Het Spel van Belial

'Guys!' roept Marnix uit als hij de schoolzaal in rent, recht op zijn vriendengroep af. Iedereen is er al. Tip, met haar bruine kroeshaar en haar donkere huid. Milla, lijkbleek, met altijd een roze rugzak, een eenhoorn aan haar sleutelhanger, maar met een beanie, zwarte make-up en een knalgroene lok in haar haar en zijn beste vriend Lamar een doorsnee jongen, behalve dan dat hij maar vier tenen had aan zijn rechtervoet. 'Hebben jullie die poster gezien die aan De Crescent hangt?' vraagt hij.

'Nix, gast, ga zitten en leg uit. Ik begrijp er niks van,' zegt Tip, terwijl ze haar natuurkundeboek dichtslaat.

Marnix trekt een stoel achteruit en gaat zitten. Voor het dramatische effect kijkt hij nog even iedereen aan. 'Het was zondagnacht, bijna elf uur, toen ik langs De Crescent fietste...' zegt hij op een lage, duistere toon. Zijn handen liggen op tafel.

Milla rolt met haar ogen. Ze krabt aan haar roze gelakte nagels, terwijl ze nog de laatste regels van het Engels huiswerk uitleest. Dan slaat ze het dicht en luistert toch maar naar wat Marnix te vertellen heeft.

'Een flyer waaide op, toen ik in een rotgang voorbijfietste,' gaat Marnix ongestoord verder. 'Eerst wilde ik het weggooien. Reclame, dat was het en ik doe niet aan reclame...' Weer keek hij iedereen aan. Bij Tip haar groene ogen, bleef hij toch even wat langer hangen.

'Nix, als je nu niet opschiet met dit verhaal, dan sla ik je voor je bek,' zegt Lamar.

'Oké, oké,' zegt hij dan en hij gaat rechtop zitten. 'Ik zag gisteren een flyer aan de muur hangen van De Crescent. Vannacht, alleen vannacht is er een spel in het bos.'

Milla kijkt Marnix aan. 'Wat voor een spel?' vraagt ze.

'Waarom moet dat 's nachts?' vraagt Tip.

Lamar duwt haar in haar zij. 'Dat is gaaf, niet zo miepen, Tip.' zegt hij.

'Au!' roept Tip uit. 'Als je dat nog eens doet "Lama",' dreigt ze.

'Dan?' daagt Lamar haar uit. 'Ga je me dan zoenen?'

'Klootzak,' fluistert ze.

'Kan ik weer?' vraagt Marnix. Er komt geen antwoord. 'Het spel is ganzenborden...'

Meteen beginnen de drie te lachen. 'We gaan toch niet ganzenborden?' roept Milla schaterend uit. 'Nix, what the fuck, dude!' zegt ze. 'We zijn toch geen oude opaatjes en omaatjes? Jezus!'

'Gast,' zegt ook Tip met haar wenkbrauw opgetrokken. 'Wat denk je wel niet?' Ze blijft hard lachen.

Ook Lamar vindt het maar een stom idee. 'Denk je nou echt dat ik dat ga doen?' vraagt hij.

'Luister nou!' probeert Marnix nog eens. 'Het is levend ganzenborden, met een echte put en alles. Het is een soort horrorganzenborden! Ga gewoon mee en als je het niet leuk vindt, gaan we gewoon weer naar huis. Kijken kan geen kwaad, toch?'

De drie blijven lachen. 'Goed dan,' zegt Milla. 'Maar ik ga echt niet meedoen als het niet een beetje spannend is.'

'Ja ja,' zegt Marnix, die allang blij is dat zijn vrienden meegaan. Dan gaat de bel en staan ze op. Ze blijven nog uitlachen, maar als ze bij meneer Westriks van Duits in de klas zitten, vergaat hun lach al snel als ze te horen krijgen dat ze een schriftelijke overhoring hebben.

De vier lopen langs het theater De Crescent. Het is al bijna tien uur, de duisternis was twee uur geleden al begonnen. De maan geeft een oranjerode gloed af en verlicht het bos zwakjes. Met de zaklantaarns lopen ze langs het theater het bos in, waar Marnix had gezegd dat het spel was.

'Hoever nog?' vraagt Tip, die rilt van de avondkou.

