Hoofdstuk 2
POV Emmalie Hoekstra
De volgende morgen werd ik wakker met een vreemd gevoel in mijn maag, alsof iemand de hele tijd naar mij kijkt. Ik doe mijn ogen open en ik zie daar degene staan die mij dus al de hele tijd aan het bekijken is. Ik herkende hem eerst niet maar nadat ik steeds wakkerder werd merkte ik dat het de zwerver was die gisteren aan mij vroeg of hij erbij kon. Ik vroeg 'Hey zwervertje, hoe laat is het?' Hij antwoorden dat het zo'n 6 uur in de ochtend was. Ik vroeg hem toen op een toon waarop hij mij niet kon negeren 'Ik had gisteren toch al gezegd dat jij voor 6 uur weg moest!?' Hij antwoordde op mijn vraag 'Oh ja shit! Dat was ik helemaal vergeten! Ik sliep ook erg lekker met een hele mooie meid naast me.' En hij gaf mij een knipoog. Ik moest ervan blozen en zei dat hij dan nu wel weg moest. 'Moet dat nou echt?' 'Ja, je moet nu echt weg.' Hij liep naar mij toe en gaf mij een knuffel. Omdat ik schrok dat hij mij een knuffel gaf knuffelde ik niet echt terug. Nadat hij mij een knuffel had gegeven rende hij net zo snel weg als dat hij was gekomen. Ik was ondertussen nog helemaal ik shock. Ik liet iemand anders dan iemand uit mijn familie mij knuffelen? Waarom knuffelde hij mij, hij is nota bene zo'n 5 jaar ouder dan mij! Ik was echt helemaal in shock. Ik dacht even na Mijn vader en moeder hebben het wel eens gehad over een jongen die mijn broer zou zijn geweest. Wat nou als hij mijn verloren broer was? Ik merkte dat het steeds drukker werd in de straten rondom het parkje waar ik nu zat. Ik bedacht me net dat ik zo weg moet omdat het al bijna 9 uur is. Ik had blijkbaar lang zitten denken op het bankje waar ik op zit. Ik had om half tien afgesproken bij het Diaconie Weeshuis in de Klaverstraat. Ik zou daar gaan kijken of ik daar terecht kan om een dak boven mijn hoofd te krijgen. Ik stond dus snel op om aan iemand te gaan vragen hoe ik daar terecht zou kunnen komen. Ik kwam iemand tegen die zijn telefoon vast hield. Ik hield hem tegen en ik vroeg aan hem of hij mij zou kunnen vertellen hoe ik bij de Klaverstraat zou kunnen komen. Hij antwoordde dat dat nog een heel stuk is voor te voet, het bleek zo'n 2.4 km te zijn en ik moest er binnen 25 minuten zijn! Daarna vroeg ik heel gehaast wat de route was zodat ik snel zou kunnen vertrekken. Hij antwoordde 'Je loopt het Vondelpark uit. Dan ga je links. Daarna ga je bij de eerste afslag naar links. Als je daar links ben gegaan moet je een heel stuk rechtdoor, en bij de tweede afslag naar rechts. Daarna rechtdoor voor een tijdje. Als je dan bij de gracht uitkomt moet je naar rechts, daarna eerste afslag naar links, en direct nog een keer links. Dan nog een stuk rechtdoor en je bestemming staat aan de rechterkant.' Nadat ik klaar was met de route te onthouden zei ik tegen die random gast 'Nog bedankt voor het helpen.' Nadat ik dat zei liep hij gewoon weg. Ik dacht bij mijzelf Wat een rare gast was dat . Ik keek op de klok die op de kerk hing en wat ik daar zag schrok ik heel erg van. Het was al kwart over negen! Ik moest nu binnen een kwartier 2.4 km rennen! Ik dacht nog bij mijzelf dat ik dat echt nooit zou kunnen redden. Ik zuchtte een keer heel diep en begon aan mijn reis richting het weeshuis. Gelukkig had ik de route onthouden hoe ik er zou kunnen komen.
