†2†

Ailith had zo snel als ze kon het formulier ingevuld en ingeleverd. De oude man achter de balie knikte.

'Het is goed,' zei hij. 'Je kan je draak ophalen, ze hebben het eten van de week al gehad.' Ailith glimlachte.

'Bedankt,' zei ze en snelde naar de drakentuin toe waar Daelyn was. Het duurde even voordat Ailith haar draak gevonden had, want ze was niet meer bij het kleine watervalletje te vinden, omdat dat niet heel praktisch meer was. Na heel veel roepen en zoeken vond Ailith de wyvern opgerold in de sneeuw te slapen.

'Daelyn,' zei Ailith en de draak opende haar demonen ogen. 'Goede morgen!' Daelyn gaapte en rekte zich even later uit. Ze schudde elk lichaamsdeel en haalde zo elke sneeuwvlok van haar lijf af. Eenmaal van de sneeuw verlost keek Daelyn Ailith nieuwsgierig aan.

'We gaan naar Lyskardis,' zei Ailith. 'Naar de tuin van Scot.' Daelyn liet Ailith weten dat ze wist wie hij was en zijn geur nog vaag herinnerde. Ailith lachte.

'Laten we gaan dan.'

Niet veel tijdperken van Atens later vlogen ze hoog in de wolken. De eilanden van Lyskardis kwamen steeds dichterbij en Ailith kon zien hoe ze langzaam op de wind voortdreven. Het eiland Ewenm lag rechts van ze en Daelyn helde naar links naar het eiland Git waar Scots tuin lag.

'Je moet wel voorzichtig bij het landen zijn,' zei Ailith tegen Daelyn. 'Hij heeft veel werk in de tuin gestopt.' Daelyn knikte om te laten zien dat ze het begreep en Ailith aaide haar nek.

Langzaam werd de tuin zichtbaar en de bomen stonden er trots bij, de bloemen namen het zonlicht gulzig op en weerkaatste het daarna met hun felle kleuren. Daelyn cirkelde een paar keer om de tuin heen en besloot uiteindelijk om voorzichtig op een stukje gras te landen. Eenmaal geland ging Daelyn liggen en Ailith stapte af. De wyvern sloot haar ogen en Ailith glimlachte.

'Ik maak je wel weer wakker als ik je nodig heb,' zei ze en liep de tuin in. Al snel zag ze haar gevleugelde vriend die de bloemen water gaf. Iets verderop zat zijn zusje Bente tussen de bloemen rustig voor zich uit te kijken. Scot keek op en glimlachte naar Ailith.

'Goede morgen,' zei hij en gaf de laatste planten hun gewilde water.

'Goede morgen,' zei Ailith en begroette hem uiteindelijk met een korte knuffel. 'Hoe gaat het?'

'Goed, goed,' zei Scot afwezig en keek achterom naar zijn zusje die heel geconcentreerd naar een knalroze bloem keek. 'Bente?' Ze keek op en knipperde even. Scot lachte en wenkte dat Ailith hem moest volgen. Hij knielde bij zijn zusje neer en keek haar aan.

'Bente, dit is Ailith,' zei hij tegen haar en wees naar Ailith die naar de eenvluegelige gevleugelde glimlachte. Bente glimlachte terug.

'Hallo,' zei ze zacht.

'Ailith, dit is Bente,' zei Scot toen. Bente knikte en keek daarna weer gefascineerd naar de bloem. Scot stond op.

'Ze is niet zo'n prater,' zei hij lachend. 'Als je nog iets nodig hebt moet je het zeggen,' zei hij daarna tegen zijn zusje die afwezig knikte. Scot zuchtte met een glimlach en gebaarde Ailith hem te volgen.

'Hoe was Varrijk?' vroeg hij toen ze op een bankje gingen zitten. 'Je had wel wat over de telefoon verteld, maar dat is ook weer een tijdje geleden.'

'Het was geweldig!' zei Ailith. 'Ik heb zo veel geleerd over wyvernen!'

