1. De brief

'Niet te hard trekken Julie!' Mompelde ik, mijn kamermeid, Julie trok mijn korset nog strakker alsof ze mijn waarschuwing niet had gehoord.
'Het spijt me vrouwe, maar het moet van uw moeder.' Ik rolde met me ogen en liet Julie door doen. De lucht werd uit mijn longen geperst en mijn handen werden wit die zich rond de paal van het bed vasthielden. Toen je de korset vijf keer rond mijn buik kon draaien legde Julie er een knoop in de touwen, ze liep weg terwijl ik even op adem kwam.
'Weet je zeker dat dit zo strak moet?' Vroeg ik haar.
'Zeker weten mijn vrouwe,' antwoordde ze. Ik stak een bruin lokje haar weg achter mijn oren, ik haatte dit stuk van de dag, me in die stomme kleren hijsen waar je nauwelijks ik kan ademen. Het is dan nog erger bij Koningin Marie Antoinette, zij was namelijk gek op kleren en mode, ze gaf er altijd een fortuin aan uit. Ze had altijd de nieuwste jurken van meneer Mormain aan of de mooiste kettingen. Ze pronkte er mee bij de andere dames. Ik zou het nooit kunnen uithouden zoals zij. Ondertussen kwam Julie af met een jurk, hij was wit met gouden details.
Ze hielp me hem over mijn hoofd te trekken. Ze deed de achterkant dicht en keek me an in de spiegel.
'Zo vrouwe, u ziet er weer prachtig uit voor vandaag.' Ik glimlachte naar haar. 'O, u hebt daar nog wat haar los,' ze nam het plukje van achter mijn oor en bevestigde het achter mijn gouden spelt.
'Dank je Julie, je bent een engel,' zei ik.
'Ah, ik doe gewoon mijn job, en voor ik het vergeet, uw moeder wil uw spreken in de bibliotheek over een half uurtje, vrouwe' zei ze.
'Ok, dank je voor het melden, je mag gaan.' Julie maakte een kleine buig en verliet de kamer.

Ik bekeek mezelf nog eens goed in de spiegel, ik legde mijn hand op mijn buik en greep met mijn andere hand de leuning van de stoel vast. Mijn moeder kan zeggen wat ze wil, deze korset zat veel te strak. Het zonlicht verlichtte de kamer, het zomer motiefje waarin de kamer is bekleed oogde mooi, hij had ook een winter motiefje. Dus we verwisselden elk jaar de meubels, gordijnen en behang twee maal. Ik keek naar buiten en zag verschillende mensen in de tuinen lopen, sommige te paard andere te voet. De tuin was immens, ik hoop om er nog eens door te wandelen vandaag, gewoon om de tijd te kunnen laten passeren. Het waren namelijk lange dagen, hier in het kasteel.
Er klopte iemand op mijn deur, ik keek op, maar zei niets, nog even. Tot er weer werd geklopt.
'Ja?' Vroeg ik, de deur opende zich voorzichtig, Julie stond in de deur opening, haar korte roste haar zat weg gestoken in haar bediende hoedje.
'Wat is er? Julie?' Vroeg ik, Julie haar wangen werden wat rood,
'Het spijt me voor te storen, vrouwe, maar ik moest u een brief komen brengen, van mijn heer Philip van Noailles,' Philip was een goede vriend van mijn broer, echt, ze waren de beste vrienden, ook waren ik en Philip een koppel, het was nog niet lang, en we wilden het ook geheim houden. Hij is tenslotte familie van de koning, zijn moeder is de koning's nicht. Zei reikte de brief naar me uit terwijl ze naar de grond staarde. Ik nam de brief aan en keek wat er op de Enveloppe stond.

Voor vrouwe,
Elisabeth Isabelle Marie Villeneuve.

Ik knikte naar Julie dat ze mocht vertrekken, ze knikte en sloot de deur achter zich. Toen ik de klik hoorde maakte ik de enveloppe open, ik haalde de brief eruit en begon hem te lezen.

Mijn lieve vrouwe Elisabeth,

Ik kwam u melden dat ik me vorige avond heel erg had geamuseerd, het was een enorme eer om met u te mogen dansen in de spiegel hal van het paleis. Sommige zeggen dat de hal het mooiste deel van het paleis is, maar volgens mij bent u dat, mijn vrouwe. Ik weet dat u bang bent om onze liefde in het openbaar te uitten en dat begrijp ik ten volle.

