3.De koninklijke kapel

De klokken luiden over Versailles, zodra ging de eucharistie  beginnen. Mijn moeder hielp me met de laatste plooitjes in mijn jurk goed te leggen, om de ketting rond mij hals te hangen. Ze stond achter me en keek in de spiegel.
'Ik ben zo trots op je,' zei ze. Ik gaf haar een scheve glimlach.
Ze streelde mijn wang en gaf er een zoen op. Vies, maar ik zei er niets op. Toen ze zich had omgedraaid veegde ik het speeksel van mijn wang. Julie die in de hoek van de kamer stond, wachtend op een opdracht grinnikte.
'Je bent een trots van Frankrijk, Elisabeth, ik hoop dat je dat beseft.'
'Ja moeder,' zei ik. Ze nam de borstel die op mijn bureau lag op en bekeek de parelmoer die op de achterkant was bevestigd goed.
Als je klaar bent, kom je dan naar buiten?' Vroeg ze, ze liep naar buiten nog met de borstel in haar hand. Die was nu van haar, kon ik haar horen zeggen. Het was mijn tweede lieveling's borstel. Inderdaad, mijn tweede, mijn favoriete had ik gekregen van Heer Philip, hij was afgewerkt met verschillende parels naast elkaar, door de vele verschillen in grote kon je een patroon herkennen, het handvat was versiert met gouden lijntjes. Daarmee had hij me gevraagd om mijn vriendje te zijn.
Toen mijn moeder de kamer uit was en ik haar weg hoorde lopen greep ik naar het grijze stuk stof dat ze op mijn hoofd had bevestigd.
'Julie, help me die pruik van mijn hoofd te krijgen alsjeblief.' Julie snelde vooruit en stak haar handen uit. Ze haalde de speltjes uit mijn haar die de pruik op zijn plaats hielpen te houden en nam de pruik van mijn hoofd. Mijn haar plakte tegen mijn huid. Er zat geen volume meer in. Dat was ook een van de vele redenen waarom ik die dingen haatte.  Ze liep naar mijn kap tafel en nam mijn favoriete borstel uit en overhandigde hem aan mij.
'Dank je,' zei ik. Ik kamde snel mijn haar en stak er een diadeem in. Ik gaf de borstel terug aan Julie die hem veilig terug opborg.
'Zie ik er goed uit?' Vroeg ik aan Julie. Julie glimlachte,'u ziet er altijd goed uit vrouwe,' zei ze. En glimlachte naar haar.
'Dank je, je bent vrij nu Julie, tot ik je roep, dat is vast na de eucharistie,' ze knikte dankbaar en verliet de kamer. Ik nam een andere deur die naar ons woongedeelte in het paleis leidde. Mijn vader zat in de zetel zijn schoenden aan te trekken, hij moest dus bijna weg. Ook Charles en mijn moeder waren mooi opgefrist voor de bezinning.
'Elisabeth, heb je toch die pruik afgedaan?' Vroeg mijn moeder verontwaardigt. Ik keek naar de grond,'sorry moeder, één van de speltjes zaten los, Julie en ik kregen ze niet meer vast.' Mijn moeder zuchtte,'dat is al de derde in een week, toen ik bij je was zat hij goed, wanneer zal je nu een keer een pruik dragen?'   Ik haalde mijn schouders op en ging bij Charles staan die me een knipoog gaf.
'Hoe was je wedstrijd met Philip?' Vroeg ik hem. Hij trok een kwaad gezicht.
'Goed,' snauwde hij.
'Je bent verloren hé?' Vroeg ik hem. Hij keek me kwaad aan.
'Dat gaat je niets aan,' zei hij, hij had dus verloren.
'Elisabeth,'begon mijn vader,' ik en je moeder hebben je relatie met heer Philip besproken.'
'Haar relatie met Philip?' Vroeg mijn broer verontwaardigt. Ik voelde mijn wangen rood worden.
'En we hebben een besluit genomen,' vervolgde hij zonder rekening te houden met Charles. 'En we keuren het af.'