15 minuten later
Ik hoorde dat de kerk 1 keer sloeg wat betekende dat het half 10 is geweest. Op hetzelfde moment kwam ik ook precies aan bij de kerk. Ik zie dat er een bordje staat dat niet is toegestaan is om binnen te komen zonder toestemming. Ik dacht even na en bedenk me dan opeens dat ik een afspraak had en dus zou ik toestemming moeten hebben om binnen te mogen komen. Ik liep dus naar binnen er hoorde dat er een alarm afging aan de achterkant van dit enorme gebouw. Ik zat even rond te kijken want man wat is dit gebouw groot aan de binnenkant. Ik keek even om mijn heen en zag dat er iets stond op een bordje achter mij. Er stond op: Degene die dit bordje leest wordt opgepakt door de politie. Toen hoorde ik iets achter mij, ik draaide mij om en er stond een volledig squadron mariniers. Toen ze zagen dat ik ze had gezien kwamen ze in actie, eentje richtte zijn geweer op mijn gezicht en schreeuwde dat ik op mijn buik moest gaan leggen en mijn handen achter mijn rug moest houden zodat zij handboeien om zouden kunnen doen. Nadat ik dat deed vroeg er iemand anders wat ik hier deed terwijl de kerk gesloten was. Ik zei dat ik een afspraak had met degene die dingen voor het weeshuis regelde zodat ik misschien hier zou kunnen 'wonen' en dat ik dan een dak boven mijn hoofd zou hebben. in eerste instantie geloofde ze mij niet tot ik mijn afspraak kaart liet zien, daar was duidelijk op te zien dat ik vandaag echt een afspraak had bij deze kerk om deze tijd en ook met wie. Daarna vroegen ze ook om mijn ID zodat ik zou kunnen bevestigen dat ik wel echt Emmalie Hoekstra ben en dus ook een afspraak had. Nadat ik ze die liet zien geloofde ze mij dat ik dus echt Emmalie Hoekstra ben en een afspraak had met de baas van het weeshuis om half 10 vandaag. Ze deden mijn handboeien af en ik mocht weer vrijuit naar buiten met een heel squadron mariniers. Ik zag dat ze van het M-squadron waren omdat er een hele kleine M op hun schouders stond geborduurd. Ik vroeg aan ze hoe ze in het leger terecht waren gekomen en iedereen ging door elkaar heen praten. Ik wachtte even tot ze tot rust kwamen maar ze bleven maar door schreeuwen totdat ik heel hard riep 'Mannen nu kappen! Niet door elkaar heen schreeuwen! Zo kan ik jullie toch niet goed verstaan!' De mannen antwoordde met 'Ja mevrouw Luna! Sorry mevrouw Luna!' Ik vroeg me af wat een Luna was maar het boeide mij niet zoveel omdat ik alleen maar wou dat ze hun koppen zouden houden. Ik liet hun toen een voor een praten hoe ze in het leger zijn gekomen. Sommige zijn in het leger gegaan omdat het van hun ouders moest of om hun vrouw / dochter / zoontje beschermen. Er was er eentje tussen die een heel emotioneel verhaal had waarom hij bij de mariniers was gekomen. Hij was het leger in gegaan omdat tijdens de aanslag in parijs waren zijn moeder, vader, zijn vrouw, zijn zoontje van 2 jaar oud en zijn dochtertje van 2 maanden oud overleden, hij wou wraak voor hun en zijn eigen land wou hij helpen dus besloot hij om in het leger te gaan zodat hij mensen zoals degene die de aanslag pleegde kon verhinderen om nog een keer zo'n grote aanslag te gebeuren. Ik zei tegen hem dat ik het een heel nobel doen vindt om zoiets te doen voor zijn land en voor zijn overleden familieleden. Ik vroeg aan hem wat zijn naam is. Zijn naam was James Williams. Uit zijn achternaam dacht ik te kunnen opmaken dat hij oorspronkelijk uit Amerika komt. Toen ik aan hem vroeg of hij oorspronkelijk uit Amerika kwam antwoordde hij bevestigend op mijn vraag. 'Hoe lang woon je nu dan al in Nederland en hoe komt het dat je zo goed Nederlands kan voor een buitenlander?' vroeg ik aan hem. 'Ik woon nu zo'n 10 jaar in Nederland, ik kwam naar Nederland omdat mijn vrouw ook oorspronkelijk uit Nederland kwam. Ik kan zo goed Nederlands voor een buitenlander omdat mijn vrouw het haar had opgedragen om mij zo goed mogelijk Nederlands te leren binnen 2 jaar. Helaas werd de aanslag in Parijs gepleegd en kwam ze tijdens het einde van het tweede jaar om tijdens de aanslag.' Ik zag dat hij wat emotioneel begon te worden nu hij er zo open over praatte met een voor hem een wildvreemde. Ik denk wel dat juist dat praten met een volledig onbekende ook juist heeft geholpen om het verdriet te kunnen verdringen en zich weer professioneel op te kunnen stellen naar mij en naar de andere mariniers van het M-squadron. Ik merkte dat wij voor de kerk staan en dat we al stil stonden. Ik vroeg mij af wat er nu met mij zou gebeuren nu ik zou hebben ingebroken in de oudste kerk van Nederland. Ik vroeg aan James wat er nu met mij zou gebeuren, zou ik naar de politie moeten en daar in de cel gaan of wordt ik vrij gelaten omdat ik een afspraak had met de eigenaar van de weeshuis wat daar gevestigd staat. 