'Bijna. Op de flyer stond dat het bij oude put was.' Marnix wijst het bos in. Vroeger had er een dorpje gestaan waar nu De Crescent stond. De put was het middelpunt geweest, waar het dorpje omheen gebouwd was. Er gingen geruchten door de school dat de kleur rood een vervloekte kleur was geweest, omdat dat de kleur van weerwolven zou zijn geweest. Niemand wist of het waar was, maar het was wel het dorpsverhaal geworden. De put was naar het meisje vernoemd dat was geofferd voor haar rode haar. Sienna, heette de put.

De zaklantaarns geven zwak licht, net genoeg om de hobbelige ondergrond te kunnen zien. Als ze het bos inlopen, begint Tips zaklantaarn te knipperen. 'Hè?' roept ze uit. 'Ik had er zonet nog nieuwe batterijen in gedaan!'

'Vast slechte batterijen, girl,' zegt Milla, terwijl ze haar schouders ophaalt. Net als die woorden haar lippen verlaten, gaat ook haar licht knipperen, waarna het uitvalt. Van de vier lichten, zijn er nog maar twee aan.

Haar zaklamp was de lamp van haar telefoon. 'Mijn telefoon had nog honderd procent toen ik wegging,' zegt ze. 'Hij is leeg... Hij doet niks meer, kutding!'

'Vast een slechte batterij,' zegt Tip bitchy.

'Slet,' fluistert Milla.

'Meiden, houd het gezellig!' sust Lamar.

'Jouw zaklamp doet het nog,' zegt Tip.

'Nou, dan mag je de mijne hebben,' zegt hij, terwijl hij zijn ultrasurvivalzaklamp aan Tip geeft. 'Deze kan niet stuk, dat had de verkoper vorig jaar nog gezegd.'

'Mooi,' zegt Tip, terwijl ze hem overpakt.

'Daar is de put!' roept Marnix opgelaten uit.

Milla wil net wat zeggen, als ook Lamars zaklamp ineens uitvalt, nog geen tien seconden nadat Tip hem van Lamar had overgenomen.

'Je bent vervloekt,' zegt Lamar. 'Wat heb je nou met mijn zaklamp gedaan?'

'Niks!' verdedigt Tip zich.

'Geef terug!'

Tip geeft de lamp terug. Lamar probeert er nog wat op te slaan om hem aan te krijgen, maar ook zijn zaklamp is dood. Alleen die van Marnix werkt nog; een oude opwindlantaarn.

Tip pakt haar mobiel om nog wat licht van haar display te krijgen. 'Waarom doet hij het niet?' vraagt ze.

'Slechte...' begint Milla, maar Tip werpt haar een verwoestende blik toe. Milla begint te lachen.

'Lamar, doet jouw mobiel het?' vraagt Tip.

'Niet mee,' zegt hij schouderophalend. Ook Marnix heeft geen mobiel, die was hem kwijt, omdat hij gisteren gespijbeld had bij gym. Zijn ouders hadden hem afgepakt en niet teruggegeven.

'Fijn, geen mobieltjes dus,' zegt Tip chagrijnig.

Niemand reageert. In het bos wordt het lichter en an stappen ze uit het bos, naar een open veld, waar de put in het midden staat. Twintig fakkels gaan aan, op het moment dat ze over de boomgrens stappen. Als laatste gaat Marnix zaklantaarn uit en is het enige licht dat ze hebben, de twintig fakkels en de volle, rode maan.

'What the fuck is going on?' roept Milla op gedempte toon uit.

'Geen idee, het zal wel bij de show horen,' zegt Marnix terug.

Een man met een lange, zwarte mantel stapt achter een van de fakkels vandaan. 'Goedeavond!' loeit hij met een zware, luide stem. Hij stapt in het licht, maar zijn gezicht blijft bedekt door de mantelkap. Alleen een heel klein stukje van zijn gezicht wordt zichtbaar. 'Is dat een litteken?' vraagt Tip.

'Weet ik veel,' zegt Lamar schouderophalend.

'Eh...' stamelt Marnix naar de man. 'We kwamen...' Hij weigert "ganzenborden" te zeggen. 'Een spel spelen,' zegt hij dan.

'Ah!' loeit de man weer luid. 'Een spel spelen? Dat komt mooi uit!' Met trage passen komt hij naar hen toelopen. 'Vanavond gaan we een heel bekend, oud spel spelen!'