'Dat is mooi!' zei Scot en nam Ailiths enthousiasme langzaam over. 'Dus jij bent aan het eind van dit studiejaar gewoon professor in draken?' Ailith lachte.

'Zo werkt dat niet, maar je zou het wel bijna kunnen zeggen.'

'Dus wat heb je allemaal geleerd?'

'Zo veel! En Daelyn kan nu vliegen en gericht vuurspuwende!' Scouts ogen werden groot.

'Nou dat noem ik nog eens gaaf! Waar is die kleine draak?' Ailith lachte en Scot fronste.

'Wat is er grappig?' vroeg hij verward.

'Ze is niet echt klein meer,' zei Ailith stralend.

'Oh? Oh! Dat is geweldig nieuws!' zei hij vrolijk.

'Wil je haar zien?'

'Is ze hier dan?' zei hij en zijn ogen werden opeens blauw. 'Ze gaat toch niet mijn tuin platbranden toch?!' Ailith lachte en sloeg haar hand tegen haar hoofd.

'Nee,' zei ze en schudde van het lachen. 'Zo goed heb ik haar wel opgevoed.'

'Gelukkig,' zei Scot opgelucht en haalde nep het zweet van zijn voorhoofd. 'Laten we haar dan maar opzoeken!' De gevleugelde stond vol goede moed op en liep samen met Ailith naar de wyvern toe.

'Jeetje, wat is ze groot geworden!' zei Scot en spreidde zijn vleugels zodat hij de draak van alle kanten kon bekijken. Uiteindelijk landde hij naast Ailith en legde zijn hand op haar schouder. 'Dat heb je goed gedaan.'

'Bedankt, maar ze heeft het toch echt zelf gedaan,' zei Ailith en Scot haalde zijn hand lachend door zijn haar. Zijn ogen flikkerde weer naar groen.

'Heb je het nog steeds niet onder controle?' vroeg Ailith terwijl ze naar zijn ogen keek. Scot keek weg en zijn lach vervaagde. Hij zuchtte en ging in het gras zitten. Ailith kende Scot langer dan vandaag en herkende het gedrag waardoor ze wist dat ze naast hem moest zitten voor antwoorden.

'Het begint steeds erger te worden...' zei Scot. 'Je weet toch nog dat ik mijn magie die me tijdens het vliegen beschermt activeer als mijn ogen blauw worden?' Ailith knikte en herinnerde zich nog dat ze hem dat bij hun eerste ontmoeting nieuwsgierig gevraagd had.

'Ja, en dat het ook deels beïnvloed word door je emoties, toch?' zei Ailith en Scot knikte.

'Ik ben dus een beetje emotioneel instabiel zou je kunnen zeggen, maar mijn ouders lijken niks door te hebben. Daarnaast willen ze me van de academie halen om een lucht priester te maken,' zei hij en een gefrustreerde frons ontstond tussen zijn wenkbrauwen.

'Nee,' zei Ailith. 'Dat kunnen ze niet doen!'

'Dat zei ik ook al, maar het is niet alsof ze luisteren...' Scot zuchtte en plukte wat aan het gras. 'En zeker nu Arnout heeft gezegd dat hij geen Aniek meer wil worden genoemd...' Scot sloot zijn ogen en sloeg in de grond. 'Waarom snappen ze het niet!' Hij draaide zijn knokkels dieper de aarde in en Ailith legde voorzichtig haar hand op zijn schouder. 'En nu lopen ze mij te beschuldigen van hen te hebben verraden door het niet te zeggen!' Een traan liep uit zijn oog die Scot snel wegveegde. 'Het is gewoon niet eerlijk.' Ailith keek haar vriend bezorgd aan en wreef zachtjes over zijn schouder.

'Is het misschien een goed idee om vanavond voor het avondeten bij ons aan te schuiven?' Scot keek haar aan.

'Ik kan Bente hier niet achterlaten,' zei hij met een stem vol tranen.

'Dan nemen we haar mee,' zei Ailith vastberaden. 'Ze kan mee op Daelyn als ze niet al te zwaar is.'

