Hoofdstuk 1

Potentiële verstopplaatsen verschenen voor zijn ogen. Plekken waar ze hem deze middag niet konden vinden. Maar Bart wist heel goed dat het hem nooit zou lukken. Wederom zouden ze hem komen pesten en weer zou hij die pauze zonder eten zitten. Al wat hij dan nog zou kunnen doen was kijken hoe zijn brood werd uitgedeeld aan de duiven. Hij kon hun gelach van wanneer ze hem op de grond zouden duwen nu al horen zoals ze alle voorgaande middagen al hebben gedaan. Zijn benen zaten gespannen te trillen, klaar om in beweging te komen wanneer het belsignaal af zou gaan. Hij kon misschien de veiligheid van de leerkracht opzoeken om te vragen of hij niet alsnog naar huis mocht deze pauze. Maar het antwoord dat hij tot nu toe altijd had gekregen kon hij inmiddels woord voor woord citeren. "Woon je binnen een straal van tweehonderd meter van school? Dan niet." was elke keer het antwoord geweest. Hij deed het ook niet meer voor het antwoord, hij deed het voor die paar kostbare minuten veiligheid. Uiteindelijk was het niet meer dan uitstel van executie. Een luid gering doorkruiste zijn gedachten en even bleef hij zitten, door angst overspoeld. Hij stond wankelend op zijn benen en met een tijd die voelde als een eeuwigheid rende hij naar de leraar. Die paar meters tussen hem en mevrouw Loudens leken al snel uit te groeien tot kilometers afstand. In werkelijkheid duurde het maar tien seconden. Een schelle stem sneed door de lucht, maar het waren eigenlijk de woorden die hem angst bezorgden. "Bart Stree, ga nu onmiddellijk naar buiten. Ik heb géén tijd voor je discussie!" Midden in het lokaal hield Bart zijn pas in. Had hij nou ook die paar minuten verloren? Plots schoten zijn benen weer in actie en weer was hij als eerste de klas uit, zoekend naar een nieuwe verstopplek. De toiletten zaten op slot, mensenmassa's stroomden nog over de trappen en in de kantine was het toch nooit veilig. " Heeft de leerkracht genoeg van je geslijm? Vuile strever!" Deze akelige stem behoorde tot die van Nico Nieter, een echte eikel. Hij vond het altijd geweldig om kleinere mensen te treiteren gewoon omdat hij het voorrecht had om groter te zijn. Hierdoor stond er ook vaak een groepje angsthazen die om het minst nog in hun broek zouden schijten bij hem, al was het maar om aan zijn goede kant te blijven. Instinctief rende Bart van het geluid weg. Pas toen hij effectief zijn hoofd had gedraaid om voor zich uit te kijken zag hij hoe hij recht op een ander in liep. Met een pijnlijke klap knalde hij middenin op Jakob, die van de knal nauwelijks een centimeter verplaatst was. Langzaam keek Bart op om recht in de brandende ogen van Jakob, die meer dan een kop groter was, te kijken. Als hij al bang was voor Nico, dan had hij geen woorden voor het gevoel dat hij nu ervaarde. Langzaam opende Jakob zijn mond om door woede voortgedreven woorden in zijn gezicht te spugen, samen met een ongezonde hoeveelheid speeksel. De angst, die zijn aderen had overspoeld, weerhield hem van het begrijpen van de krachtige woorden. Door te veel tijd besteed te hebben aan het ontrafelen hiervan had hij nooit Jakobs vuist aan zien komen. De helse pijn die zich een weg baande door zijn gezicht was voor hem de enige indicator van de mep. Wild met zijn armen zwaaiend belandde hij achterwaarts op de grond. Nu verspreidde de pijn zich vanuit wel liefst twee kanten. Maar het was niet zozeer de pijn die hem verontrustte, het was de kennis dat die ene duw hem had verdoemd. Met een grote grimas kwam Nico rustig aangeslenterd, wetende dat Bart nooit meer op tijd zou kunnen vluchten. Niet eens moest hij achter zich kijken om te weten dat zijn groep zich bij hem had aangesloten. Het geluid van de voeten op de kasseien dreunde door Barts gedachten, het enige wat hij waarnam. Naarmate het geluid toenam nam ook zijn angst toe tot hij bevend in een hoekje zat. Zonder het te beseffen was hij instinctief naar een hoekje gekropen, alsof hij daar veiliger geweest zou zijn. Toen hij zijn handen op de koude muur had geplaatst stond Nico al tegenover hem. Zonder aarzeling hief hij zijn vuist op om vervolgens deze in volle vaart neer te laten komen op Barts gezicht. Een bekende scheut van pijn trok door heel zijn gezicht. Zijn spieren spanden zich samen. Tranen vulden zijn ogen. Het gelach van zijn aanvaller werd langzaam vager. Inmiddels deed Nico's bende ook mee, om weeral mee te kunnen genieten van zijn prooi. Maar het waren niet alleen de vrienden van Nico die hem Bart zagen afranselen. Ook mensen die daarnet niks te maken hadden met z'n vluchtpoging kregen oog voor zijn afrossing. Het enige wat dit erger had kunnen maken was als Karolien erbij was om dit alles te aanschouwen.