'Kan hij ook niet zo schreeuwen?' fluistert Tip zo zacht als ze kan, maar Milla zegt niks terug.

'Vanavond spelen we levend ganzenborden! Ga maar bij het startblok staan. Kent iedereen de regels?' De man klapt in zijn handen en plotseling lijken er lijnen in de grond zichtbaar te worden.

Niemand reageert op de vraag. 'Ik zou toch zweren dat dat er net nog niet was,' zegt Lamar, die nu toch wel een beetje ongemakkelijk begon te worden en naar de grond kijkt, waar plotseling een spel verschijnt.

'Wat ben je nou voor mietje,' zegt Marnix, die eindelijk Lamar een keer terug kan pakken, nadat hij al honderden van dat soort opmerkingen had gehad, door de jaren heen.

'Ik moet wel voor twaalven thuis zijn, hoor,' zegt Tip, die nu niet meer zo stoer is.

'Ga gewoon staan, meid,' zegt Milla, die haar naar de start duwde.

'Dan gaan we nu beginnen!' loeit de spelleider weer. 'De jongste speler mag beginnen!'

'Dat ben ik,' zegt Tip. Zij is de enige die nog maar vijftien is, terwijl Milla en Marnix al zestien zijn en Lamar al zeventien.

De spelleider loopt met slepende voeten naar haar toe en geeft haar twee dobbelstenen ter grootte van een voetbal, gemaakt van hout. 'Rol de dobbelstenen!' loeit de man weer.

Met een voorzichtige gooi, rolt Tip de dobbelsteen. Haar donkere huid wordt zacht verlicht door de flakkerende fakkels. De dobbelstenen rollen. De eerste steen komt op een drie terecht, de andere rolt nog even door en eindigt op een twee. Tip loopt vijf stappen vooruit en landt op een vakje met een pijl erop. 'Ga nog eens vijf stappen vooruit!' loeit de spelleider. Weer loopt Tip vijf stappen vooruit naar vakje tien.

'Lekker bezig!' roept Milla vanaf het begin.

'Jij bent Mil,' zegt Marnix. De dobbelstenen worden opgehaald door de spelleider en aan Milla gegeven. Zij rolt de dobbelstenen. 'Eén en zes!' roept ze dan uit en loopt zeven vakjes vooruit. 'Klote, een gewoon vakje.'

Dan is Marnix aan de beurt, die drie en vijf gooit. Hij loopt acht vakjes verder en eindigt op vakje acht, eentje voor Milla.

Als laatste is Lamar, die de dobbelstenen heel hoog de lucht ingooit. Met een plof landen ze op de grond op een vijf en een één. Met stoere passen loopt hij naar zes, waar een brug staat. 'Ah!' loeit de spelleider. 'Je bent op de brug belandt! Loop eroverheen.'

Lamar loopt over de brug, die hem naar plaats twaalf toe leidt. 'Ha!' zegt hij, met een wijzende vinger naar Tip. 'Ik sta vooraan!'

Dan brengt de spelleider Tip weer de dobbelstenen. Eerst gooit ze de ene dobbelsteen, die een vijf laat zien, daarna de andere. 'Vier,' zegt Tip dan. Voorzichtig loopt ze negen stappen vooruit en eindigt op vakje negentien, waar een zak met stro en een kussen naast ligt. 'De herberg!' loeit hij. De r rolt van zijn tong.

Met schuifelende passen loopt hij naar haar toe en gaat recht voor haar staan. 'Je moet een beurt overslaan.' Dan duwt hij plotseling zijn handpalm tegen haar voorhoofd, die zo koud is als ijs. Tip gilt van de onverwachte beweing en valt achteruit op de zak met stro. Halverwege haar val, stopt haar schreeuw en voelt ze dat ze slap wordt. Dan, als ze de zak stro raakt, is het helemaal zwart. Ze kan zich niet meer bewegen en ziet ook niks meer, maar ze hoort alles.

'Tip?' roept Milla uit. 'Meid, gaat het?' Maar Tip reageert niet. Ze kan niet praten.

Milla wil van haar plaats rennen, naar haar toe, maar ze kan niet van haar vakje afgaan. 'Wat?' vraagt ze. 'Tip?' roept ze nog eens, maar het blijft stil.

'Volgende speler!' loeit de spelleider.

'Tip?' roept ook Lamar, die het dichtst bij haar staat. Ook hij kan niet meer van zijn plaats af. 'Waarom kan ik niet weg?' roept hij.

