†2†
Met een plof kwam haar tas op de grond.
'Ik ben thui-huis!' riep Ailith en hoorde wat gerommel in de achterkamer.
'Hoe was het?' klonk de stem van een van haar vaders.
'Ik ben aangenomen!' riep ze vrolijk terug en veroorzaakte nog meer gerommel. Een deur ging open en haar vader kwam met een veiligheidsbril op zijn voorhoofd tevoorschijn. Op zijn gezicht een brede grijns en hij liep naar haar toe. Uiteindelijk pakte hij haar op en tilde haar de lucht in.
'Pa-hap,' zei Ailith lachend. 'Ik ben geen klein kind meer.' Haar vader zette haar weer neer, maar zijn glimlach was alles behalve vervaagd.
'Sorry Ai, maar ik ben gewoon zo blij voor je!' zei hij met een glimlach van oor tot oor. 'Eindelijk kan je je droom achterna!'
'En eindelijk zijn we af van dat draken gezeur,' voegde een andere stem er lachend aan toe.
'Pap!' zei Ailith lachend en viel haar andere vader om de hals.
'Gefeliciteerd meid, ik wist wel dat je het in je had.' Ailith straalde en herinnerde zich plots iets.
'O, ja,' zei ze en snelde naar haar rugtas toe. Ze grabbelden er wat met haar handen in en viste er een blaadje uit. 'Dit moeten jullie nog even ondertekenen.' Ze gaf het blaadje aan haar vader, Tero, omdat haar andere vader, Armis, vieze handen had van zijn werk. Tero pakte het papier aan en las het door, Armis las over zijn schouder mee. In hoeverre dat kon dan, want Armis was een kop kleiner dan zijn man.
'Nou,' zei Tero. 'Dit is toch helemaal goed dan?' Armis stemde in.
'Gewoon hier ondertekenen,' zei hij wijzend naar een plek op het papier. 'Ik was eerst even mijn handen, dan onderteken ik het ook.' Ailith stond glunderend naar haar vaders te kijken, ze kon het niet beter met ze hebben. Vroeger vroeg ze zich soms wel eens af hoe het zou zijn om een moeder te hebben en vaak was dat omdat wanneer ze "papa" riep er door twee gereageerd werd. De andere kinderen in haar klas hadden er geen last van, alhoewel er was een meisje dat ongeveer hetzelfde probleem had: zij had twee moeders. Maar Ailith zuchtte tevreden en kreeg een vragende blik van haar vader.
'Wat is er?' vroeg Tero en Ailith lachte.
'Ik ben gewoon zo blij met jullie,' zei ze. 'Ik had geen betere vaders kunnen wensen.'
'Ailith,' zei haar vader met een overslaande stem en begroef zijn gezicht in zijn handen. 'Je weet dat ik niet goed tegen zulk soort complimentjes kan.' Ailith lachte en zag hoe het gezicht van Tero helemaal rood was geworden. Armis kwam vragend in de gang staan.
'Wat heb je nu weer gedaan?' vroeg hij lachend.
'Hem laten blozen,' antwoordde Ailith lachend.
'Je lijkt net je vader,' zei Tero met een stem die deels gesmoord werd door zijn handen.
'Welke?' vroeg Ailith plagend en Armis lachte.
'Beide.'
________
De volgende dag kwam ze weer op de academie, maar deze keer ging ze niet langs voor koffie bij Theo. Het zou ook alles behalve praktisch zijn, omdat op dat moment het zogenoemde spitsuur daar plaats vond. Daarom liep ze meteen naar de plek waar een groot deel van de gevleugelden werkten, onder wie er een vriend van haar. Ze ging op de plek staan waar ze moest staan als ze naar boven wilde en wachtte. Ongeduldig keek ze langs alle andere mensen die voor haar stonden, hopend Scot ergens te zien. Net op dat moment zag ze de bekende blonde kop van hem landen en met moeite wrong ze zich naar voren. Ze duwde mensen aan de kant die haar verontwaardigd aankeken en haar fluisterend afkeurden. Ailith negeerde ze en liep in een rechte lijn naar haar vriend toe.
'Ailith!' zei Scot opgewekt en lachte. Zijn groene ogen hadden een rare twinkeling en Ailith verwachtte dat ze elk moment naar blauw zouden schieten.
'Hey,' groette Ailith hem, maar voordat ze verder kon praten werd ze abrupt onderbroken door een geïrriteerde vrouw.
'Sorry hoor,' zei ze. 'Maar ik was voor!' Scot lachte beleefd en maakte een kleine buiging.
'Het spijt me zeer mevrouw,' zei hij. 'Maar vrouwe Ambres hier is een VIP.' De vrouw haalde verbaast haar wenkbrauwen op.
'Een VIP?' Scot knikte.
'En ik zie daar een gevleugelde zonder werk, dus haar aanspreken lijkt mij de snelste optie.' Gelukkig was de vrouw daar snel van overtuigd en Scot lachte gemeen.
'Wiens leven ga je nu weer verzieken?' vroeg Ailith de lach gadeslaand.
'Zij begon!' riep Scot verontwaardigd uit. 'Maar dat vertel ik je later wel... Naar welke verdieping moet ik je brengen?'
