†8†
'Wacht,' zei Scot. 'Heette die nou Verurs?'
'Wacht wat?' vroeg Ailith die niks van de naam mee gekregen had, verbaast.
'Ze zei dat zijn achternaam Verurs was, was dat niet een van jullie leraren? Ik wist dat hij jong was, maar zo jong...?' Ailith schudde haar hoofd.
'Dat is hem niet, meneer Verurs staat namelijk daar naast de Telyin die praatte over de sport richting,' zei Ailith en keek weer naar de jongen op het podium.
'Dat lijkt me eerlijk gezegd iets voor Brynna en Raïza,' zei Scot en Ailith knikte instemmend.
'Zoals het jullie misschien opgevallen is,' zei de jongen op het podium met een stralende glimlach, 'heb ik dezelfde achternaam als een van de leraren hier. Om alles even duidelijk te maken, ik ben zijn neefje.' Er werd hier en daar gelachen en Ailith zag dat meneer Verurs daarin meedeed. 'Maar ik ben hier niet om over mijn familie te praten,' vervolgde hij. 'Ik ben hier om te vertellen over de onderzoekende tak. Misschien wel handig om te weten: momenteel doe ik het derde jaar van mijn studie en ik ben nu druk bezig met het voorbereiden voor mijn specialisatie in onderzoek. Een specialisatie in onderzoek betekend dat je achter de geheimen van de studie wilt komen en natuurlijk wil onderzoeken. Het is een intensieve tak en het kost veel geld. Meneer Verurs weet daar alles van, dus als jullie me daarin niet geloven kunnen jullie altijd bij hem terecht.' Er werd weer gelachen en de jongen glimlachte breed, hij leek het helemaal naar zijn zin te hebben op het podium.
'Dit is zoveel beter om naar te luisteren dan al die saaie leraren,' zei Scot en Ailith lachte.
'Hij is wel echt een entertainer.'
'Ook geniaal dat hij gewoon het neefje van is... Alleen meneer Verurs ziet er ook echt verdacht jong uit. Gebruikt hij een of andere verjongingsspreuk of zo?' Ailith lachte.
'Ik dacht van niet, misschien kunnen we het na afloop aan z'n neefje vragen,' zei ze voor de grap.
'Dat is eigenlijk niet eens zo'n slecht idee...'
———
Het niet eens zo slechte idee werd aan het eind van de avond uitgevoerd. Scot had zijn handen weer op Ailiths schouders en samen liepen ze tegen de stroming in. Brynna en Raïza die een paar rijen achter hen hadden gezeten hadden zich nu bij hen gevoegd zodat de groep compleet was.
'Waarom gaan we tegen de stroming in?' vroeg Brynna en ontweek net een elleboog van iemand.
'We hebben wat vragen aan het broertje van Verurs,' zei Scot.
'Neefje,' verbeterde Ailith hem.
'Ook goed,' zei Scot en keek over de menigte heen. 'Ik zie hem volgens mij.'
'En de drukte wordt ook wat minder,' zei Raïza daarna.
'Zou wel fijn zijn,' zei Ailith die er niet tegen kon dat ze eigenlijk alleen maar mensen zag en niks anders.
'Oeh, ik zie hem,' zei Scot en duwde Ailith iets meer naar voren waardoor ze bijna over haar voeten struikelde. Maar door Scots actie waren ze nu wel uit de drukte en konden ze eindelijk weer ademhalen.
'Hey, Verurs' neefje!' riep Brynna en zwaaide alsof hij een oude bekende was. De jongen keek op en zette zijn bril recht op zijn neus.
'Ken ik jullie ergens van?' vroeg hij.
'Nee, maar je presentatie was wel tof,' zei Scot die zijn handen eindelijk van Ailiths schouders af had gehaald.
'Bedankt,' zei Verurs' neefje lachend.
'En we vroegen ons af of je ons misschien kon vertellen of Verurs een verjongingsmiddel gebruikt.' De jongen lachte.
'Sorry,' zei hij, 'maar dat is geheim.'
'Dus je ontkent het niet,' zei Ailith. De jongen keek haar aan en had haar duidelijk over het hoofd gezien.
'Nee,' zei hij en wachtte even met verder praten. 'Ben jij niet...?'