'Het spel moet afgemaakt worden,' zegt de spelleider nu op een rustige toon. 'Er is geen weg terug!'

Milla en Lamar kijken met een verwoestende blik naar hun vriend Marnix. 'Ik wist het niet!' zegt hij, nu ook bang.

'Waarom heb je de flyer niet meegenomen? Of op internet opgezocht?' roept Milla verwijtend naar hem uit. 'Door jou is Tip nu flauwgevallen!'

'Volgende speler!' onderbreekt de spelleider Milla, die de dobbelstenen in haar hand drukt. Ze houdt zich stil en gooit tien. Ze loopt naar vakje zeventien, twee plaatsen voor Tip. Zij ligt op de zak stro, roerloos. Ze ademt nog wel, maar beweegt niet meer.

Dan is Marnix, die vijf en zes gooit. 'Kut...' zegt hij niet al te luid. Hij loopt door en belandt ook op vakje negentien, waar Tip naast ligt. 'Dit vak, is al bezet!' roept de spelleider uit. 'Ga terug naar waar je vandaan komt!' Alsof twee onzichtbare handen hem terugduwen, wordt hij teruggebracht naar vakje acht, waar hij vandaan kwam.

Lamar is de laatste. Hij gooit één en twee. Hij zet drie passen vooruit en gaat op vakje vijftien staan. De dobbelstenen worden niet naar Tip gebracht, maar naar Milla, die ze niet al te enthousiast meer gooit. Ze heeft het koud en wil nu naar huis. Het is goed zo, maar ze moet verder.

Zeven, komt eruit. Milla loopt zeven stappen vooruit, en eindigt op plaats vierentwintig. Marnix gooit ook en gooit negen. Hij belandt op het vak waar Milla zojuist van afgestapt was.

Als laatste is weer Lamar aan de beurt, die vier en één gooit. Hij loopt langs Tip heen, die nog steeds daar roerloos op de zak stro ligt. Heel voorzichtig tikt hij met zijn voet tegen haar been aan, als hij langs komt, maar ze reageert niet.

Tip had wel alles meegekregen. Ze hoorde haar vrienden naar haar roepen, maar ze kon niks terugzeggen. 'Het is mijn beurt!' roept ze in haar hoofd. Ze hoort de spelleider naar haar toe schuifelen. Dan voelt ze zijn ijzig koude hand weer op haar voorhoofd weer. De zwaarte die ze om haar heen gevoeld had, gaat van haar af en ze voelt zich lichter. Haar zicht komt terug en het gevoel in haar ledematen ook weer. Ze staat op en kijkt even om zich heen. Haar hoofd bonst, maar ze negeert het.

'Tip!' roept Lamar, die voor haar staat. 'Gaat het?'

'Ja,' zegt ze een beetje versuft.

'Gooi!' sist de spelleider in haar oor. Van schrik laat ze de dobbelstenen vallen die landen op vier en vijf. Ze stapt onvrijwillig naar voren en belandt op vakje negentwintig. Ze staat twee vakjes voor de put. Het pad loopt precies over de put heen. 'Jongens, ik wil naar huis,' zegt ze dan. 'Ik vind dit niet leuk meer.'

Niemand zegt wat, maar iedereen deelt haar mening. Ook Tip probeert weg te komen van haar vakje, maar ze kan geen kant op, alsof ze vast zit in een glazen kooi.

Milla gooit de dobbelstenen. 'Geen zeven, geen zeven, geen zeven!' zegt ze, als een soort mantra. De dobbelstenen rollen over de grond. De eerste dobbelsteen geeft een zes aan. De andere tolt nog even door en komt dan langzaam tot stilstand op één. Milla blijft staan, haar hart slaat een slag over. Angst giert door haar lichaam heen, als ze naar de put kijkt. 'Ik ga niet vooruit,' zegt ze angstig, maar een kracht duwt haar naar voren. Milla begint te schreeuwen. 'Nee!' schreeuwt ze. Ze laat zich vallen op de grond en klauwt met haar handen het zand, maar ze stopt niet. Een van haar roze nagels breekt af.

