†4†
Siron stond voor de klas, ogen helder, bril recht, haar geordend. Het was de week na de hertentamens en de lessen waren weer van start gegaan. Hij keek de kleine klas door die zoveel was geslonken in de afgelopen twee jaar. Langzaam ging zijn blik over de hoofden van de studenten die voor hem zaten. Iemand viel hem op en een seconde bleef zijn blik bij haar hangen om daarna verder rond te kijken en zijn les te beginnen. Die ene seconde was genoeg om te weten dat er iets niet goed was en dat de gekelderde cijfers niet de reden daarvoor waren. Hij zuchtte zacht, maar liet zijn gedachten niet van de les afdwalen. Hij verhief zijn stem en begon met het uitleggen van de stof.
Toen iedereen zelfstandig aan het werk was, ging hij in zijn stoel zitten en zei gedag tegen de studenten die liever thuis aan het werk waren. Daarna zag Siron dat Ailith als een van de weinige was blijven zitten en hij keek haar over zijn bril aan, maar ze keek niet terug. Haar blik was op het papier -dat op haar tafel lag- gericht, maar was doelloos en leeg. Haar pen hing een paar centimeter boven het schrijfoppervlak en bewoog niet. Zelfs de vriendin waar ze naast zat wist haar niet te kunnen opbeuren en Siron maakte zich steeds meer zorgen. Er was duidelijk iets mis en hij fronste. Siron trok zijn blik van haar weg en richtte zich weer op zijn eigen werk, maar kon het niet laten soms een blik op haar te werpen in de hoop dat ze uit haar lege toestand zou schieten. Het voelde een beetje raar, maar wie zou dat niet doen als een van de meest enthousiaste leerlingen opeens geen emotie meer vertoonde? Zonder dat hij het door had stond hij op en liep naar haar toe.
'Mevrouw Ambres?' vroeg hij voor zijn gevoel luid en ze keek zonder een aanwezigheid van leven in haar ogen op. 'Loop je zo even met me mee?' Ze fronste, maar knikte. Ze zei iets tegen haar vriendin en hij vermoedde dat ze dacht dat het vooral over de cijfers ging. Hij wachtte geduldig terwijl ze haar spullen inpakte en haar vriendin afscheid van haar nam. Nu iedereen het lokaal verlaten had, wenkte Siron haar en ze liep zonder tegenspraak hem achterna.
In stilte liepen ze over de gangen. Dit voelt raar, dacht Siron en wist niet of het een gevoel van ongemak was of iets anders. Hij keek om en stopte voor zijn deur. Het was niet zijn kantoor, maar zijn woonplek en dat voelde een beetje vreemd. Maar de reden waarom hij hiervoor koos, was omdat hij wilde dat ze zich op haar gemak zou voelen. Ze zag er namelijk zo verslagen uit dat hij het niet aankon om haar in dat vreselijke kantoor te laten zitten. Ook zou hij zich dan beter op haar kunnen richten en niet afgeleid worden door de kleine beetjes magie die in het kantoor rondhingen.
'Na u,' zei hij terwijl hij de deur opendeed. Ze liep naar binnen en stond een beetje vragend in de gang. 'Je kan je tas daar neerzetten. Je mag aan de tafel gaan zitten.' Ailith knikte en legde haar tas op de grond.
'Moeten mijn schoenen ook uit?' vroeg ze voorzichtig wetend dat ze in zijn kamer gestapt was en Siron haalde zijn schouders op.
'Ik doe het meestal wel, maar als je het prettiger vindt om ze aan te houden, mag dat,' antwoordde hij en uiteindelijk trokken ze beide hun schoenen uit.
Daarna liep Ailith een beetje twijfelend de woonkamer in die overliep in een keuken en ging aan de tafel zitten bij het raam waar twee stoelen aan aangeschoven waren.
'Wil je thee?' vroeg Siron toen ze zat en ze knikte verlegen. Hij zette water op en hield haar even later een theedoos voor, omdat hij het gevoel had dat ze niet veel wilde zeggen. Ze wees naar de zwarte thee en even later kon hij haar een grote kop voor zetten. Daarna pakte hij zijn eigen mok en ging tegenover haar zitten.
'Dus,' begon hij rustig en zette zijn bril wat beter op zijn neus zodat hij haar goed kon zien. 'Waarom denk je dat je hier bent?' Ailith keek naar haar thee en Siron zag dat haar handen lichtjes trilden. Hij zag ook dat ze lichtjes op haar lip beet voordat ze sprak.
'De cijfers...' zei ze zacht en klemde haar mok stevig tussen haar handen.