'Koffie?' zei Ailith vragend, de jongen knikte. 'Sorry nog daar voor...'
'Ik heb er een aardige brandplek aan over gehouden.' Scot begon te lachen.
'Ailith,' zei hij lachend haar naam beschuldigend.
'Ailith?' zei Verurs neefje vragend. Ailith knikte en hij stak zijn hand uit. 'Benjin, aangenaam.' Ailith schudde zijn hand. 'Hoe heet de rest?' vroeg hij daarna.
'Scot,' zei Scot meteen en stak ook zijn hand uit. 'Mag ik je eigenlijk ook Ben noemen?'
'Als je dat wil,' zei Benjin schouder ophalend.
'Ik ben Brynna,' zei Brynna die zich er tussen wurmde.
'En ik ben Raïza,' zei Raïza die haar hand over het hoofd van Brynna aanbood. Benjin lachte en schudde ieders hand uiteindelijk.
'Hebben jullie allemaal interesse voor de onderzoek tak? Of zijn jullie hier alleen voor de roddels over mijn oom?' vroeg hij uiteindelijk.
'Nou Ailith hier, is wel geïnteresseerd,' zei Scot en legde zijn hand weer op haar schouder. 'In de onderzoek tak, niet de roddels.'
'Bedankt Scot, maar ik kan ook heel goed zelf praten,' zei Ailith en rolde half met haar ogen. Benjin lachte.
'Dus, wat wil je weten?' vroeg hij.
'Kan je ook het veld in voor onderzoek?' vroeg Ailith om maar ergens te beginnen.
'Natuurlijk, vooral als je bijvoorbeeld onderzoek wil doen naar wilde draken zoals ik,' antwoordde Benjin. 'Want dan schiet je helemaal niks op met binnen blijven.'
'Klinkt logisch,' zei Scot en Ailith merkte dat Benjins ogen meer op Scot dan op haar gericht waren. Aan de ene kant vond ze dat wel grappig, maar aan de andere kant wel zielig, omdat Scot zowel aromantisch als aseksueel was.
'En waarom kost het eigenlijk zoveel geld?' Benjin lachte.
'Je stelt de goede vraag! Het komt vooral door de apparatuur aanvraag en als je geen Egrima bent, moet je meestal aan magie zien te komen.'
'Dat is best wel naaiend,' zei Brynna.
'Inderdaad, maar de Egrima zorgen wel voor veel, dus een beetje voordelen mogen ze wel hebben,' zei Benjin daarop. 'Maar als je een beetje goede cijfers hebt wordt er wel een deel voor je vergoed. Verder nog vragen?' Ailith schudde haar hoofd.
'Niet echt, dit was het belangrijkste,' antwoordde ze.
'Als je nog vragen hebt loop je maar weer eens tegen me op, het liefst zonder koffie natuurlijk,' zei Benjin met een knipoog en Ailith begon te lachen.
'Ik zal er aan proberen te denken.' Ailith wilde zich net met haar vrienden omdraaien toen Benjin zich nog iets leek te bedenken.
'Doen jullie eigenlijk allemaal de draken studie?' vroeg hij.
'Raïza, Brynna en ik wel,' antwoordde Ailith. 'Scot zit bij de medische groep.' Benjin knikte.
'Dan wil ik jullie een tip geven voor het tweede blok,' zei hij. 'Zorg dat je een kamer hier op de academie hebt wanneer jullie eieren uitgekozen hebben. Dan heb je meer tijd om voor ze te zorgen en je vergroot daarmee de kans door de selectie procedure aan het eind van dat blok door te komen.' Raïza, Brynna en Ailith keken elkaar aan.
'Bedankt,' zeiden ze in koor en Scot lachte.
'Dat klonk eng en geweldig tegelijkertijd,' zei hij.
'Dat jij dat nou niet kan,' zei Brynna plagend met een hairflip, die je bijna geen hairflip kon noemen door haar korte haar.
'Nog bedankt Benjin,' zei Raïza die geen zin had in Brynna's opmerkingen. Ze begon met lopen, maar zwaaide wel eerst naar hem. Nu was het Raïza's beurt om Ailith tegen de mensenmenigte te beschermde, al was het niet echt een menigte meer.
