portretschildering van hem voorbij zien komen. Het is inmiddels zo'n dertig jaar geleden sinds hij verdween, dus de zaak is min of meer gesloten, maar...'
Ik begon me te realiseren waar ze heen wilde.
'Denk je dat het zijn zoon is?' bracht Raicho uit. 'Dat die engel gedeserteerd heeft?'
'Dat verklaart inderdaad alles.' Ik kon mijn opwinding nauwelijks onderdrukken. 'Ornit is goed met pijl en boog. Hij heeft veren aan zijn mouwen geplakt – zijn eigen veren, misschien? Hij heeft een lichte huidskleur, wat meer voor engelen is. En hij wilde Arachne vermoorden. Ik weet zeker dat zij op het punt stond om zijn geheim te ontdekken.'
Blanche knikte bedachtzaam.
'Ja. Ornit Holda is half demon, half engel.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top