Ze komt langs Tip. Zij grijpt haar vriendin vast. 'Niet loslaten!' zegt Tip tegen Milla. Hun handen zijn in elkaar verstrengeld, maar de kracht die aan Milla trekt, is groter dan de kracht die Tip heeft. Met een ruk wordt Milla uit Tips handen gescheurd. Milla wordt tegen de muur van de put aangegooid. Dan staat ze op en zet een stap over de rand heen.

'Milla, nee!' roept Lamar. 'Doe het niet!'

'Ik doe niks!' huilt ze. 'Help me dan!' Maar hoe graag haar vrienden haar te hulp willen schieten, ze kunnen niet, ze staan vast. 'Nee!' roept ze nog eens. Ze houdt zich vast aan de rand, maar haar benen laten zich in de put glijden. Ze schreeuwt het uit als haar handen de rand loslaten en zij naar beneden valt. Haar echo galmt door de ijzige nacht. Dan volgt er een plons en nog een gil.

'Milla!' schreeuwt Tip, die alles van dichtbij zag gebeuren. 'Mil, gaat het?'

Het blijft stil in de put. 'Jongens,' horen ze dan. 'Help me!'

'Mil?' roept ook Marnix. 'Gaat het?'

'Nee! Mijn been doet fucking pijn!' schreeuwt ze uit. Even blijft het stil. Dan gilt ze. 'Mijn bot steekt uit!'

De drie vrienden zwijgen. Ze willen haar wel helpen, maar ze kunnen geen kant op. Milla blijft in paniek schreeuwen.

'Hoe komt ze eruit?' roept Marnix in paniek aan de spelleider.

'Als iemand haar plaats inneemt!' loeit de spelleider. Een luide lach volgt. 'Volgende!' De dobbelstenen worden naar Marnix gebracht, die ze niet meer wil aannemen. 'Nee, deze waanzin stopt hier!' Marnix slaat zijn armen over elkaar en stampt met zijn voet op de grond. Lang blijft hij zo niet staan, als zijn armen naar voren worden getrokken. De dobbelstenen raken zijn handen en rollen eraf. Hij gooit twaalf en loopt naar negentwintig, een vakje voor Tip en twee vakjes voor de put. 'Ook veilig!' roept de spelleider. Dan is het Lamar zijn beurt. Hij gooit twee keer vijf. 'Tien!' loeit de spelleider. Lamar zet tien stappen vooruit en komt op vakje dertig terecht. Een vakje voor de put. Iedereen staat nu op een rijtje.

'Lamar!' schreeuwt Milla. 'Haal me hier uit! Fuck! Help me dan!'

'Ik kan je niet helpen!' roept Lamar terug.

'Als dit spel nu niet ophoudt,' fluistert ze. 'Gaan we er straks allemaal aan!' De man lacht hard.

Snel gooit Tip weer en rolt vier. Ze loopt langs de put en werpt een kleine blik naar beneden. Milla ligt op de bodem van de put, in een water. Haar hoofd steekt nog net boven het water uit. 'Tip!' roept ze. 'Haal me hier uit! Ik vries nog dood!' Het water leek zelfs rood te zijn, maar Tip wist niet of dat kwam door de maan, of door Milla's bloed.

Ze loopt door tot ze op vakje tweeëndertig stopt. 'Zet nog eens vier stappen!' riep de spelleider. Tip loopt nog vier stappen vooruit en stopte op zesendertig. Het pad slingert door het bos. 'Nog vier stappen!' roept de spelleider weer. Tip loopt nog vier stappen vooruit, verdwijnt het bos in en komt er dan weer uit, op plaats veertig. Ze moest nog drieëntwintig stappen en dan was ze er. Dan was ze bij het einde. Marnix gooit zeven, maar omdat hij op veertig zou eindigen, mag hij niet vooruit.

Lamar gooit twaalf. 'Oh!' roept de spelleider. 'De doornstruiken!' Het pad loopt het bos weer in, precies naar een braambosje, waar de doorns uitsteken.

'Nee, echt niet. No way dat ik daar heen ga!' roept Lamar uit, maar hij wordt naar voren geduwd, recht het bosje in. Lamar begint te schreeuwen, zodra de doorns zijn huid doorboren. Hij begint te bloeden en de struik kleurt langzaam rood. Het geluid van scheurende kleding doorbreekt de stilte.

'Terug naar zevenendertig!' loeit de spelleider. Lamar baant zich een weg door de doornstruiken, al gillend, terug naar plaats zevenendertig. 'Lamar?' vraagt Tip als hij eenmaal terug is op plaats zevenendertig. 'Gaat-ie?' Haar stem is zacht, als de fluisterende wind.

