23
''Zoals jullie allemaal weten is het bijna vakantie,'' zegt Rennick blij. ''Wat betekent dat jullie concentratie vandaag niet helemaal optimaal is. Dat weet ik. Daarom wil ik jullie nog een paar dingen uitleggen voordat ik de les zal voortzetten.''
Rennick's haviksogen vliegen vanachter haar groene brillenmontuur vluchtig het atelier af om te controleren of we allemaal wel opletten. Ze doen me denken aan de ogen van Jared's geschilderde feniks. Zo sterk en zelfverzekerd dat ze bijna kunnen doden. Als ze ons van te voren waarschuwt dat iets belangrijk is weten we dat we haar de volledige aandacht moeten geven.
''Mevrouw van het Zand, telefoons in de tassen alsjeblieft,'' waarschuwt Rennick Amber, die tegenover mij op haar telefoon bezig is, in het uiterste hoekje van het lokaal. ''Appen doe je maar buiten mijn les.''
Amber zucht geïrriteerd en stopt haar telefoon weg in haar broekzak. Haar ijzige ogen lijken Rennick wel tot ijs te willen bevriezen terwijl ze ijdel haar blonde haren over haar schouder naar achteren gooit. Alessia en Amy rollen met hun ogen alsof ze te goed zijn voor de docente, waarna Rennick ongestoord haar les voortzet. Ze loopt het lokaal rond, waardoor het geklik van haar hakken het enige hoorbare geluid in de ruimte is. Niemand durft wat te zeggen.
''Zoals jullie al van mevrouw Mackenbach gehoord hebben, tijdens de introductie van een paar maanden terug, worden jullie eindstukken dit jaar beoordeeld door een vakjury,'' begint ze haar uitleg. ''Aangezien één van jullie dit jaar de aanvullende beurs zal winnen.''
Na haar woorden klinken er een paar verwachtingsvolle 'oeh's' en 'ah's'. Isabella wisselt lachend een blik uit met Jill, die naast haar zit en bij Rennick's woorden gelijk begint te stralen.
''Ik wil dat jullie deze les hard na gaan denken over het stuk wat je aan het einde van deze periode gaat inleveren. Natuurlijk mag je er meerdere inleveren als je niet kan kiezen, maar wees kritisch op je eigen werk.''
Een slecht gevoel bekruipt me gelijk, waardoor ik niet zo goed weet wat ik moet doen. Het liefst ga ik één op één een gesprek aan met Rennick, aangezien ik nog steeds het idee heb dat ik hier niet thuis hoor. Al mijn pogingen tot kunst mislukken en Jared's lessen hebben nog geen wonder verzorgt de afgelopen paar weken.
''Vergeet niet je eindstuk aan te melden voor de wedstrijd van dit jaar. Als je het niet doet ben je automatisch gediskwalificeerd, wat betekent dat je geen kans meer maakt op de aanvullende beurs van dit jaar,'' legt ze uit. ''Is er nog iemand met een belangrijke vraag?''
Ik wissel vraagachtige blikken uit met Jared, die weet dat ik graag even met Rennick wil praten, maar zelfs zijn aanmoedigende knik richting de kunstdocente kan me niet overhalen het te vragen.
''Uhm, mevrouw Rennick? Lena heeft een vraag. Dat zei ze net nog tegen me voordat de les begon,'' zegt Jared, waarna ik hem het liefst uit het raam wil gooien om hem voor altijd zijn mond te snoeren. Nee, natuurlijk wil ik dat niet!
Mevrouw Rennick loopt mijn kant uit en lacht vriendelijk naar me. Haar vers gestifte rode lippen intimideren me nogal wat wanneer ze verwachtingsvol mijn antwoord afwacht. Ik kan niet anders dan opbiechten.
''Ja, eh, ik wilde u graag nog wat vragen over mijn idee voor het eindstuk, alleen denk ik dat dat beter onder vier ogen kan,'' zeg ik twijfelend.
