Hoofdstuk 8

Nadat we Iskander uit de boom hebben gekregen, zijn we terug gekeerd naar de plek waar we vandaan kwamen. Eenmaal daar hebben we ruim twintig minuten moeten staan wachten op onze andere mede eerstejaars.
'Beste mensen, ik vraag jullie mee te komen naar binnen. Het is bijna vijf uur en zoals jullie zelf ook al zien begint het al te schemeren,' mededeelt Qasin ons allemaal. Vervolgens loopt hij zelf voorop. We volgen hem allemaal en lopen terug richting de academie.

Samen met de net nieuwe vrienden van nog geen één dag, loop ik naar de leefruimte die de academie heeft. We lopen al gauw de leefruimte in. Mijn mond valt meteen open, van de grootte van de de leefruimte. Ook die van de andere eerste jaars, die de leefruimte binnen stappen.
'Zeg, loop door. Brugpiepertjes!' roept iemand van achteren, waarna er gemompel klinkt van andere mensen.
Dan krijg ik plots een harde duw van rechts, tegen mijn schouder. Ik bots tegen Sky op, die me overeind weet te houden.
'Dankjewel,' bedank ik hem, maar krijg niet direct een reactie terug.
Aan mijn rechterzijde snelt er een lange vrouw voorbij. In haar voorbij gaan, zag ik dat het niet de zus van Nyrah is.
'Kijk zelf eens uit, joh!' roep ik naar haar.
Ze staat abrupt stil en draait zich met een harde ruk om. Haar ogen zoeken naar de gene die het zei, waarna ze uiteindelijk bij mij uit komen. Haar lippen vormen een streep, terwijl haar ogen wat dicht geknepen worden. Dan komt ze met grote passen op me afgelopen.
'Wat zei jij, brugpiepertje? Herhaal het nog eens, als je durft?', vraagt ze vervolgens uitdagend aan me, maar wel op een geïrriteerde toon.
'Dat je zelf moet uitkijken,' antwoord ik en mijn rechter mondhoek krult wat omhoog. 'En heb een beetje geduld met ons.'
'Jaja! Je denkt dat je grappig bent!' buldert ze zowat tegen me.
Ik voel een windvlaag in mijn gezicht slaan. 'Zij heeft het lucht element,' schiet er door mijn hoofd heen. 'En die beheerst ze aardig goed.'
'Nee hoor, ik heb gewoon zo mijn punt,' reageer ik op een rustige toon tegen haar.
'Je bent gek. Niemand spreekt Olga aan op haar gedrag,' zegt ze met een luide stem, om de andere eerste jaars de schrik op het lijf te jagen.
'Goh, dat klinkt wel dat sprookje van Maleficent of Matilda,' gniffel ik en leg een hand op mijn mond.
Weer slaat er een windvlaag in mijn gezicht.
'Accepteer maar beter dat wij hier ook zijn en dat je niet alleen op Zutalia leef. Probeer er maar mee te leren leven. En euh, beheers je element. Het is niet netjes om een eerste jaar met je windvlagen te belagen met die irritante slagen,' zeg ik vervolgens, waarna haar ogen groot worden en me stomverbaasd aankijken.
'Je zult de aankomende dagen en zelfs jaren nog heel wat beleven. Asara Edur,' sist ze vervolgens. 'Al ben je heel wat, toch ga je niet ver komen.'
Dan loopt ze weg, verder door de leefruimte. Ik kijk haar verbaasd na.
'Wat bedoelt ze met "Al ben je heel wat, toch ga je niet ver komen"?', vraagt Nyrah  aan me.
Ik haal mijn schouders op. 'Laat staan dat ik niet eens weet, dat ze mijn naam weet en kan uitspreken,' merk ik op.
'Raar mens,' zegt vervolgens Joran.
'Zeg dat wel ja,' reageert Sky op Joran.
Vervolgens lopen we naar een bank en laten ons er op neer ploffen.
'Ach, laten we het vergeten,' zeg ik om het onderwerp af te sluiten.

Na ongeveer tien minuten klinkt er een vreemd geluid. Het is net als een kookwekker. We schrikken op en kijken geschrokken rond. Alle tweede en latere klassen staan op, waarna ze de leefruimte verlaten.
'Laten we hun volgen,' stel ik voor, waarna ik ook opsta.
'Is goed,' stemmen de anderen mee in en volgen mijn voorbeeld.
We verlaten de leefruimte en volgen de andere klassen naar een eetruimte.
'Lina, wat is er aan de hand?', vraagt Nyrah aan haar zus, die toevallig voor ons loopt.
'Niks ernstigs, we gaan avond eten met zijn allen,' beantwoordt haar zus haar vraag.
'Oef, dat scheelt. Ik schrok me rot namelijk,' merkt Nyrah op.
'Begrijp ik, ik hoop dat de rest van jullie mede leerlingen de avondbel snappen,' zegt Lina tegen haar.
'Ik hoop het ook,' merkt Sky op, die mee luistert.
Niet veel later zitten we met alle eerstejaars aan de tafel, die voor de eerstejaars is bedoeld.
'Wat fijn iedereen weer te zien. Ik hoop dat jullie het naar jullie zin hebben en inmiddels vriendschappen hebben gesloten. Maar, voordat we gaan beginnen heb ik slecht nieuws. Nadat alle eerstejaars Verstop en zoek hebben gespeeld in het bos, zijn we weer naar binnen gegaan. Helaas, zijn we niet compleet. We missen één eerste jaar. Er is al een gespecialiseerd persoon aan het zoeken in het bos. Verder heb ik niks meer te melden en wens ik jullie nog eetsmakelijk en geniet van het eten,' verteld Qasin ons. Zodra hij uitgepraat is, worden alle leerlingen onrustig.
'Hoe dan?', vraagt Sky geschrokken aan ons.
'Geen idee, misschien is die gene verdwaald?', zegt Nyrah, maar meer als een vraag.
'Maar wie is het dan?', vraagt Joran. 'Ik heb geen idee wie we missen.'
Ik zit zelf een beetje voor me uit te staren, maar plots zie ik een beeld voor mijn ogen. Mijn omgeving verdwijnt en veranderd in het bos, van waar we het spel hebben gespeeld.
Ik zie dat ik door het bos ren en bang om me heen kijk. Alles lijkt levens echt en ik hoor mezelf zwaar ademen. Wat is dit?
Terwijl ik weet dat ik stil zit, zie ik hoe ik aan het rennen ben en zoekend om me heen kijk. Waarschijnlijk zoek ik de uitgang van het bos. Dan plots zie ik een schim naast een boom. Nieuwsgierig loop ik erop af, maar plots beweegt de schim mijn kant op en ik draai me met een ruk om. Ik ren weg van de schim en begin gehaast te ademen. Terwijl ik weg ren van de schim, draai ik me een aantal keren om. De schim is eerst een eind van me vandaan, maar daarna komt die steeds dichterbij. Ik struikel en val voor over. Alles gaat heel snel en dan plots verdwijnt het beeld voor mijn ogen en ben ik weer terug in de eetzaal.
'Alles goed Azara?', vragen mijn vrienden bezorgd.
Ik weet er niet goed op te antwoorden en staar verward voor me uit.
'Hallo, Azara?', vragen ze aan me en proberen mijn aandacht te trekken door voor mijn ogen te zwaaien.
'Heu, wat?!' vraag ik verward.
'Alles goed?', vraagt Sky bezorgd aan me.
'Oh, ja hoor,' antwoord ik snel, maar geraak weer terug in mijn eigen gedachten.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top