'Wat?!' Riep ik. Rond de mondhoeken van Charles was een kleine glimlach te zien.
'Elisabeth, luister eerst, Frankrijk is bijna blut door al de feestjes van de koning, dus het is slimmer dat je vertrekt uit Frankrijk en naar ergens anders gaat wonen, bovendien is Philip familie van de koning, als je met hem trouwt en Frankrijk valt dan val je mee.'
'Dat is een smerige reden,' zei Charles, voor een keer dat hij aan mijn kant stond.
'Charles!' Riep mijn moeder waarschuwend.
'Maar papa, ik hou van Philip, en hij houd van mij, we zijn voor elkaar gemaakt, je kan ons niet scheiden!'
'Ik weet het liefje, maar het is voor je eigenbestwil, het leven is een gok spel, we willen dat jij goed gokt.'
'Dan gokken jullie voor mij, want ik gok voor Philip,' zei ik.
'Elisabeth, hoe durf je zo tegen te spreken!' Riep mijn moeder.
'Het is beslist Elisabeth, je maakt het uit voor overmorgen,' zei mijn vader kil.

De wit met gouden deuren werden geopend en iedereen snelde de de kappel in. De priester stond al vooraan bij het altaar klaar voor zijn Eucharistie. Ik nam plaats op de bankjes naast Victoire en mijn moeder, aan de andere kant zat mijn broer tussen Philip en mijn vader. Het viel op dat Charles en Victoire elkaar vermeden.
De bel van de priester ging, iedereen stond op en de deuren sloten zich.

'Onze groet Maria,
Vol van genade,
De heer is met u,
Gezegend zijt gij en gezegend is de vrucht met uw lichaam Jezus,
Lieve Maria,
moeder god,
Vol van genade,
Heilige Maria,
Bid voor ons, arme Zondaars,
Nu en in het uur van onze dood,
Amen.'

De bel ging weer en iedereen ging terug zitten. We namen de paternoster uit onze zak en hielden hem in onze hand. De priester strekte zijn handen uit in de lucht en keek naar boven.
'De heer is met u,' mompelde de priester,' de heilige geest is bij u, bij alle mensen die geloven in de al machtige god en zijn zoon, Jezus Christus, uit het Evangelie van Johannes.'
'Amen,' zei iedereen in koor. De priester liet zijn handen zakken en nam een belletje waar hij vervolgens op tikte. Ik voelde een hand in mijn bil duwen, ik keek opzij en zag Victoire glimlachen. Ook zei hief haar handen tot haar schouders en deed de priester na. Ik onderdrukte een glimlach.
'Neem en drink hiervan, want dit is het bloed van Christus, die geschonken gezegend aan u gegeven werd.' Hij hief de beker met wijn hoog in de lucht, weer klonk het bel signaal. Hij zette de beker neer en nam een stuk brood waarbij hij zei:"neem en eet hier van, want dit is het lichaam van Christus, die gebroken en gezegend aan u gegeven werd." Opnieuw nam hij het brood en hief het in de lucht. Na enkele seconden klonk het bel signaal, deze twee twee keer kort na elkaar. Iedereen stond op en vormde een rij voor de priester, elke volwassene mocht drinken van de wijn, en iedereen kreeg een hostie. Eerst waren de dames, we sloegen onze handen over elkaar.
'Daar is ie weer met zijn hosties, kan hij niets anders geven? Een beetje suiker?' Vroeg Victoire, ik grinnikte, dat zou leuk zijn. Uiteindelijk kwamen we bij de priester terecht, ik kan nu pas goed zien wat voor puist hij op zijn voorhoofd had. Ik kon mijn ogen er niet van houden.
'In de naam van de heilige geest en in de naam van Christus,' zei hij.
