Hoofdstuk 7

Terwijl ik mijn ogen stijf dicht geknepen hou, voel ik nog altijd niet de grond. 'Het is vast een lange val,' denk ik in gedachten.
'Oef, dat scheelde niet veel,' klinkt er een bekende stem. Het is een jongensstem en verbaasd doe ik mijn ogen open. Mijn ogen ontmoeten twee prachtige zilverkleurige ogen.
'Euhm, hey,' zeg ik een beetje awkward en kijk weg, waarna ik een zwarte pluk haar achter mijn oor strijk.
'Hey, ben je in orde?', vraagt hij bezorgd.
'Owh, ja. Ik ben in orde. Alleen ik euhm...,' begin ik, maar val stil en voel me verlegen worden. 'Man, dit heb ik nog nooit gevoeld!' schiet er door mijn hoofd heen.
'Owh, sorry! Ik zal je al neerzetten,' zegt hij, vriendelijk en beleefd. Hij doet wat hij zegt en laat mijn benen zakken, waardoor ik niet veel later op mijn eigen voeten sta.
'Bedankt, euhm... Wat is je naam?', bedank ik hem, maar weet niet zo gauw zijn naam. Nyrah had me wel vertelt wie, wie is. Alleen heeft mijn hoofd het niet echt goed opgeslagen.
'Excuus, Sky is de naam,' stelt hij zich vluchtig voor een buigt wat voorover. 'En wat is jouw naam?'
'Azara, aangenaam,' antwoord ik en glimlach verlegen, waarna ik gauw weg kijk en vragend naar de andere jongen kijk.
'Oh, sorry! Vroeg je wat aan mij?', vraagt hij wat lacherig aan me, met een speelse glimlach.
'Zeker,' reageer ik alleen als antwoord.
'Oh, excuus. Maar wat vroeg je dan precies? Kan je het herhalen?', vraagt hij vluchtig.
'Jij hebt dus niet echt goed staan opletten,' zucht ik, waarna ik Nyrah op haar toeter hoor knijpen, om iedereen te laten weten dat ik gevonden ben.
'Wat is je naam?', vraag ik aan hem, ondanks ik hem alleen die vraag met een blik wierp.
'Owh! Sorry. Ik ben Joran,' antwoordt hij, schaapachtig. 'Jij?'
Nogmaals zucht ik. 'Azara,' antwoord ik dus ook zuchtend, wanhopig dat hij dat ook niet mee had gekregen.
'Je, had al getoeterd neem ik aan?', vraagt Joran aan Nyrah.
'Jemig, man! Let nou toch eens beter op. Ik heb al lang getoeterd!' roept ze geïrriteerd uit.
Ik gniffel even om haar. 'Waarom ben je dan met hun ook mee gegaan om mij te zoeken?', vraag ik vervolgens.
'Omdat ik niet alleen wou lopen, ik niet met onbekende mensen op stap wou en ik hun ken,' legt ze me kort maar krachtig uit.
'Je gaat met ze mee als ze al vervelend zijn?', vraag ik, niet begrijpend waarom ze met hun optrekt. 'Een tijdje terug duwde ze ons aan de kant, om als eerste buiten te kunnen zijn.'
'Klopt, maar ik moet me er maar gewoon bij neerleggen dat ze vervelend kunnen zijn. Ze kunnen ook best aardig zijn,' zegt ze vervolgens.
'Laten we terug gaan naar Qasin,' merkt Sky op en begint al vooruit te lopen.
We knikken instemmend en volgen zijn voorbeeld.

Na tien minuten komen we het bos uitgelopen. Qasin staat er nog altijd zoals gewoonlijk op dezelfde plek, waar ik hem trof voordat ik het bos inliep.
'Dat is al vlug,' merkt hij meteen op.
'Het had ook langer kunnen duren als ik niet hoger had willen gaan,' reageer ik.
Hij moet er kennelijk even om lachen. 'Mijn excuus,' zegt hij daarna gauw.