'Vijf,' antwoordde ze.
'Verdieping vijf wordt het!' zei hij en spreidde zijn vleugels. 'Je kent de procedure.' Ailith knikte lachend en Scot ging achter haar staan. Hij tilde haar op en klemde zijn armen stevig om haar middel. Een paar seconden later schoten ze omhoog en Ailith voelde zich gewichtsloos, al was het maar voor even. Na precies drie vleugelslagen waren ze bij het landingsplatform en Scot zette Ailith er rustig op.
'Zie je later weer,' zei Ailith en zwaaide. De gevleugelde zwaaide vrolijk terug en dook daarna naar beneden met zijn vleugels strak tegen zijn lichaam aangedrukt. Met een lichte jaloezie keek Ailith hem na, maar niet lang, het formulier te laat inleveren was namelijk niet iets wat ze kon permitteren.
Haar korte beentjes zette zich af van de grond en liepen in een gestaagd tempo naar de administratiebalie. Aan de balie stond de man die haar gisteren ondervraagd had. Ze keek op de klok en zag dat ze gelukkig ruim op tijd was. Meneer Verurs merkte haar nu ook op en zag hoe zij haar formulier op de toonbank legde.
'Gelukt?' vroeg hij en Ailith keek hem een beetje verward aan. Hoe zo zou het niet gelukt zijn?
'Ja, ik moet het hier inleveren, toch?' Verurs knikte.
'Dat klopt,' zei hij. Ailith hield zich heel erg in niet te vragen waarom hij hier was. Controleren of ze op tijd het formulier ingeleverd had? Maar dat sloeg nergens op, de administratie legde ook de tijd vast, dus dat zou hij kunnen controleren zonder hier te zijn. Ailith keek op uit haar gedachten toen er een deur achter de balie open ging.
'Sorry, sorry, sorry,' hoorde ze een jongen zeggen die waarschijnlijk een jaar ouder dan zij was. 'Het is zo druk zonder Elkras...' mompelde hij en rommelde wat in de bladen die op het bureau achter de balie lagen dat Ailith alleen kon zien als ze op haar tenen zou staan. 'Als jullie even wachten?' De jongen verdween achter de deur waar hij vandaan was gekomen en Verurs zuchtte.
'Als ik wist dat Elkras er niet was...' zei hij zacht.
'Wat?' vroeg Ailith. Meneer Verurs lachte.
'Niks wat jouw oren aangaat.' Ailith rolde met haar ogen, moest deze man haar ook nog les gaan geven?
'Sorry, voor het lange wachten, jullie staan hier waarschijnlijk al een tijd-' De jongen viel stil en keek Verurs met veel respect aan en alsof die blik niet genoeg zei, maakte hij ook nog eens een buiging. 'Meester Verurs,' zei hij al buigend. 'Wat een eer.'
'Ja, ja,' zei Verurs en wuifde het met een hand weg. 'Ik ben geen edele, dus die formaliteiten hoeven niet.'
'Maar u bent wel-' Verurs kapte hem met een geërgerde blik af.
'Ik ben hier niet voor een ophoging van mijn ego,' zei hij bars.
'Excuus, excuus,' zei de jongen en boog telkens wanneer hij zijn excuses aanbood. Verurs zuchtte en Ailith zag dat hij het liefst gewoon weg wilde lopen.
'Genoeg met dat excuus!' zei hij toen de jongen maar door bleef gaan. Ailith was blij dat hij dat deed, omdat de jongen haar ook wel aardig op de zenuwen begon te werken.
'O, sorry. Ik bedoel-!'
'Zou ik misschien dit in kunnen leveren?' vroeg Ailith en kreeg een soort van dankbare blik van de man die naast haar stond.
'O, ja natuurlijk. Sorry, ik had je helemaal over het hoofd gezien.'
Auw, dacht Ailith. Zo klein ben ik toch ook weer niet?! Maar gelukkig nam de jongen haar formulier aan en begon op een vreemd automaatje te tikken.
'Ja, je staat erin. Morgen wordt je op de zestiende verdieping verwacht.'
'De zestiende?!' vroeg Ailith vol ongeloof. Ze was nooit hoger geweest dan de zevende verdieping. Ze wist niet eens dat er een zestiende bestond. Alhoewel nu ze er over nadacht was dit gebouw wel best hoog en had het waarschijnlijk meer dan zestien verdiepingen.
'Ja, de zestiende,' zei de jongen.
'Oké,' zei Ailith nog steeds de schok proberen te overkomen. 'En welk lokaal?'
'Zestien, makkelijk te onthouden dus.' Ailith zuchtte.
'Bedankt,' zei ze en draaide zich om.
'Je wordt om het zesde tijdperk van Atens verwacht!' riep de jongen haar na.
Zes t-a? dacht Ailith vol ongeloof. Wie dachten ze wel niet dat ze waren?!
*t-a, afkorting van tijdperk van Atens
(*Atens, God van tijd)
Armis en Tero, de cuties >.<
Dit is echt het eerste verhaal dat ik schrijf waarbij ik echt zo iets heb van: Ik houd echt van al m'n personages xD (want meestal mag ik er eentje niet)
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top