Als Lamar weer op zevendertig staat, stort hij in. Zijn kleding is rood en zijn huid zit onder de sneden. Zijn kleding is gescheurd en hangt als flarden stof aan zijn huid. Zijn gezicht bloed en zijn oog zit dicht.

'Lamar!' gilt Marnix uit, naar zijn vriend die op de grond ligt. Lamar begint te stuiptrekken. Hij begint te schuimbekken en te kreunen. Dan houdt hij zich stil. 'Lamar!' roept Marnix nog eens uit, maar Lamar zegt niks meer.

'Toen waren er nog maar twee!' zingt de spelleider.

'W-wat?' stottert Tip.

Marnix kan het niet geloven. Was Lamar... dood? Was dat wat de spelleider zei? Tip was weer aan de beurt. 'Milla?' roept ze. 'Milla, gaat het nog daar benenden?'

'Tip?' is het antwoord. Het is niet meer dan een gefluister.

'Milla, houd vol, we halen je er zo uit,' probeert ook Marnix.

'Ik heb het zo koud...' fluistert ze dan. 'Ik voel mijn been niet meer. Help...' Haar stem vervaagt.

Tip gooit negen en loopt naar plaats negenenveertig. Ze is zo dichtbij, maar ze kent het spel. Ze weet wat er op plaats achtenvijftig zit. Tip haalt adem en geeft de dobbelstenen aan de spelleider, die naar Marnix toe hinkt. Hij gooit de dobbelsteen en gooit zes. Marnix verplaatst zich naar nummer zevenendertig, waar Lamar ligt. Omdat Lamar niet meer meedoet, mag Marnix daar wel naartoe. Marnix loopt naar hem toe. 'Lam?' vraagt hij, terwijl hij zijn hand op zijn vriend legt. 'Lam? Zeg eens wat! Lam!' Maar Lamar beweegt niet meer. Marnix legt zijn hand op Lamars nek en probeert een hartslag te voelen, maar die was er niet. Lamar is dood.

'Wat zit er in de struik?' gilt Marnix uit.

'Gif!' loeit de spelleider uit, met een duivelse lach.

Het is weer aan Tip om te gooien. Weer rolt ze de dobbelstenen. Ze hoeft nog maar zo weinig stappen tot het einde, maar ze gooit twee. Ze staat een stap voor de reusachtige kooi; de gevangenis. Ze wil niet eens weten wat dat betekent. 'Veilig!' roept de spelleider. Weer moet Marnix gooien. Hij zet tien stappen vooruit en komt vier stappen achter Tip terecht.

'Het wordt nog spannend! Wie o wie zal winnen?

Tip gooit weer. Het spel lijkt steeds sneller te gaan. Tip kijk even naar de put, waar Milla in zat. Achter haar lag Lamar, roerloos op de grond. Het leven heeft hem verlaten. Hoe had dit kunnen gebeuren? Hoe had ze zich zo om laten praten, terwijl ze wel wist dat ze dit niet had moeten doen?

En toch staat ze hier, midden in de nacht, met twee dobbelstenen in haar hand. Tip gooit. Eén kon ze niet gooien, dus zij zou niet in de gevangenis belanden, maar als ze zeven zou gooien, dan was dat het einde. Achtenvijftig is het doodsvakje. Ze gooit de dobbelsteen. De ene geeft een vier aan. De andere tolt over de grond. Tip ziet de driezijde. Dan landt hij op twee en moet Tip zes vakken vooruit. Een vlaag van opluchting gaat door haar heen, ze zit veilig! Ze loopt naar vakje zevenenvijftig, een vakje voor het doodsvakje.

Dan is het de beurt aan Marnix, die negen gooit. Hij loopt naar vakje zesenvijftig. Tip hoeft zes te gooien, alleen maar zes en dan is het spel over. 'Gooi zes,' zegt ze met een trillende stem.

'Kom op, Tip,' zegt ook Marnix, je kan het. 'Gooi zes, dan is het over!'