Ik kan de ogen van de studenten in de zaal gewoon door mijn rug heen voelen steken. Rennick knikt begrijpelijk, waarbij ze haar rustig op en neer knikt met haar hoofd.
''Dat is geen probleem. Als de rest alvast begint met de voorbereiding van het werk kom ik zo bij iedereen nog even langs om te vragen wat jullie plannen zijn. Dus, aan het werk nu,'' zegt ze.
Ze klapt twee keer in haar handen, waarna een merendeel van de studenten opstaat om hun benodigde verf en kwasten te halen. Sommige maken zelfs een stuk met wol, glas en vilt. Rennick wenkt me met haar mee te lopen. Ik sta op van mijn kruk zodat ik haar naar de gang kan volgen.
''Je eindstuk?'' vraagt ze geïnteresseerd, als de deur van het atelier achter mij dichtvalt.
Ze zet haar bril wat rechter op haar neus wanneer ze haar vraag stelt. Ik durf haar bijna niet om hulp te vragen.
''Nou, uhm, ik heb geen idee wat ik moet. Ik voel me het hele jaar al zo slecht over mijn kunst en.. nou ja, ik weet gewoon echt niet meer hoe ik verder moet,'' zeg ik eerlijk.
Rennick slaat haar armen over elkaar heen terwijl een serieuze blik haar wenkbrauwen naar binnen beweegt.
''Ah. Ik begrijp je volkomen,'' zegt ze eerlijk. ''Maar je moet weten dat wij daar als artiesten allemaal last van zullen hebben. Al is het nu, of pas over een paar jaar. Er zal altijd een dag zijn in je leven dat je je gaat afvragen waar je eigenlijk mee bezig bent.''
Ik knik, aangezien ik haar standpunt wel waardeer, maar ergens hoop ik dat ze me kan vertellen wat ik dan moet doen.
''Is dat slecht? Dat ik daar nu al mee zit?'' vraag ik verward.
Rennick lacht lief en schudt van niet.
''Natuurlijk niet Lena. De meeste kunstenaars hebben er pas op latere leeftijd last van, zover ik weet maar het is juist fijn dat je er nu al bij stilstaat. Dan weet je in ieder geval of wát je nu precies doet het juiste is,'' legt ze uit.
''Toen ik even oud was als jij, wat trouwens al best een tijdje terug is, dacht ik dat ik de beste was van mijn klas. Ik haalde de beste cijfers en werd gewaardeerd om hetgeen wat ik kon, maar ik wist eigenlijk nog niet zo goed wat ik precies aan het doen was. Je moet er niet achter komen waarom iets niet lukt, zeker niet als je aan dit vak begint. Nee, je moet er juist minder over na gaan denken,'' vertelt ze.
Wacht, nu ben ik in de war. Eerst zegt ze dat het juist goed is dat ik nu al stilsta bij dit probleem en daarna zegt ze dat ik er juist niet over na moet denken?
''Ik moet er niet over nadenken?'' vraag ik vaag. ''Dat is hetzelfde als zeggen dat je niet aan een roze olifant moet denken! En dan denk je juist aan een roze olifant!''
Rennick grijnst eigenaardig, alsof ze iets weet waar ik nog zelf achter moet komen.
''Precies ja. Dat is exact wat ik je probeer te zeggen. Laat dat denken gewoon even gaan,'' adviseert ze me. ''Wacht tot kerst en relax eens voor een tijdje. Ik heb je werken gezien tot nu toe, Lena, en zo slecht zijn ze helemaal niet, maar ik weet gewoon dat je beter kan.''
Het komt hard aan om van Rennick te horen dat ze wéét dat ik beter kan, alsof het een soort bevestiging is van wat ik het hele jaar lang al vrees. Ik weet dat ze me probeert te helpen, maar het is lastig als je de weg kwijt bent en je ouders ook nog op je hielen zitten.
''Ik weet dat ik beter kan.. het is gewoon vervelend dat het me steeds niet lukt,'' zeg ik.