Een twintig minuten later komen alle andere eerstejaars ook het bos uitgelopen. Ze kijken me verward aan en veel eerstejaars vragen aan mij waar ik in hemelsnaam verstopt zat. Ik grinnik en antwoord met:' in een boom.' Lang niet iedereen snapt hem en vraagt of ik ook letterlijk in een boom zat, maar daar reageer ik expres niet op. Ik vind het wel grappig dat iedereen spontaan verward is.
'Doen we nog een potje?', vraag ik aan Qasin, nog net niet smekend.
Hij draait zijn pols een slagje om en kijkt op zijn zilveren horloge. 'Het is drie voor half vijf. Even denken, we kunnen nog één potje doen. Maar dan mag wel iemand anders zich verstoppen. Azara jij mag kiezen wie,' zegt Qasin vervolgens.
Ik schrik en bekijk alle mensen. Er waren net veel mensen die het leuk leken om mee te doen. 'Jij daar, met dat platina blonde haren,' zeg ik dan vervolgens en wijs naar de persoon. De persoon die ik aanwijs draait zich verrast om en kijkt me vragend aan. Het is een jongen met fel blauwe ogen.
'Iskander, is de naam hoor!' roept hij verontwaardigd uit.
'Prima, Iskander mag zich verstoppen,' zeg ik, grinnikend.
Hij kijkt me even ongeloofwaardig aan, maar rolt daarna met zijn ogen. 'Serieus?', hoor ik hem zachtjes zich afvragen.
Ik reageer er niet op en zie Qasin zijn aandacht op hem richten. Hij verteld wat aan hem, waarschijnlijk met wat ik ook te horen heb gekregen.
'Draai jullie allen maar om. Ik geef weer een seintje als jullie hem mogen gaan zoeken,' zegt Qasin vervolgens.
We doen allemaal wat hij zegt en draaien met onze rug naar hem en Iskander toe. Er klinkt nog wat gemompel, maar daarna klinken er voetstappen die langzaam weg ebben.
'Ja, jullie mogen je omdraaien en gaan zoeken,' zegt Qasin tegen ons. 'Wij toeteren als het tien voor vijf is. Dan moet iedereen direct hierheen komen en gaan we gezamenlijk terug naar binnen.'
Iedereen stemt in of knikt en dan komen we als één grote groep in beweging. Samen met Nyrah, Sky en Joran begin ik een sprintje te trekken. Tot mijn grote verbazing ben ik veel sneller dan hun. Zal dat door mijn element komen? Vuur verspreidt zich immers als een lopend vuurtje.
'Zeg, Azara! Niet zo snel meid!' roept Sky naar me.
Ik stop met rennen en draai me om, terwijl ik hun nog ver van me vandaan zie aankomen rennen. Beschamend blijf ik even staan.
'Mijn excuses,' zeg ik vervolgens, zodra ze voor mijn neus staan.
'Je element is zeker vuur,' zucht Joran.
'Klopt. Trouwens, wat is jullie element? Misschien moeten we dat maar eens van elkaar weten, dan kunnen we Iskander nog sneller opsporen,' stel ik voor en zie hun instemmend knikken.
'Prima plan. Mijn elementen is water,' zegt Nyrah met een glimlach.
'Aarde,' zegt Joran, maar een beetje stug.
'En ik lucht. Dus we hebben allemaal iets nuttigs,' zegt Sky enthousiast.
'Dan vormen we een goed groepje!' roept Nyrah vrolijk uit.
'Help!' klinkt er van boven ons hoofd. We kijken allemaal op en tot onze verrassing zien we Iskander aan een tak, ondersteboven bungelen. Eén van ons toetert meteen.
Ik ben de eerste die in de lach schiet en rol zowat over de grond van het lachen. Het ziet er zo komisch uit. De andere schieten niet veel later ook in de lach.
'Wat lachen jullie nou? Kom me helpen!' roept hij wanhopig uit.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top