'Amen,' zei ik, hij legde de hostie in mijn handen, ik nam hem en at hem op om vervolgens weg te lopen. Die dingen waren veel te smerig, je zou het zelf de hond nog niet geven. Ook Victoire begon te kokhalzen, ik zag haar overwegen om het uit te spugen. Onderschat het niet, ze heeft het al eens gedaan, toen de Eucharistie gedaan was legde ze de resten van wat ooit een hostie was snel weg achter een beeld, pech voor haar dat de priester net naar buiten kwam. Ik denk dat zelf het normale volk van buiten hem had kunnen horen schreeuwen op haar. Deze keer was ze slim, deze keer spuugde ze het uit in een witte zakendoek. Het was wel een vies zicht aangezien er nog een draad van speeksel haar mond met de uitgespuugde hostie verbond. Maar dat zijn overbodige details, niet? Philip grinnikte toen hij Victoire de hostie zag uitspugen, als ik het me niet verbeeldde zat Charles ook te grinniken. Victoire haar wangen werden rood. We namen terug plaats op de zetels. Toen mijn moeder als laatste kwam begonnen de mannen nu aan te schuiven.
'Ik ben blij Victoire, dat je deze keer een zakendoek mee hebt,' mompelde mijn moeder. En daar ging Victoire's goede reputatie, dacht ik.
'Geen twee keer he, mevrouw,' zei Victoire opgewekt. Mijn moeder keek haar verward aan. Zoals veel mensen
'Ik hoop het voor je,' zei mijn moeder. Ik zag Victoire rond kijken, haar vader was er niet, die is bij de koning, hij is namelijk de eerste minister, en Victoire's moeder is dood gegaan bij de geboorte van een tweeling. Louis en Louise, die twee zaten samen, dat was toegelaten door de kerk, ze waren heel close met elkaar. Ze kleden zich elke dag in de zelfde kleur en waren onafscheidelijk. De kleine Louis deed zijn Oudere zus na, Louise begon te lachen en keek Victoire plagend aan. Victoire stak haar tong uit naar de tweeling en draaide haar weer om.
'Ik krijg je wel, klein monster van een Louis, ik krijg je wel,' mompelde ze. Gelukkig voor haar was dit het enige moment van de dag dat ze haar kleinere broer en zus zag, ze waren namelijk te klein voor naar het bal te gaan dus zorgde hun kamermeid voor de twee. Het arme meisje, realiseerde ik me nu. Ze had het ook niet gemakkelijk om voor die twee monstertjes te moeten zorgen. Ik was zo diep in gedachte verzonken dat ik niet door had dat de priester had gevraagd op te staan.

'De wijsheid is de adem
Van Gods kracht, de zuivere straling,
Van de luister van de almachtige; niet dat onrein is
Kan haar binnendringen,
In haar schittert het eeuwige licht
In haar word Gods kracht
Feilloos weerspiegel,
En zijn goedheid afgebeeld.
-Uit het evangelie van Marcus.'

Citeerde de priester, wat hopelijk het einde van deze Eucharistie betekend.
'Bedankt iedereen, laat god de heilige geest over ons neerdalen om ons te beschermen tegen het kwaad van Satan.'
'Amen,' zeiden ze, om vervolgens op te staan en de kappel te verlaten. Ik en Victoire bleven over, samen met Charles en Philip. Charles en Philip kwamen naar ons toe. Ondertussen probeerde Victoire zich uit de voeten te maken zodat ze niet bij Charles hoefde te staan.
'U ontgoochelt me, vrouwe Victoire,' begon Charles, Victoire beet op haar lip en keek kwaad naar buiten. Toen ze zich omdraaide en Charles aankeek was haar gezicht poeslief.
'Mijn excuses heer Charles, als ik u teleur gesteld heb, niemand is tenslotte perfect he?' Ik keek Philip aan die een lach onderdrukte en naar de grond keek in de hoop dat niemand hem zag.
'Ik dacht toch echt dat u nog even zou blijven, vrouwe, mijn vriend en mijn zus zijn tenslotte meer dan goede vrienden, niet waar? Zusje?' Ik keek hem vergiftigt aan.