'Ja,' zei Siron en knikte. 'Maar ik denk dat daar een reden achter zit... Ik bedoel...' Ze keek op, eventjes, maar het was genoeg voor Siron om door te gaan.
'Gaat het eigenlijk wel?' De bezorgdheid was in zijn stem te horen terwijl hij haar aankeek. Ailith keek weer op, maar nu stonden de tranen in haar ogen en haar lichaam begon te schokken. Ze schudde haar hoofd en Siron stond meteen op om een zakdoekje voor haar te halen dat hij haar even later aanreikte. Ze nam het witte stuk stof aan en snoot haar neus en droogte haar tranen.
'Nee,' zei ze nog steeds huilend en Siron wachtte tot ze weer een beetje bedaard was.
'Mag ik vragen wat er gebeurd is?' Meer tranen stroomden uit haar ogen en ze probeerde iets te zeggen. 'Ik dwing je tot niets, Ailith,' zei hij bijna bang leek het wel en hij ging weer tegenover haar zitten. Ze keek hem aan en daarna schuin omhoog naar het plafond terwijl ze weer op haar lip beet.
'M-mijn oma,' bracht ze uit en veegde meer tranen weg. 'Z-ze...' De weggeveegde tranen kwamen weer in dubbele hoeveelheid terug. Siron bracht haar nog een zakdoekje en Ailith mompelde een bedankje.
'Ik weet het goed gemaakt,' zei hij rustig met een zucht toen ze haar adem weer iets terug leek te hebben. 'Je mag van mij al je verpeste tentamens van deze periode opnieuw maken wanneer je er klaar voor bent...' Ailith keek op en diep zijn ogen in alsof ze niet kon geloven wat hij net zei.
'Echt?' vroeg ze met een schokkende stem. Siron knikte en glimlachte voorzichtig.
'Geef aan wanneer je dat wil doen en ik zorg dat het geregeld wordt,' zei hij. 'Dat is wel het minste wat ik voor je kan betekenen.'
'B-bedankt,' snotterde ze. 'Maar h-hoe kunt u dat regelen?'
'Ik zal het hoofd van de academie de situatie voorleggen. Ik denk dat zij het wel begrijpt.' Ailith knikte en murmelde weer een bedankje. Ze nam een slok van haar thee en keek naar buiten.
'Is er verder nog iets wat ik voor je kan doen?' vroeg Siron terwijl hij haar gade sloeg. Ze schudde haar hoofd, hij glimlachte en knikte weer.
Er viel een stilte waarin ze langzaam hun thee opdronken en naar buiten keken. In die stilte kon Siron het rare gevoel in zijn buik weer voelen waar hij geen woorden aan kon geven. Hij negeerde het gevoel voor nu en herinnerde zich dat hij binnenkort weer een gesprek met de heer Hemmin had. Siron keek er eerlijk gezegd niet naar uit, want hij had het gevoel dat ze hem op de academie wilden houden terwijl hij toch echt eens een keer zijn onderzoek wilde beginnen. Een zucht verliet zijn lippen en hij dronk zijn thee op. Ailith leek weer in haar eigen lege wereld te zijn beland en Siron liet haar zitten. Als zijn oma gestorven zou zijn zou hij ook liever uit het raam willen staren dan zich in de wereld om zich heen te mengen.
Siron stond op van zijn plek om zijn mok naar de keuken te brengen Ailith keek op en keek hem aan.
'Gaat het met u ook goed?' vroeg ze eerder om aardig te zijn dan omdat ze het zich echt afvroeg.
'Ja, op zich,' zei hij en zette zijn mok op het aanrecht neer. 'Laatste jaartje leraar als het allemaal meezit.'
'Ook klaar met je thee?' vroeg hij daarna bij het zien van haar lege kop en ze knikte.
'U wilde een onderzoek doen, toch?' Siron knikte en merkte dat ze een gesprek wilde voor wat afleiding.
'Naar de grote draken van vroeger,' zei hij, misschien een klein beetje overdreven, maar Ailith lachte.
'Vergeet me niet op te zoeken als je goud vindt,' zei ze en het was Sirons beurt om te lachen.
'Nee, dat zal ik niet vergeten.'
H
mmm 🤔
Het einde van mijn voorraad kom opeens heel dichtbij... Maar ik heb gelukkig bijna tentamenweek waarin ik maar 2 tentamens heb aan het begin van de week aka de tweede weekhelft is schrijven!!! 😃 Misschien word Het spel van de Koningin dan ook eindelijk afgeschreven 😄
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top