'Ze is lichter dan een veertje,' zei Scot en leek het aanbod te overwegen. 'Is dat geen probleem dan? Twee monden meer om eten te geven...' Ailith lachte.

'Als er iets geen probleem is, dan is dat dat wel,' zei ze en wreef Scot geruststellend tussen zijn schouderbladen.

'Ik denk dat Bente dat ook wel leuk zal vinden,' zei hij afwezig.

'Is er nog iets?' vroeg Ailith die zag dat Scots frons nog steeds niet verdwenen was.

'Dat Arnout nu een beetje heel erg gevangen wordt gehouden door mijn ouders...' zei hij en elke spier in zijn lijf was gespannen toen hij dat zei. 'Anders zou hij hier ook zijn... Zo ver van huis af als mogelijk...' Ailith schrok bij het horen van de haat in zijn stem en haalde voorzichtig haar hand van zijn schouder af. Verward keek ze naar de grond. Scot had het duidelijk moeilijk... Een paar jaar geleden had hij haar verteld over zijn seksualiteit en hoe zijn ouders dat alles behalve zouden accepteren. In de samenleving van de gevleugelden was kinderen krijgen heel belangrijk waardoor de vrouw zowat vereerd werd. De ouders van Scot hadden twee dochters waarvan de een geen dochter wilde zijn en de ander een vleugel miste waardoor alle last op Scots schouders kwam te liggen terwijl hij nooit de droom van zijn ouders waar kon maken.

'Zullen we dan nu al gaan?' vroeg Ailith. 'Als al je planten water hebben tenminste.' Scots lach kwam weer terug, dat kwam die altijd als het over zijn tuin ging.

'Ja, ik heb degene die water nodig hadden vandaag al gehad,' zei hij en wreef de tranen zijn ogen uit. Daarna stond hij op en klopte het gras van zijn broek af. Hij stak zijn hand uit en hielp Ailith ook op haar benen.

'Laten we Bente dan maar halen.'

———

Met een enorme glimlach op haar gezicht werd Bente door Scot van Daelyns rug gehaald.

'Dat was geweldig!' zei de enthousiast en Ailith lachte blij toen ze ook weer op de grond stond.

'Fijn dat je het naar je zin had,' zei ze en verloste Daelyn van haar zadel zodat de wyvern comfortabeler in de voortuin kon liggen. Al was het momenteel rollen.

'Bedankt!' zei Bente en bleef stralen terwijl ze Ailith een stevige knuffel gaf.

'Geen probleem joh. Laten we naar binnen gaan, dan weten mijn vaders dat er bezoek is,' zei Ailith en ging de gasten voor. Ze opende de deur en liep Scot en Bente de woonkamer in. Bentes mond ging open van verbazing.

'Wat mooi!' zei ze en keek vol bewondering in het huis rond. Ailith lachte, haar huis verschilde namelijk heel erg van die van de gevleugelden. De keer dat ze bij Scot langs was, al bijna vijf jaar geleden, had ze daar ook met open mond gestaan. Het verschil was namelijk enorm. Haar huis bestond voornamelijk uit hout en was aan de binnenkant rommelig en opgeruimd tegelijkertijd. Scots huis was eerder een enorme villa waarin alles wit en goud was, iets wat je na enige tijd wel gaat vervelen.

'Pap? Pap?' vroeg ze twee keer in de hoop dat er in ieder geval een zou reageren. Ze kreeg geen antwoord, maar hoorde wel de stem van Armis uit de keuken komen. 'Ga vooral op de bank zitten,' zei Ailith tegen Bente en Scot en duwde daarna de keukendeur open.

'Pap?'

'Ja, dat begrijp ik,' zei Armis aan de telefoon en knikte serieus. 'Oké, ja... Wanneer is het?' Ailith liep langzaam naar hem toe, maar hield wel wat afstand.

'Oké, ja is goed. Bedankt...' Armis hing de telefoon op en zuchtte daarna keek hij Ailith aan.

'Pap?' vroeg Ailith bezorgd toen ze een traan in zijn ooghoek zag zitten. 'Wat is er?' Armis slikte.

'Oma is ziek...'

😢

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top