Tip haalt adem en gooit de dobbelsteen. De ene dobbelsteen geeft zes aan. Marnix en Tip zuchten. De andere dobbelsteen rolt door en laat vijf zien. Elf. Het was de regel dat je precies op het eindvakje moest landen om het te stoppen, met elf, moest ze vijf stappen terug. 'Nee...' zegt Tip dan, als ze beseft waar ze op terecht komt. Ze loopt zes stappen vooruit. 'Nee!'

'Nee, Tip!' roept Marnix.

Hoe hard Tip ook zich probeert te verzetten, ze moet en ze gaat. Dan staat ze op plek achtenvijftig. 'Dood!' roept de spelleider. 'Dood!' Hij komt naar haar toe en trekt zijn kap van zijn hoofd af. Een vreselijk gezicht komt tevoorschijn. Zijn gezicht is lijkbleek. Zijn huid lijkt van zijn schedel af te bladderen, waar een zwart gat achter zit. Hij heeft nauwelijks haar en dat wat er zit, is dun, alsof de man al jaren dood is. Waar zijn ogen moeten zitten, zitten twee zwarte gaten, gapend als de leegte van de put. In zijn mond zit een rij bloederige, scherpe tanden. Zijn tong is blauw, met slijm.

Tip gilt het uit als ze zijn gezicht ziet. De vingers van de man zijn lang en dun. Zijn nagels zijn twee keer zo lang als zijn vingers met een vlijmscherpe punten aan elke nagel.

De man klauwt naar Tip. Over haar eens zo mooie gezicht, lopen vijf bloederige, diepe lijnen, waar de vingers over haar gezicht hebben geschaafd. Tip gilt en huilt. Ze wil naar de grond zakken, maar de man houdt haar tegen. Met zijn linkerhand houdt hij haar van achteren vast en tilt haar twee centimeter van de grond.

Ademloos kijkt Marnix naar Tip, die boven de grond zweeft. Zijn keel zit dichtgesnoerd, niet langer in staat om ook maar iets uit te brengen.

Tip kijkt hem aan in zijn donkere gaten. Dan boort hij zijn vlijmscherpe mesvingers door haar borst en grijpen haar hart vast. 'Dood,' zegt hij nog een keer, waarna hij met een harde ruk haar hart uit haar lichaam rukt. Tips gezicht staat doodsangst uit, vlak voordat ze naar de grond zakt en het bloed nog als een zielige waterval uit haar lichaam druipt. Het hart gooit de man in de put.

Milla geeft een gil, maar het was niet meer zo krachtig als dat ze in het begin deed.

'Mil?' fluistert Marnix. 'Mil, ben je er nog?'

Milla kreunt, maar dat is het. Marnix is alleen over en hij moet zeven gooien.

Hij pakt de dobbelsteen en gooit. Zeven! Zo snel als hij kan, rent hij naar het einde toe. Hij springt over Tips lichaam heen en sprint naar het einde.

'Gefeliciteerd!' grauwt de man. Dan loopt hij naar hem toe en met zijn ijskoude handpalm, drukt hij tegen Marnix' voorhoofd. 'Jij wint,' hoort Marnix, vlak voordat hij de grond raakt.

Met een schreeuw wordt Marnix wakker in zijn bed. Wat een droom was dat, zeg! Hij lacht. Dat was heftig! Zeker toen Tip stierf! Maar gelukkig was het allemaal een droom, toch?

Snel werkt hij een ontbijtje naar binnen en gaat naar school. 'Guys!' roept hij dan uit, terwijl hij de schoolzaal in rent. 'Guys, moet je horen wat ik heb gedroomd!' Maar als hij naar zijn vaste plaats toeloopt is het leeg. Geen Tip, geen Milla en geen Lamar. Om hem heen hoort hij gefluister. 'Heb je het nieuws gehoord?' hoort hij Heath zeggen.

Dan pakt hij zijn mobiel erbij en zoekt het nieuws op. DRIE LICHAMEN GEVONDEN IN HET BUS BIJ DE SIENNA PUT staat er in hoofdletters. Daders nog onbekend, stond er in kleine letters onder. Wat? Hij was gisteren bij de put... toen speelde hij een spel?

Dan voelt Marnix een ijskoude hand op zijn schouder. 'Je hebt het spel gewonnen, maar je vrienden verloren,' fluistert een stem. Marnix geeft een gil en draait zich om, maar Piona staat achter hem, met een flyer in haar handen. Levend stratego, stond erop.

Dan vraagt ze: 'Ga je mee?' 


***

Opdracht 1 van 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top