Hij had al jaren een relatie met haar en zou zich geen leven zonder haar kunnen voorstellen. Elk jaar gingen ze samen op vakantie, alle weekenden brachten ze samen door en elke woensdag en zaterdag troffen ze elkaar aan bij de muziekles. Als zij wist van deze pesterijen zou de schaamte hem teveel worden, hij had haar er dan ook nooit over verteld, niemand zelfs.
Intussen was bijna heel zijn klas erbij, alleen het groepje meisjes onder leiding van Kristel keek toe van een afstand, luidkeels mee roepend.
Kristel was een meisje met donkerblond haar dat mooi in contrast stond met haar bleke huid. Haar blonde krullen rolde voor haar oren omlaag om daarna haar gezicht te omlijsten tot waar ze haar schouders lichtjes aaiden. Haar ogen stonden met hun chocoladebruine kleur rustig boven haar bolle wangen, maar tevens vielen ze nooit op dankzij hun relatief kleine omvang. Alhoewel haar tanden scheef stonden maakte dit haar glimlach alleen maar groter en mooier. Ze sprak hierdoor ook met een schattig gepiep in haar betoverende stem.
Bart had haar stem al vaak mogen aanhoren, maar meestal was dat om hem te beledigen. Ze deed dit al sinds de eerste dag van school en alle anderen waren maar al te enthousiast om mee te doen. Binnen de kortste keren was heel het groepje van Kristel hem aan het uitschelden, en al vlug deden de jongens ook mee.
Bart herinnerde zich zijn eerste afranseling nog goed. De mensen hadden zich al snel tegen hem gekeerd en het was al de tweede week toen hij in elkaar geslagen werd. Op de één of andere manier deed het toen nog veel meer pijn. Alsof zijn focus niet meer op de meppen lag. Het geluid stierf weg, maar Bart wist niet of dit was door het bloed dat in zijn oren stroomde of doordat iedereen weer naar hun les ging. Het was zelfs pas toen de groep van Kristel vertrok dat Bart zich realiseerde dat het meppen gestopt was. Opgerold in een balletje zat Bart luidkeels te snikken, niet willen toegeven aan de pijn. Zelfs zonder de schade te inspecteren wist Bart al waar de wonden zaten, want daar zaten ze immers altijd. Bart keek om zich heen, op zoek naar zijn brood, maar zelfs als de duiven er niet mee vandoor waren gegaan, was hij toch niet in staat zijn eten te kauwen. Met een piek van moeite stond hij op om op wankelende benen naar zijn les te strompelen, geluidloos en zonder op te kijken. Hij wilde de wonden op zijn gezicht verbergen, en met het feit dat zijn volgende les wiskunde was had hij dan ook geluk. De eerstvolgende les daarentegen was niet luxueus genoeg om Bart zo zelfstandig te laten werken. Barts Frans was bepaald niet om ''goed'' te noemen, wat overigens niet verholpen werd doordat hij zijn tafel moest delen met Nico. Wederom was het de bel die hem redde van die helse plaats. Met een snelle looppas verliet hij de school om alsnog een halfuur bij zijn halte te moeten wachten. Hij had wel een bus die op tijd vertrok, maar deze werd ook gebruikt door mensen die hij liever zou vermijden.

De busreis was saai, normaal had Bart muziek geluisterd, maar met het bloed in zijn oren was dit helaas geen mogelijkheid. Eenmaal thuis aangekomen sloeg hij ruw de deur open, hopend om eens een reactie van zijn ouders uit te lokken. Toen het bleek dat dit hem niet gegund was, verdween hij afwezig in zijn kamer. Herinneringen aan zijn afgelopen dag raasden door zijn gedachten, altijd terug komend op één punt. De angst bij Merv. Loudens, de afranseling tijdens de middag, de aankomst van Kristel en haar groepje, de zelfstandigheid van de wiskunde les. Één ding van die dag zou hij nooit vergeten, Kristels lach. Zij mocht hem dan pesten, zij mocht haar vriendinnen overhalen om hem uit te schelden en uit te lachen, maar nog steeds hield hij van haar, en zou dat voor altijd blijven doen.


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top