'Noem me geen zusje,' zei ik,' je weet dat ik als eerste ben geboren.' Charles lachte, zo irritant.
'Mijn vriend heeft gelijk, laten we gaan wandelen, zo kunnen vrouwe Victoire en Heer Charles elkaar beter leren kennen.' Zei Philip, Charles en Victoire keken hem enorm kwaad aan. Philip bood me zijn hand aan die ik met plezier aan. Samen liepen we de kapel uit. Victoire en Charles liepen achter, ze zeiden niets en de sfeer was gespannen. Het leek alsof ze ieder moment elkaar in het haar konden vliegen.
'Ah, laat ze niet te veel leiden,' zei ik tegen Philip,' Victoire kan niet tegen druk.' Philip keek me aan,' ze doen er echt goed aan om even met elkaar te zijn, geloof me.' Victoire die tot dan een paar meter achter me gebleven is kwam nu naast me wandelen, ook Charles kwam aan de andere kant van Philip wandelen.
'Zijn jullie elkaar nu al beu?' Vroeg ik Victoire. Ze haalde haar schouders op.
'We hebben ontdekt dat we allebei van dezelfde boeken houden, ik wist niet dat een man zoals heer Charles zelf wan een boek afwisten,' ze keek Charles aan die met zijn ogen rolde.
'En welk boek is dat dan?' Vroeg Philip. Victoire haar ogen fonkelden,' de roze avond, van Michael Verbois,' antwoordde ze.
Charles deed een teken naar Victoire, ze knikte snel en keek weer weg.
'Ah, Isabelle, Isabelle, waarom ben je hier niet?' Zeiden ze op het zelfde moment.
'Ze is echt mijn favoriete karakter! Ze lijkt zo op mij, ze heeft dezelfde stijl, dezelfde haar kleur...'
'Daar gaan we weer,' mompelde Charles.
'Dit terzijde, ondanks heer Charles en ik zelf ook, alle twee nog geen partner hadden voor vanavond hebben we elkaar uitgenodigd.'
'Dat is geweldig!' Riep Philip uit. Victoire ging net nog iets zeggen, maar we zullen niet weten wat aangezien de tweeling aankwam.
'Victoire! Victoire!' Riepen ze.
'Oh, nee,' mompelde ze en ze leunde haar voorhoofd tegen mijn schouder aan.
'Victoire, kom mee, mama roept,' zeiden de twee in koor waarna ze elkaar verast aankeken omdat ze het op hetzelfde moment zeiden.
'Jij krijgt de kneep en ik het geluk,' zei Louis. Louise keek hem verraden aan.
'Oh, dat is niet eerlijk, Victoire! Louis kneep me!'
'Het is goed, Louis, knijp je zus niet meer en Louise, blijf uit je broer zijn neus en breng me naar mama.' De twee liepen er als de bliksem weg.
'Ik zie je vanavond, Elisabeth!' Riep ze me achter.
'Bye! Riep ik, maar ze was al weg.
'Het is nog geen slecht idee, we zouden best ook gaan, zus, voor moeder weer kwaad word.' Ik knikte en keek Philip snel aan.
'Ik zie u dan ook vanavond, heer.' Ter afscheid gaf hij me een kus op mijn wang.
'Ik zal u opwachten in de zaal van oorlog, mijn vrouwe.' Mijn wangen werden rood, gelukkig kon hij het niet zien aangezien Charles me meesleurde.
'Kom mee, anders blijf je er staan.' Ik rukte me los en keek hel geërgerd aan.
'Jaja, ik zal dat ook eens zeggen, vanavond als je met Victoire gaat,' hij keek me gekwetst aan.
'Het is gewoon vriendschappelijk, en, jij moet het uitlaken met Philip, dat zei vader.'
'Charles! Je hebt zelf gezien hoe hij is bij me, ik kan zijn hart toch niet breken?' En het mijne, wilde ik nog zeggen maar ik hield me in. Maar Charles reageerde niet leer en liep onze woonkamer in waar onze ouders al op ons wachten met de kledij voor het bal.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top