De tuinen van het paleis zijn weer eens onderhanden genomen, wat u vast wel hebt vernomen, ze zijn terug op hun mooist, de bloemen zijn terug in volle bloei met de voorbije winter, ze geven hun volle kleuren. Onze geliefde koningin Marie Antoinette had vandaag weer prachtig gekleed, haar jurk had dezelfde kleuren als de mooie bloemen in de geliefde tuin.

En over ons gesprek van gisteren avond moet ik u teleurstellen, ik ben eens na gegaan en het was wel Lodewijk de dertiende die het eerst als een jacht paviljoen bedoelt had, het was uiteindelijk Louis de dertiende die het uitbreidde, samen met de andere van zijn afstammelingen tot wat het nu is.

Mijn beste Elisabeth, zou u mij een gunst willen doen om samen met mij bij zonsondergang door de geliefde tuinen van het kasteel te wandelen? Het zou me een plezier zijn uw schoonheid nog eens te mogen bewonderen.

Met vriendelijke groetjes,
Heer Philip, uw partner.

Nadat ik de brief had gelezen, en nog eens, was ik in de zevende hemel, was Philip geen charmeur? Mijn god, ik plooide de brief en stak hem terug in zijn Enveloppe die ik vervolgend in de lade van mijn bureau stak. Ik moest zo snel mogelijk een brief terug sturen, dat ik graag op zijn verzoek om me mij door de tuinen te wandelen graag zou beantwoorden. Ik nam een blad dat wat verder lag en mijn veer, ik dopte het in de inkt tot er weer op mijn deur werd geklopt.
'Ja?' Zei ik weer, konden ze me dan niet even met rust laten?
Julie kwam binnen met haar hoofd naar de grond gericht, ze maakte een kleine buiging ter begroeting.
'Sorry voor het storen, vrouwe, maar uw moeder roept,'
Ik zuchtte, moest dat perse nu? Ik legde mijn pen neer en stond op. Julie ging de gang in, volgen zeker? Op het einde van de gang sloeg ze af naar rechts. Toen ik aankwam zag ik dat we in de bibliotheek waren. Er stonden meters hoge kasten met vele boeken, de gezellige zetels, kussens en tafels waren afgewerkt met gouden detailes. Aan de muren gingen schilderijen van mensen die ik niet ken. Mijn moeder zat in de zetel met een boek op haar schoot. Ze had een gele pof jurk aan en één van haar lelijke grijze pruiken op. Julie verliet de bibliotheek, toen de deur dicht klikte keek mijn moeder op.
'Ah,Elisabeth, daar ben je, ik dacht al dat je niet ging komen.'
'Je wilde me spreken? Moeder?' Ik negeerde haar begroeting, als ze je ergens naartoe riep betekend het dat ze iets van je nodig had.
'Ja, ja inderdaad, ik wilde het met je hebben over je relaties,' begon ze. Oh, nee, daar was ze weer. Ze zei altijd hetzelfde: Als vrouw kan je je niet vroeg genoeg voorbereiden op de dag dat je zal worden uitgehuwelijkt.
'Je kan niet altijd met Victoire blijven rondhangen.' Deed ze door, Victoire was mijn beste vriendin hier in het paleis. Ze was altijd over alles Enthousiast, altijd hipper actief. Daarom was ze mijn vriendin.
'Maar moeder, ik ben nog maar vijftien, en ik kan toch niet naar een ander land gaan om met een man te trouwen dat ik niet ken, laat staan dat ik van hem hou.'
'Ah, Elisabeth, als iedereen het kan kan jij het ook, ik heb ook van je vader leren houden.'
'Maar moeder, je begrijpt het niet ik....'
'Geen tegenspraak Elisabeth! Je weet hoe het gaat, het is heel normaal, zeg me nu één reden waarom het niet zou kunnen.' Ze keek me streng aan, ik voelde mijn wangen rood worden, ik wist dat dit moment ging komen, en ik haatte het.  
'Ik ben al ban iemand anders,' mompelde ik. Mijn moeder hapte naar adem. 'Wat bedoel je? Van iemand anders?' Ik keek naar de grond, om haar blik niet te moeten zien, maar ik voelde hem in mijn nek branden.
'Heer Philip heeft me gevraagd of ik zijn vriendin wil zijn, en ik heb ja gezegd.' Mijn moeder keek me met open mond aan. Ze stapte naar me toe, haar pruik wiebelde heen en weer op haar hoofd. Ze nam mijn hand vast en haalde mijn hoofd naar boven, zodat ik recht in haar ogen kon kijken. Ik zag niets meer van de woede, alleen bezorgdheid.
'Jij moet echt oppassen met heer Philip, één misstap en we liggen Versailles uit, ik zal het nog eens bespreken met je vader.' Ik keek haar geschrokken aan,' nee moeder, zeg het alstublieft niet tegen vader, als hij het weet dan.....' ze hief haar hand het teken dat ik moest zwijgen.
'Ik dul geen tegenspraak meer Elisabeth.' Ik keek naar de grond, ze liep terug weg en legde haar boek op een tafel, ze las blijkbaar de geheimen van Poëzie, ik begrijp niet dat mensen poëzie leuk vonden, kleine tekstjes zonder verhaal, zonder boodschap.
'Ga maar, Elisabeth, en zeg tegen je broer dat we na zonsondergang eten.' Ik knikte en draaide me om naar de deur. Ik keek een laatste keer om en zag mijn moeder met haar rug naar me gedraaid, haar handen omklemden een ketting met een diamanten ring om, mijn vader had die haar gegeven. Ik wende mijn blik af en liep snel door.
Julie had blijkbaar staan wachten aan de deur, aangezien ze klaar stond.
'Hoe ging het mijn vrouwe?' Vroeg ze ik keek haar aan, ze sloeg direct een hand voor haar mond. 'Het spijt me, ik had het niet mogen vragen,' zei ze.
'Het is niets Julie, en het ging niet goed, maar dat gaat je niets aan, eh.... wil je zeggen tegen Charles dat we eten na zonsondergang?' Vroeg ik, Julie maakte een kleine buiging.
'Natuurlijk mijn vrouwe,' en ze beende snel weg.