Een eenzaam gevoel van falen overvalt me, waardoor ik bijna spontaan in huilen uitbarst en mijn keel met de seconde droger wordt, maar ik laat de tranen niet toe. Ik ben verdomme net twintig!
''Dat begrijp ik,'' zegt Rennick.
Ze brengt haar hand naar mijn schouder en wrijft zachtjes heen en weer, ten teken dat ze daadwerkelijk met me probeert mee te leven.
''Misschien moet je je gewoon minder zorgen gaan maken. Ik durf het eigenlijk niet nu al te zeggen, maar met de werken die je tot nu toe gemaakt hebt haal je het tweede jaar nog net. Ik wil je echt niet omlaag halen of bang maken, want ik weet wat voor een enorm talent je hebt, maar probeer wat er dan ook in dat koppie van je omgaat even uit te zetten. Doe gewoon waar je het beste in bent.''
Ik knik, maar durf verder niets meer te zeggen. Ik ben bang dat ik dan echt moet huilen en daar heb ik al helemaal geen behoefte aan.
''Dank je,'' zeg ik tegen Rennick, die me maar moeilijk aan blijft kijken. ''Ik eh, ik kom er wel uit.''
Zonder nog een woord te zeggen open ik de deur van het atelier en loop ik weer naar binnen. Meerdere ogen kijken me aan alsof ik ineens konijnenoren op mijn hoofd heb groeien, maar de enige ogen die me gerust kunnen stellen zijn die van Jared, die ondanks alle nieuwsgierige blikken gewoon lief naar me lacht.
Hij heeft in de tussentijd zijn eigen ezel erbij gepakt en is aan het werk gegaan met een nieuw doek. Hoe hij altijd iets kan bedenken om te schilderen is voor mij een raadsel. Ik zucht wanneer ik weer achter mijn eigen ezel kruip en haal mijn neus op. Ik hoop niet dat ik ziek ga worden van het koude winterweer buiten.
''En? Wat nu?'' vraagt Jared bedachtzaam.
Hij houdt zijn kwast expres omhoog. Aan de haartjes kleeft een dikke klodder donkerrode verf. Hij grijnst. Waarschijnlijk denkt hij terug aan onze eerste ontmoeting. Ik doe dat tenminste wel. Ik zie nog steeds zijn rug mijn kant op gekeerd staan en zijn prachtige krullen die door het open raam vredig wat heen en weer hadden bewogen. De eerste keer dat ik zijn prachtige ogen gezien had was ik voor even al volledig verdwaald geweest in hém en zijn aanwezige uitstraling. Zo transparant en zo beeldschoon.
''Leen?'' zijn stem haalt me uit mijn dagdroom.
''O, eh. Rennick was best subtiel, op haar eigen manier tenminste,'' is alles wat ik tegen hem zeg.
Ik durf hem niet te vertellen dat ik op dit moment nog maar net over zal gaan naar mijn derde studiejaar. Het doet te veel pijn om er überhaupt over na te denken. Jared trekt zijn kwast weer naar beneden en legt deze neer op de houten balk van zijn ezel.
''Subtiel? Waarover? Zei ze wat over je werken dan?'' vraagt hij door. ''Ik hoop alleen maar positieve dingen?''
Ik schud afwezig mijn hoofd heen en weer in een stille, pijnlijke nee.
''Nee, het tegenovergestelde,'' zeg ik zacht. ''Jer, als ik niet snel mijn fucking muze vind haal ik het niet.''
Mijn keel is nu zo droog dat ik moet hoesten. Ik sla mijn hand voor mijn mond en kuch, totdat het stopt.
''Gaat het wel met je Leen? Je ziet zo bleek en je bent zo.. stil? Moet ik je anders naar je kamer brengen? Rennick vindt het vast niet erg als ik even met je meeloop en dan kunnen we –''
''Nee, het gaat wel Jer. Maak je geen zorgen. Ik, uhm, ik moet toch nog met Abby praten voordat ze naar haar moeder gaat vanavond. Zullen we morgen anders alvast de stad langs gaan om te shoppen voor onze eenzame kerstavond?'' stel ik voor.
