†7†
Uitgeput kwam Ailith weer thuis. Ze liet haar tas in de gang vallen en was meteen naar boven geslenterd als haar vader haar niet had tegen gehouden.
'En hoe was je dag?' vroeg Tero met een glimlach.
'Vermoeiend,' zuchtte Ailith en wilde zich langs haar vader werken om eindelijk haar bed in te kunnen stappen. Maar Tero had duidelijk andere plannen.
'En dat was het? Geen spannende avonturen?' Ailith keek haar vader vermoeid aan.
'Mag ik misschien slapen?' vroeg ze.
'Vooruit dan,' zei hij. 'Zolang je me morgen ochtend maar meer vertelt.' Ailith zuchtte.
'Is goed, is goed,' zei ze en wuifde met haar hand.
'Slaap lekker, schat.'
'Jij ook paps.'
———
Eindelijk kon Ailith zich in haar bed laten vallen. Het moment dat het matras haar opving, werd ze overspoeld met een verzadigd Gevoel. Ze trok de dekens over haar heen en viel langzaam in slaap. Haar droom bracht haar terug, naar jaren geleden.
'Papa! Papa!' riep ze en rende de tuin door naar haar vader die duidelijk met een machine bezig was. Hij keek op en glimlachte breed.
'Wat is er?' vroeg hij lachend en liet zijn werk tijdelijk aan de kant.
'Kijk wat ik gevonden heb!' piepte Ailith enthousiast en keek op naar haar vader die zo groot leek. Armis lachte en pakte het voorwerp aan.
'Wat is het?' vroeg hij terwijl hij het schitterende metaal in zijn handen omdraaide.
'Goud!'
'Goud?' Armis lachte weer en fronste daarna zijn wenkbrauwen. 'Interessant...'
Ailith knipperde een paar keer met haar ogen en het duurde even voordat ze doorhad dat ze weer wakker was. Ze glimlachte bij de gedachte aan haar droom. Ze was zo blij geweest dat haar vader haar wel geloofd had, terwijl de jongen in de tunnel het vertikte. Ze wreef in haar ogen en gaapte. Het was nog vroeg en gelukkig hoefde ze vandaag nergens heen. Ze rekte zich uit en dacht weer aan het goud, het kon niet iets anders zijn. Want wat was het als het geen goud was? Niemand die daar antwoord op kon geven. Ailith lachte en verklaarde iedereen die er niet in geloofde met die ene lach voor gek. Haar vaders hadden al aangetoond dat het geen gewoon metaal was. Daarom waren ze naar Akmeo gegaan, zodat ze hun nieuwste uitvinding konden laten zien en uitleggen. Natuurlijk hielden ze het materiaal dat voor het succes zorgde achterwegen, want dat zou het ongeloofwaardig maken. Hoewel ze het goud verborgen hielden, voelde het voor Ailith toch als een overwinning. Een stap dichterbij het bewijs leveren dat het echt bestond en dat al die mensen die haar ooit voor gek hadden verklaard idioten waren en erg sneu, de jongen in de tunnel inbegrepen.
Maar toch zat ze er een beetje mee, met die jongen. Hij had er toen zo betrouwbaar uit gezien, alsof hij ook in het bestaan van goud geloofde. Maar zijn woorden zeiden anders en hadden Ailith miserabel doen voelen. Bevond hij zich echt op de academie, zoals Verurs impliceerde? En was hij een student? Zo ja zou Ailith misschien eens naar hem toe moeten lopen en het vragen, maar aan de andere kant... Voor hetzelfde geld had die jongen nooit in goud geloofd en was het niet dezelfde waar Verurs het over had gehad. Ze zou het Verurs moeten vragen, dat was stap een..
Ik moet hem eigenlijk bedanken, die jongen, dacht Ailith. Anders had ik mezelf nooit zo graag willen bewijzen. Ze zuchtte en stapte haar bed uit.