'Ik denk wel dat je minimaal 1 dag tot 1 week in de cel moet zitten onder het politie bureau. Helaas kunnen wij daar ook niks aan doen.' zei James. Ik dacht na over wat mijn opties waren, optie 1: Wegrennen van de mariniers en proberen om ze af te schudden. Nadat die optie in mij opkwam verworp ik hem ook bijna al gelijk weer. Ik kan toch nooit wegrennen van goed getrainde mariniers en dan ook nog eens hun afschudden? Dat is bijna onmogelijk. Mijn tweede optie was om gewoon mee te gaan naar de politie en daar in de cel te gaan voor de tijd die ik in de cel moest doorbrengen. Mijn derde optie was een optie die leek op optie twee maar net iets anders was. Bij optie 3 ga ik namelijk mee naar de politie en ook weer in de cel maar in plaats van daarna weer als zwerver door het leven gaan, ga ik bij deze optie aan de politie vragen op zij misschien nog een weeshuis weten die nog plek hebben en waar ik terecht zou kunnen. Nu ik er zo even over nadenk, lijkt optie 3 het beste omdat ik dan nadat ik weer vrij ben heb ik kans dat er toevallig nog een weeshuis is die plek heeft en waar ik dus misschien onderdak zou kunnen aanvragen zodat ik niet meer door het leven gaat als zwerver. Ik was eruit, ik ging kiezen voor optie 3. Ik vroeg aan James en de andere mariniers of ze mij zouden willen afgeven bij het eerste politiebureau dat we tegen zouden komen. 'Je moet dan waarschijnlijk daar een aantal dagen verblijven om je te verhoren. Je zal dus waarschijnlijk het grootste deel van de dag in een cel onder het politie bureau zitten.' zei James. Ik merkte op dat het wel heel stil was rond ons en ik zag ineens dat de andere mariniers al een stuk verderop liepen. Ik zei tegen James, 'Volgens mij moeten we even door lopen richting het politiebureau.' en ik wees naar de andere mariniers, die nog steeds aan het lopen waren. Hij keek in de richting van mijn vinger en zei dat we inderdaad even moesten doorlopen zodat we weer bij de andere lopen. Hij maakte gelijk werk van zijn woorden en begon op een drafje naar de groep met de andere mariniers te joggen. Ik zag hem weg joggen en ging achter hem aan. Nadat we even hadden gejogd hadden we de andere mariniers al ingehaald. Zodra we weer bij de andere mariniers vroeg James waarom ze al weg waren gelopen terwijl wij nog aan het praten waren. 'Jullie waren nog bezig en wij hebben nog andere dingen te doen dan kinderen naar de politie brengen.' zei een van de mariniers. James vroeg aan de rest van het mariniers squadron M of het goed was dat hun verder gingen en gingen doen wat ze moesten doen terwijl hij mij naar het politiebureau zou brengen en dat hij dan weer naar hun toe ging als ik was afgeleverd bij de politie. De rest van het squadron vond het goed en dus liepen hun naar links terwijl wij naar rechts liepen, richting het politiebureau. Nadat we zo'n 15 minuten hadden gelopen zag ik in de verte het politiebureau al. Ik vroeg aan James 'Hoe wil je mij af gaan geven bij de politie? Gewoon naar binnen lopen en dan zeggen van 'Hoi ik heb iemand bij me en zou die graag willen afgeven?''. 'Dat is ongeveer wel mijn plan ja' zei James. Nadat James dat zei was er een stilte. Terwijl wij beide niks zeiden en er dus een stilte was tussen ons twee, kwam het politiebureau steeds dichterbij. Uiteindelijk zo dichtbij dat we voor de deur stonden en we naar binnen liepen. Binnen in het politie bureau keek ik even verbaast op omdat het heel kleurrijk was ingericht, totaal anders dan wat ik had verwacht van een politiebureau. James liep naar de balie en vroeg of hij de commandant kon spreken. De baliemedewerker vroeg om zijn id en bewijs dat hij een marinier was in het M squadron. Nadat James die aan de mevrouw achter de balie gaf zei zij tegen James dat hij in de wachtruimte mocht wachten en dat de commandant hem zou ophalen in ongeveer 5 minuten. Wij liepen naar de wachtkamer waar we zagen dat er verder niemand in de wachtkamer was. 5 Minuten later kwam de commandant aan lopen in zijn werkkleding. Ik denk dat nadat hij een blik op mij had geworpen wel een idee had waarover James hem zou spreken maar hij zei niks. "Jullie mogen meelopen, we gaan naar mijn kantoor." Zei de commandant. We liepen achter de commandant aan en kwamen uit in een gang met maar een deur. Hij liep naar die ene deur toe en openende hem. "Gaan jullie maar naar binnen" zei hij. James ging eerst en daarna ging ik en als laatste de commandant zelf. Nadat iedereen naar binnen was gekomen en de deur dicht was, begon James met praten. 