•Aster•
'Aster?' Hoor ik een verbaasde stem achter mij zeggen. Ik draaide me om.
Willow stond daar met een geschokte blik naar mij te kijken. Ik glimlachte opgelucht naar haar. Ik weet niet wie ik anders had verwacht, maar ik was nog een beetje in schok van het hele gedoe van de laatste tijd.
'O.mijn.god.' Piepte ze.
Willow stormde op mij af en kneep mijn organen samen met een omhelzing die zo stevig was dat ik dacht dat ik ter plekke een pannenkoek zou worden.
'Ik dacht serieus dat je al dood zou zijn. Toen ik hoorde dat je weer terug was kon ik het bijna niet geloven. Ik heb me de hele godganze tijd aan Wesley vastgeklampt als een bang aapje. Zo erg maakte ik mij zorgen.' Piepte ze.
'Nergens voor nodig, Williewo. Je weet toch dat ik altijd terug kom? Misschien als een geest, maar ik kom altijd terug.' Grijnsde ik.
'Zeg dat nooit weer.' Gromde Logan die opeens achter mij stond. Ik draaide mij zuchtend om.
'Ik zeg wat ik wil hier. En als jij het daar niet mee eens bent, dan maakt dat mij niet uit hoor.' Zei ik streng. Ik zag zijn blik, en wist direct genoeg. 'Moet ik rennen?'
'Heel snel.'
Daarom liet ik Willow los en zette ik het op sprinten. Nauwelijks 3 tellen daarna sprintte Logan achter mij aan. Ik ontweek een lachende Wesley die net naar Willow toe wilde lopen om haar te omhelzen en snelde het bos in. Daar veranderde ik in mijn wolf.
Ik rende zo onopvallend mogelijk door de bosjes en struiken opzoek naar een klein open plekje. Die vond ik al gauw genoeg. Het was een groot open grasveld die bezaaid lag met bloemen. Het deed me denken aan het veld in mijn dromen, alleen was dot grasveld gewoon groen in plaats van roze.
Ik veranderde terug en plofte in het zachte grasbed. Het rook heerlijk naar bloemen en vers gras. Ik legde mijn handen onder mijn hoofd en sloot mijn ogen. Helaas was dat wel een beetje van korte duur.
Ik werd gestoord door een paar gejaagde voetstappen. 3 paar, zo te horen. Ik had alleen geen zin om op te staan, want ik kon al ruiken wie eraan kwamen. Geen rogues in elk geval. Absoluut niet.
Ik schrok toen er opeens een gedaante naast mij kwam zitten. Gelukkig was het Logan, anders was ik echt in paniek geweest. Willow en Wesley kwamen ook bij ons zitten.
'Dit is echt heerlijk.' Piepte ik zachtjes.
'Hm hm.' Mompelde Logan. 'Ik denk dat als we de afgelopen gebeurtenissen niet mee hadden gemaakt we hier nog een stuk meer van konden genieten.'
'Wat dan? Volgensmij zou ik daar dan last van moeten hebben. Jij niet. Ik word nu zo'n beetje gehaat door elk packlid door wat er is gebeurd.' Grapte ik een beetje.
'Dat is niet waar. Ik was ook bezorgd. Vooral om de packleden, mijn zusje en zelfs voor de andere packs.'
Ik keek hem even doordringend aan. Ik ging zitten en bekeek zijn uitdrukking goed. Meestal sprak hij zijn bezorgdheid over mij uit. En zou hij dat herhalen. En nog eens herhalen. En dan zou hij zeggen dat ik bij hem moest blijven.
'Ben je ziek?' Vroeg ik daarom met een bezorgde ondertoon in mijn stem.
'Hm nee. Hoezo?' Mompelde hij wat afwezig.
'Jawel, wat is er?' Vroeg ik geïrriteerd door.
'Je vraagt gewoon zoveel aandacht! Zelfs mijn vader vindt dat. Eerst je ouders, daarna de heksen, dan je moeder, nu weer dat bezeten gedoe. Het is allemaal erg zwaar voor me en ik weet niet of ik het nog wel aankan.' Sprak hij gefrustreerd.
Mijn hart brak. We hadden onszelf inderdaad al door zoveel heen geslagen. We hebben samen een band opgebouwd, elkaar dingen geleerd. En nu wil hij dat allemaal weggooien? Alleen omdat ik veel aandacht vraag? Wat is hij wel niet voor mate?
Een traan liep over mijn wang. Ik stond met een ruk op en maakte dat ik weg kwam. Mijn beeld werd intussen al helemaal wazig door de grote hoeveelheid tranen die eruit kwamen. Ik veegde alle tranen achteloos weg en veranderde naar mijn wolf.
Ik negeerde alle kreten van Willow die mij na riep en me smeekte om te blijven. Ik negeerde het geschreeuw van Welsey die Logan helemaal door elkaar rammelde. Ik negeerde zelfs de tranen die van Willows wangen rolden.
Ik wilde weg.
Gewoon even weg.
Ik wist niet waar naartoe, niet hoe snel en niet hoe, maar ik wilde gewoon weg.
Ik sprintte een heel eind door de bossen heen en lette niet meer goed op de weg door de waas van tranen die in mijn ogen zaten. Daarom was het niet verrassend dat ik hard tegen iemand op knalde na het eindje sprinten. Ik veranderde vlug terug.
'Oh sorry, het spijt me! Kan ik je h-' maar middenin mijn zin hield ik opeens halt. Deze persoon was namelijk niet geheel willekeurig. Ze glimlachte.
'Geeft niks, Aster.'
Eldora
A/N
SORRRYYYYYY DAT HET ZO LANG DUURDE.
Om eerlijk te zijn kijk ik ook niet meer echt naar dit boek om 😅. En sorry voor dit fluthoofdstuk.
Ik heb eigenlijk nog wel een vraagje. Hoe willen jullie dat dit boek af gaat lopen?
□ Dramatisch, geen goed einde.
□ Standaard, goed einde.
□ Verras, beslis zelf maar.
Zet ff een comment neer en bedankt voor het lezen!
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top