Jared is nog steeds erg bezorgd over mijn gezondheid, maar laat het onderwerp voor wat het is. We kennen elkaar nu zo goed dat we van ieder van ons weten wanneer we ons wél en niet echt zorgen hoeven te maken. Jared staat op van zijn kruk zodat hij de mouwen van zijn witte bloes op kan stroken en wat dichterbij me kan komen.
''Tuurlijk,'' zegt hij lief. ''Maar alleen als jij snel je bed in duikt, Julia.''
Ik weet niet wat het is, maar zijn bezorgdheid en de zorgzame blik in zijn ogen doen het rare gevoel in mijn onderbuik wat vervagen.
''Ja, ja, 'pap','' zeg ik plagerig.
Jared trekt me aan mijn hand op van mijn stoel, zodat hij nog dichter naar me toe kan leunen.
''Beloof me dat je me nooit meer zo noemt?'' vraagt hij, vies van de gedachte alleen al.
''Je kan nooit iemand vertrouwen hoor en je weet nooit wanneer iemand liegt,'' zeg ik, terugdenkend aan ons gesprek samen op het dakterras van De Galerie. ''En dat zijn jouw woorden.''
Jared kantelt mijn gezicht omhoog met één van zijn handen , zodat hij me kort daarna een kus kan geven op mijn lippen, en lacht door de zoen heen. Ik giechel er zelf ook een beetje van wanneer zijn andere hand zich naast mijn wang vestigt. Ik hoor sommige studenten een rij achter ons gelijk roddelen, aangezien ik en Jared nog nooit gezoend hebben met andere mensen van de UVAK erbij.
Pas als hij zijn lippen wegtrekt voel ik dat ik moet blozen van het openbare contact, wat best raar is, aangezien ik Michael vorig jaar zo vaak gezoend heb met anderen erbij. Ik denk dat ik en Jer gewoon nooit zullen veranderen.
''Hmm, misschien kom ik nog wel even langs vanavond,'' fluistert hij zacht.
Ik geef hem een zachte tik op zijn borstkas en trek mijn wenkbrauwen op.
''Soms ben je echt zo'n jongens jongen,'' grinnik ik, waardoor ik een keer zachtjes knor.
Jared haalt zijn schouders op en neemt weer wat afstand van mij, zodat ik in het vervolg mijn warme winterjas aan kan trekken.
''Soms ben ik een kleuter, soms een jongens jongen en soms zelfs Romeo. Ik denk dat ik acteur moet worden,'' grapt hij.
Ik steek mijn tong naar hem uit om hem te pesten en loop dan, met een heerlijk gevoel in mijn onderbuik, weg van mijn vriendje. Mijn vriendje.
-
''Je hebt wat?!'' gil ik hard.
Ik kan mijn oren bijna niet geloven wanneer Abby terughoudend tegenover me zit op haar bedrand, haar wangen lichtelijk rood van schaamte, terwijl ze geruisloos haar chips naar binnen aan het werken is.
''Doe niet alsof het iets ergs is,'' gaat ze gelijk tegen me in. ''Weet je wat? Ik ben er trots op!''
Ik trek een warm deken van mijn eigen bed af en nestel mezelf zo snel mogelijk als een cocon naast mijn vriendin. Haar matras is altijd al wat zachter geweest dan het mijne, waardoor ik in mijn eerste paar maanden hier op de UVAK vaak in Abby's bed geslapen heb. Ik kan het me nog zo goed herinneren.
''Dit is wel erg Abby en het is niets om trots op te zijn. Dit is heel erg! Holy shit oké!'' gil ik. ''Dus daarom was je zo sacherijnig vanmorgen?''
Abby schuift haar sloffen van haar bed af met haar benden, zodat ze meer ruimte heeft om te zitten.
''Pff, dat was de rede niet eens. Ik zoen wel vaker met jongens als ik er gewoon zin in heb,'' zegt Abby, die vervolgens nog een Dorito in haar mond stopt. Ik moet haar echt gezondere dingen laten eten.