'En nu?' vroeg Ailith. 'Gaan we nog iets doen?'
'Het leek me wel slim om nog naar die aparte voorlichting over de kamers hier te gaan. Zeker na wat Benjin ons verteld heeft,' zei Raïza en Brynna knikte enthousiast.
'Ik denk dat ik dat aan me voorbij moeten laten gaan...' zei Scot en Ailith zag dat hem iets dwars zat.
'Zijn je ouders weer...?' vroeg ze zonder er echt bij na te denken. Scot knikte.
'Ze lijken nog steeds niet door te hebben dat ik volwassen ben...'
'Sterkte joh,' zei Brynna.
'Doe de groeten aan je zusjes voor me,' zei Raïza.
'Zal ik doen,' zei Scot en spreidde zijn vleugels waardoor mensen voor hem uit de weg gingen. 'Laters.' Hij steeg op en de drie meiden keken hem nog even na.
'Ik heb het wel altijd met hem te doen,' zei Raïza zacht. 'Ik hoop echt dat het ooit goed gaat komen met zijn ouders...' Ailith en Brynna knikte instemmend.
'Hoe laat is die voorlichting over de kamers?' vroeg Ailith om de zware sfeer lichter te maken.
'Over een half tijdperk,' antwoordde Raïza. 'Maar het is wel een stukje lopen.'
'Kunnen we daar beter maar meer beginnen,' zei Brynna en nam het voortouw zonder te weten waar ze eigenlijk heen moest. Dat was ook de reden dat Raïza haar bij de kraag pakte en een stukje terug trok.
'Derde verdieping,' zei ze.
'Lift?' vroeg Ailith.
'Trap,' zei Brynna. 'Want die is minder druk.'
'Daar heb je gelijk in. En de gevleugelde zijn waarschijnlijk ook druk in de weer.' Raïza knikte.
'Die zijn nu aan het overwerken.'
En zo gingen ze gedrieën naar de derde verdieping toe waar ze in een al aardig vol lokaal kwamen. Bij de ingang kregen ze foldertjes aangeboden die een paar spreuken bevatten waardoor je het papier om meer informatie kon vragen bij sommige onderwerpen.
'Handig!' zei Brynna die altijd al een fascinatie voor magie had gehad.
'Inderdaad,' zei Raïza. 'En ik zie daar goede plekken!' Ze pakte Ailiths en Brynna's arm vast en trok ze mee naar de lege stoelen. Raïza kwam naast een meisje te zitten dat druk bezig was met een apparaat in haar handen. Brynna ging tussen Raïza en Ailith zitten en boog zich naar Ailith toe.
'Ik heb het gevoel dat Raïza een oogje op haar heeft,' zei ze zacht en Ailith keek naar Raïza die vol spanning leek te wachten op iemand die het podium op zou komen.
'Op wie?' vroeg Ailith die niet echt kon zien naast wie Raïza zat.
'Dat meisje waar ze naast zit, bruin haar, opgeschoren aan een kant en de andere kant hangt voor haar gezicht.' Ailith keek nu achter Brynna en Raïza langs en zag net het bruine haar van het meisje waar Brynna het over had.
'Wat zit ze te doen?' vroeg Ailith. 'Met dat apparaat?'
'Het lijkt op een telefoon, maar ik snap niet dat je er zo druk bezig mee kan zij als je er alleen mee kan communiceren met andere mensen, meer niet,' zei Brynna.
'Misschien heeft ze wel een heel dramatisch gesprek?' opperde Ailith.
'Kan,' zei Brynna en een oude vrouw kwam voor het bord staan dat meteen op haar commando aanging.
'Goede avond,' zei ze met een hoge stem. 'Ik zie eerste, tweede en zelfs derdejaars, dat is goed.' Ze knikte een paar keer alsof ze een zinnetje steeds in haar hoofd aan het herhalen was.
'Houd het foldertje erbij en ik leid jullie erdoorheen.' Daarna kwam een heel verhaal over hoe er kamers aangevraagd konden worden. En over hoe ze onderhouden moesten worden. Ailith besloot dat ze het er binnen kort met haar vaders over zou hebben, want een eigen kamer dicht bij de drakentuin, zag ze wel zitten.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top