Beneden vond ze haar vaders, beide met een kop koffie en beide met een krant.
'En?' vroeg Tero terwijl hij van zijn krant op keek. 'Ga je nog je avonturen vertellen?' Ailith lachte en zette ook een kop voor zichzelf klaar.
'Alleen omdat je zo aandringt,' antwoordde ze en Armis legde nu ook zijn krant neer.
Ailith vertelde hoe ze samen met Brynna twee draken had weten te lokken en hoeveel ze daar uiteindelijk over hebben zitten lachen.
'Wanneer mag je er dan een zelf kiezen?' vroeg Armis. Ailith dacht na.
'We hebben eerst een voorlichtingsavond en als ik het goed heb nog een kleine selectie voordat we een ei mogen kiezen. Ergens aan het eind van dit blok dus,' zei ze.
'Dat is dus redelijk snel,' zei Tero.
'Het is maar wat je snel noemt,' zei Armis met een knipoog en Ailith lachte.
———
Een week ging razendsnel voorbij waarin Ailith naast al de lessen die ze volgde ook nog eens de gemiste stof bijgespijkerd kreeg door Verurs. Hoewel ze dus vaak van hem les kreeg, had Ailith nog niet de kans gehad hem te vragen over degene die tegen hem gezegd had dat goud bestond. Ailith betwijfelde nu ook of ze die kans nog zou krijgen en zo ja, wanneer die kans zou zijn. Eindelijk was het laatste uur ten einde en Raïza had ervoor gezorgd dat ze met de hele vriendengroep ergens gingen eten.
'Ik hoop echt niet dat Brynna te laat is,' zuchtte Raïza. 'Ik wil echt niet te lang op mijn eten hoeven te wachten.' Ailith lachte.
'Het valt vast mee.'
'Wedden van niet?'
'Wedden van wel? Ik zie haar daar staan namelijk.' Raïza's ogen werden groot.
'Wel heb je ooit, sinds wanneer is zij vrienden met Atens?'
'Euhm, sinds vandaag?' zei Brynna die naar hen toe was gelopen en er werd gelachen.
'Hoezo die verandering? Ik dacht dat je hem haatte?' vroeg Ailith.
'Och, soms moet je je met de goden verzoenen om ze daarna weer in de weg te zitten,' zei Brynna met een knipoog. 'Ik zag Scot verderop lopen, dus als we iets door zetten kunnen we met z'n alle tegelijkertijd in het restaurant aankomen.'
'Nou rennen dan,' zei Raïza uitdagend.
'O, nee,' zei Ailith. 'Alsjeblieft niet.' Maar Brynna en Raïza waren al weg en Ailith was genoodzaakt ze achterna te gaan. Brynna en Raïza sprintten Scot voorbij die ze een beetje verbaast nakeek. Hij keek achter zich en zag Ailith zijn kant op komen.
'Hey,' zei Scot en lachte toen hij haar vermoeide gezicht zag. 'Waar gaan zij eigenlijk heen?'
'De sportschool,' zei Ailith en zuchtte. 'Soms zijn ze echt iets te competitief.' Scot lachte en keek in de verte.
'Zijn we dat niet allemaal?' Ailith haalde haar schouders op.
'Ieder op zijn eigen manier denk ik.'
———
Het was een gezellige avond, daar was iedereen het erover eens. Ze lachte en aten met genoegen. Na het eten schoven ze aan bij de drukte van de avond. Elke eerstejaars bevond zich op de eerste verdieping waar een lokaal speciaal voor zulk soort gelegenheden was. Scot had zijn handen beschermend op Ailith schouders gelegd, waar ze erg blij mee was. Zo werd ze namelijk niet door de hele meute meegesleurd en wist ze nog een redelijke plek te vinden om te zitten. Er kwam een vrouw het podium oplopen dat speciaal voor deze gelegenheid was opgebouwd. Ze keek rustig de zaal rond en vroeg of iedereen binnen was en haar kon horen. Er werd hier en daar geknikt.