''Ja! Abby! Met jongens! Jongens!! Geen mannen van dertig!'' roep ik luid.
Abby sluit haar chips zak, aangezien ze deze helemaal leeggegeten heeft, en gooit deze neer in een hoekje van de kamer. Normaal zou ik haar erop aangesproken hebben, maar haar verhaal heeft me zo gechoqueerd dat ik het amper ergens anders over kan hebben.
''Botsma is achtentwintig, Leen, dus de laatste keer dat ik checkte was hij gewoon legaal hoor,'' verdedigt ze zichzelf.
''Botsma, Abby! Een docent! Je hebt één van je professoren gezoend! Waarom ben je zo rustig?'' vraag ik verbaasd.
Ik voel me zo energiek dat ik het idee heb dat ik wel duizend keer het hele trappenhuis van het studentenhuis op en af kan rennen. Abby heeft Botsma gezoend. Abby heeft Botsma gezoend. Waarom is Adam er niet op dit soort momenten?
''Nou,'' begint ze. ''Ik was onzeker over mijn balkon scène, dus vroeg ik Botsma om me te helpen na mijn les van vanmorgen en eh, ja. We hadden het over de zoen aan het einde van het stuk en toen kwam ik erachter dat ik daar nog het meeste tegenop keek –''
''Vanwege Eros Estevan?'' onderbreek ik haar uitleg.
Abby knikt en zet haar handen gefrustreerd vast in haar haren.
''Ja,'' zegt ze kortaf. ''Dus Botsma vroeg me waarom ik er zo tegenop keek en toen legde ik hem uit dat ik helemaal geen klik had met Eros, wat hij best raar vond in het begin, want acteren is niet echt.''
''En toen?'' vraag ik snel verder.
Abby sluit haar ogen, haar wangen worden met de seconde roder.
''Ik zei dat ik het niet begreep en toen legde hij het script weg en toen.. nou ja toen zoende we ineens.''
''O,'' is alles wat ik zeg.
''O?'' vraagt Abby.
Ik laat mijn gespannen lichaam tegen de muur achter ons rusten en kalmeer mezelf. Ik denk dat ik het wel begrijp.
''Ik had een hartstochtelijk verhaal verwacht, maar nu begrijp ik het wel,'' leg ik uit. ''Botsma kuste je omdat hij wilde laten zien dat acteren niet echt is. Hem ken je ook amper, maar je kon hem gewoon zoenen zonder dat het raar was.''
Abby lijkt even na te moeten denken over mijn theorie, maar is het eigenlijk gelijk met me eens.
''Het was best raar hoor,'' zegt ze. ''Alleen kon hij wel een partij lekker zoenen.''
Ik ril bij de gedachte aan Botsma alleen al. Natuurlijk, hij is net een Griekse god, maar wel achtentwintig en een docent.
''Bedankt voor het beeld Abbs, dat krijg ik nu mijn hoofd niet meer uit.''
Ik laat mezelf omvallen op Abby's schoot, waardoor ik in mijn cocon van dekens nog wel haar gezicht kan zien; verhit en rood. Toch zit er wel wat uitgelopen mascara onder haar ogen, wat me het idee geeft dat ze gehuild heeft.
''Sorry,'' mompelt ze.
Ze staart naar de muur voor haar, een tikkeltje afgeleid als je het mij vraagt. De stilte die gevallen is is niet ongemakkelijk, sterker nog, deze is juist heerlijk sereen. Ik sluit mijn ogen, waardoor ik bijna de neiging heb om in slaap te vallen na deze lange middag alleen in bed. Ik voel me niet helemaal honderd procent door het weer buiten.
''Mijn ouders hebben weer ruzie,'' zegt Abby ineens, waardoor ze de stilte in de kamer onderbreekt.
Van schrik en verbazing open ik gelijk mijn ogen. Was ze daarom zo driftig vanmorgen?
''O nee, Abbs, sorry,'' zeg ik gelijk.