'Weet u misschien al waarvoor wij hier komen?' zei James. 'Ik heb wel een idee maar laten we elkaar eerst even voorstellen.' zei de commandant. 'Oh Ja, eigenlijk helemaal vergeten, ik ben James Williams en degene die ik mee heb is Emmalie Hoekstra.' zei James tegen de commandant. 'Ik ben Mason Brown, de hoofdcommandant van de politie Amsterdam. Waarvoor komen jullie naar het politiebureau en waarover wouden jullie mij spreken?' zei Mason. 'Hoekstra hier hebben we aangetroffen bij het weeshuis in de westerkerk terwijl die kerk dicht hoort te zijn. Toen we haar oppakte bleek dat ze een afspraak zou hebben met degene die de baas is over de westerkerk.' zei James. Nadat James dat zei keek ik even boos naar James omdat ik dat ook best zelf had kunnen zeggen maar ik bedacht me ook al snel dat als ik zou praten het alleen maar erger zou kunnen worden. James is er ook in opgeleid en dus besloot ik dat ik zo min mogelijk ging zeggen. Nadat ik dat had bedacht werd ik terug de werkelijkheid ingetrokken omdat ik iemand mijn naam hoorde zeggen. 'Wat zei u? Sorry ik zat even met mijn gedachten ergens anders.' zei ik tegen Mason. 'Haha, geeft niet hoor, het enige wat ik wil horen uit jouw mond, aangezien ik de rest van de informatie al gekregen heb van James, is waarom was je daar terwijl de deuren op slot waren?' vraagt Mason aan mij. 'De deuren waren helemaal niet op slot, je kon ze zo open duwen.' antwoordde ik verbaast. Nadat ik dat had gezegd keken beide mannen mij heel erg verbaasd aan. 'Dat hoort niet te kunnen!' zegt James. 'Dat zou inderdaad niet mogelijk moeten zijn, weet je zeker dat er niemand anders was in de kerk?' vraagt Mason. 'Ik heb niet om mij heen gekeken maar ik ben er bijna zeker van dat er niemand anders was.' zeg ik. Nadat ik dat heb gezegd kijken Mason en James elkaar aan en dan zegt James 'Ik zal mijn vrienden uit het M-squadron even bellen en vragen of ze tijd hebben om de westerkerk volledig te doorzoeken.' 'Dat vind ik een goed plan.' zegt Mason als antwoord op James. Nadat James dat heeft gehoord, vraagt hij aan Mason of hij even gebruik mag maken van de gang om te bellen. 'Ga je gang.' zegt Mason. Nadat James de deur achter zich heeft dicht gedaan richt Mason zijn ogen op mij. 'En wat was jij van plan in de kerk?' vraagt Mason aan mij. 'Ik had een afspraak met de baas van het weeshuis om te bespreken of ik misschien een plek zou kunnen krijgen voor in het weeshuis. Aangezien ik nu toch alleen maar leg te slapen op random plekken in Amsterdam.' Nadat Mason dat hoorde kreeg hij een geschokte uitdrukking op zijn gezicht. 'En hoelang ben je dan al een wees?' vraagt Mason aan mij. "Ik ben al 8 jaar een wees. Ondertussen bijna 9 jaar." antwoord ik. Mason is nu bijna in shock van de antwoorden die ik hem geef. "Ben je al die jaren alleen of was er soms iemand mee?" vraagt Mason met een geschokte uitdrukking op zijn gezicht. "De meeste jaren waren helemaal alleen inderdaad." antwoord ik. Mason viel bijna van zijn stoel af. "Ik ben wel wat gewend, maar dit slaat toch echt op alles. Dat de politie je nooit heeft opgepakt voor het overnachten waar je niet hoort te overnachten." zegt Mason. We horen voetstappen voor de deur en degene voor de deur klopt aan en doet open. "Het squadron is onderweg, ik heb tegen ze gezegd dat hij mogelijk gevaarlijk zou kunnen zijn aangezien we dat niet zeker weten." zegt James. "Goed gedaan James" zegt Mason. nadat Mason dat heeft gezegd draaien Mason en james zich om zodat ze tegen mijn bange gezicht aankijken 'En wat zullen we dan doen met jou.' zucht Mason.
/*\*/*\*/*\*/*\*/*\*/*\*/*\*/*\*/*\*/*\*/*\*/*\
3032 woorden
/*\*/*\*/*\*/*\*/*\*/*\*/*\*/*\*/*\*/*\*/*\*/*\
Edited on: 25/07/2020
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top