Terug in mijn kamer ging ik achter mijn bureau gaan zitten, ik nam mijn pen weer op en begon te schrijven.

Mijn lieve heer Philip,

Ik kan u ook zeggen dat ik me vorige avond heel erg hem vermaakt, het was een erg leuk feest, en u kan ook heel erg goed dansen, en bespaar me je versier trucjes. Daarmee kan je me niet erg verlijden. En over onze liefde uitten in het openbaar, daar is het te laat voor, mijn moeder is er namelijk achtergekomen en zal het bespreken met mijn vader, het ziet er niet roos kleurig uit voor ons.

Ik heb inderdaad al vernomen dat de tuinen onderhanden genomen zijn, ik hoop dat ze de warme zomer in Versailles zullen overleven, de bloemen doen er niet goed aan, het warme weer en weinig water. We zouden er inderdaad nu beter van genieten, je weet nooit wat komt.

Over wie het kasteel heeft gesticht wist ik natuurlijk niet zeker, geschiedenis is dan ook niet mijn beste vak, en dat heeft mijn gouvernante ook al gezegd, maar blijkbaar vond u het de moeite om mijn stellingen na te gaan. Ik wist niet dat geschiedenis u zo interesseerde.

Heer Philip, natuurlijk wil ik samen met je door onze tuinen wandelen, het zou me ook een eer zijn, u kunt me verwachten de latona vijver rond zonsondergang, ik hoop dat u er zal zijn.

Met veel liefde,
Vrouwe Elisabeth

Ik plooide de brief netjes op en stak hem in een enveloppe. Op de ommezijde schreef ik zijn naam, net zoals hij bij mij deed. Alleen wist ik niet al zijn namen.

Voor heer,
Philip van Noailles.

Ik nam de enveloppe op en ging mijn kamer uit, ik keek links en rechts op de gang. Maar er was niemand te zien, zo stil als maar kom liep ik de stenen vloer over. Dieper het kasteel in. Het plafond werd meer versiert en de kroonluchters waren zwaarder. Toen ik voor zijn deur stond luisterde ik even, als ze iemand binnen was. Er klonken zenuwachtig voetstappen heen en weer, ik schoof de brief onder de deur en liep zo snel mogelijk weg. Ik hoorde,dat de deur van Philip zijn kamer geopend werd en daar stond hij, zag ik en de weerspiegeling van de ramen, zijn zwarte haar lag keurig weg en zijn donkere ogen spraken boekdelen. Hij had een net pak aan met een hoge hoed. Hij wilde me na roepen maar hield zijn mond. En toen liep ik de hoek om.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top