Ik probeer weer omhoog te komen, zodat ik mijn vriendin een geruststellende knuffel kan geven, maar mijn armen zitten vast in mijn cocon van dekens, waardoor ik amper kan bewegen.
''Nee, ik had het al verwacht hoor,'' zegt ze. ''Maar toen ik ze vroeg of ze naar mijn voorstelling konden komen vijf Januari zeiden ze nee.''
Haar ogen staan omlaag gericht en haar lip trilt bij het hoekje van haar mond. Het is een verdrietig gezicht.
''Hè? Waarom niet dan?'' vraag ik. ''Ik kan me niet voorstellen dat ze geen tijd hebben.''
Abby haalt haar schouders op en veegt met haar handen langs haar wangen.
''Omdat ze een pauze willen Leen en daar hoor ik bij,'' zegt ze. ''Ik begrijp er gewoon niets van. Wat moet ik nou met kerst en nieuwjaar? Ik ben helemaal alleen en Adam gaat weg met zijn bandgroep.''
Het lukt me eindelijk om weer rechtop te gaan zitten en mijn handen uit mijn doolhof van dekens te bevrijden, waardoor ik mijn vriendin kan omhelzen. Ik beweeg mijn handen rustgevend langs haar onderrug.
Abby's ouders hebben al vaker problemen gehad in huis. Haar vader werkt te vaak en haar moeder moet al het werk doen thuis. Het probleem is dat Abby er de dupe van wordt.
''Shht, je bent niet alleen Abbs, ik en Jared blijven ook allebei op de campus en je hebt Ed en de UVAK, plus Mc Donalds voedsel,'' grap ik. ''Ik weet dat we je ouders niet kunnen vervangen, maar je weet hoe belangrijk je voor ons bent.''
Abby huilt meestal niet waar wij bij zijn, aangezien ze sterk is en liever overkomt als een harde meid zonder zorgen. De waarheid is veel meer dan dat. Mijn vriendin heeft ook gevoelens en die stopt ze het liefst weg in het diepste holletje van haar hart.
''Ik weet het Leen, i-ik weet het.''
Haar stem breekt wanneer ze radeloos haar handen vastzet in mijn pyjamabroek. Haar tranen maken mijn T-shirt nat wanneer ze stilletjes snikt.
''Maak je geen zorgen. Het komt vast goed,'' mompel ik.
Abby veegt haar tranen weg onder haar ogen.
''Ik hoop het,'' mompelt ze. ''Want ik haat huilen en dat weet je.''
Ik lach om haar opmerking, toch ergens ook wel een beetje blij dat ze weer zichzelf is geworden na haar uitbarsting van vanmorgen.
''Ach, bij jou valt het wel mee hoor, met dat huilen. Ik kan wel een heel boek over mezelf schrijven dit jaar,'' lach ik.
Abby lacht zachtjes met me mee. Ze tilt haar hoofd op van mijn schouder zodat ze me weer aan kan kijken. Haar betraande ogen sprankelen nog wat na wanneer ze een aantal keer met haar wimpers knippert.
''Schrijf je dan wel over Jared en Tinder Tom?'' vraagt ze oprecht.
Ik knik gelijk.
''Ja hoor. En Botsma natuurlijk.''
Abby grijnst, waarna we samen omvallen op haar bed en in slaap doezelen. Voor het eerst in tijden slaap ik zonder te dromen over mijn toekomst en problemen. Ik doe onbewust wat Rennick me gezegd heeft; Ik maak me geen zorgen over mijn roze olifant.
-
Zo. Heerlijk die rustige sfeer tussen Lena en Jared. Maak je klaar voor de kerstinkopen en een heerlijk feest. Het ik vakantie! Woohoo! Een heerlijk feest voor romantiek? Toch? *grijnst oncontroleerbaar en weet nu al wat er verder gaat gebeuren* hihi
Vraag: O nee hè. Arme Abby. Wat denken jullie dat Abby op dit moment het beste kan doen?
Kus,
Claire
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top