'Welkom allemaal op de Academie van Kaydra, de plek die voor vele al de plek is geweest waar ze dag in dag uit zijn gekomen. Maar dit jaar is anders, dit jaar beginnen jullie aan jullie toekomst. Geen tijd meer om lui achterover te zakken! Hier wordt hard gewerkt.' Hier en daar werd er gegniffeld en Ailith hoorde dat Scot ook mee deed. 'Vandaag zal ik jullie laten zien waarvoor je hard kan werken en welke richtingen er zijn. Voor veel studies is dat hetzelfde, maar er zijn wel verschillen die onze specialisten aan zullen duiden. Nog vragen tot zover?' Niemand stak zijn hand op. 'Oké, dan nu onze eerste gast: Senford Hemmin.' Een man met roetzwart haar en doordringende donkerbruine ogen stapte het podium op. Ailith merkte aan alles dat hij op iedereen neerkeek. Zijn houding was arrogant en zijn blik uitdagend.
'Als hij geen edele is, weet ik het ook niet meer,' fluisterde Scot tegen Ailith en Ailith knikte. Deze Senford had wel een beetje de uitstraling van een Egrimu.
'Hallo,' zei hij met een brede glimlach alsof hij iets van plan was. 'Ik ben hier om te praten over de studie richting waarin je veel geld kan verdienen.' Hij lachte alsof hij net een grap had gemaakt die alleen hij begreep. 'Ook wel de economische tak genoemd. Bijna elke studie heeft die en is toegankelijk voor Egrima en niet Egrima.' Daarna begon hij een heel verhaal waar Ailith al snel de weg in kwijt raakte. Er leek geen einde aan zijn verhaal en ondersteunende beelden te komen.
'En als je je in de handen van Kaydarum weet te nestelen. Zal je net zo kunnen eindigen als ik! Of als mijn zoon!' Senford wees met zijn hand naar achteren en ieders blik ging naar een jongen die in de schaduwen van het podium stond.
'Ja, dat is echt mijn droom,' zei Scot sarcastisch. 'Er zo verslagen uitzien.' Ailith knikte, de jongen keek alles behalve vrolijk en ze begon medelijden met hem te krijgen.
'Dank u Senford,' zei de vrouw die de introductie had gedaan en kwam weer terug op het podium. Ze boog voor hem en liet hem daarna met een egoboost het podium aflopen. 'Dan gaan we nu verder.' Er kwamen drie mensen en een Telyin voorbij die allemaal Ailiths aandacht niet vast wisten te houden. Ze zuchtte.
'Ik heb het gevoel dat er helemaal niks voor mij bij zit,' zei ze.
'De avond is nog niet voorbij,' zei Scot en probeerde haar daar mee op te peppen.
'Heb jij dan al een interesse?' Hij knikte.
'Ik wil de medische onderzoek kant van de magie gaan,' zei hij.
'Vanwege je zusje?' Scot knikte.
'Ik hoop dat ik haar uiteindelijk kan helpen...'
'Ze heette Bente, toch?' Weer knikte Scot en keek zuchtend voor zich uit.
'Ik hoop echt dat ik haar leven dragelijker kan maken. En niet alleen die van Bente... Misschien kan ik Aniek dan eindelijk helpen om Arnout te worden...' Ailith keek hem met een begrijpende blik aan, maar ze kon het gesprek niet verder laten gaan omdat de volgende het podium op werd geroepen. Ze had zijn naam gemist, maar herkende hem meteen als de jongen waar ze koffie over had gegooid.
Cliffhanger, muhahahaha
Of niet echt, nou ja. Volgende week weten we wie de koffie jongen is :P
Lol Senford tho. Ga echt helemaal stuk door die man xD maar oké
Fijne dag allemaal!!!
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top