†19†
'Wat is het groot hier!' zei Alies met open mond. Ailith lachte terwijl ze haar oma een rondleiding door de academie gaf.
'En dan heb je de helft nog niet eens gezien,' zei Ailith.
'Nee, maar ik wil liever je draak zien dan de rest van het gebouw,' zei haar oma daarop. 'Oh, is dat?' Alies wees naar Noraré's altaar. Ailith knikte.
'Noraré heeft hier het grootste altaar van de hele stad.'
'En waar zijn de draken dan?' vroeg Alies.
'In de tuin, we zijn er bijna,' antwoordde Ailith en nam haar oma aan de arm mee achter Noraré's altaar. 'Daar is de deur.' Ze wees naar de bekende deur en Alies hield Ailiths arm nog steviger vast.
'Dit is spannender dan ik me had voorgesteld. Echte draken van dichtbij bekijken...' zei ze dromerig. 'Mag ik ze ook aaien?' Ailith lachte.
'Als ze het toelaten, ja. Ik denk dat Daelyn je haar wel laat aaien,' zei Ailith en opende de deur met haar studentencode. Ze liepen door de gang naar de volgende deur die Ailith langzaam open deed.
'Welkom in de drakentuin,' zei ze met een lach en Alies keek haar ogen uit. Buiten was het niet de warmste temperatuur, maar in de tuin was een warmte gecreëerd door de draken zelf. Er was zelfs een gebied, had Ailith laatst ontdekt, waar Midra de overhand had en de meest hitte bestande draken leefden. Daarnaast was in een andere hoek van de tuin een veel kouder gebied met ijs en sneeuw waar Daelyn zo nu en dan ook te vinden was.
'Wat is het mooi hier,' bracht Alies verwonderd uit en lachte bij het zien van verschillende draken die elkaar speels achterna zaten. 'En zo veel draken!'
'Dat is nog niks,' zei Ailith vrolijk. 'Er zijn er veel meer! De drakentuin is namelijk een vierde van de academie.'
'Een vierde?' vroeg Alies verbaasd, Ailith knikte. 'Hoe ga je dan ooit je draak vinden?'
'Meestal komt ze mijn kant op, maar ze heeft een paar plekjes waar ik haar kan vinden,' zei Ailith, maar had het gevoel dat Daelyn dichtbij was. En gelijk had ze, ze liepen een pad op toen Ailith het wit blauwe draakje hun kant op zag lopen. Vliegen lukte Daelyn nog steeds niet, maar de draak fladderde soms wel kleine stukjes.
'Daelyn,' zei Ailith en ging door haar knieën. De draak die nu net zo groot als een kat was gromde vrolijk en keek Ailith met glimmende oogjes aan. Daarna gingen de ogen van de wyvern naar Alies die voorzichtig ook door haar knieën ging.
'Oh, wat een schatje,' zei ze en liet Daelyn haar observeren.
'Dit is mijn oma,' zei Ailith tegen Daelyn en de draak keek de twee mensen om de beurt aan. Ze rechte haar vleugels wat op haar rug en hopte iets dichter naar Alies toe om haar wat te besnuffelen. Niet veel later kon Ailiths oma zonder problemen de draak aaien. Daelyn gromde tevreden.
'Je hebt haar wel goed opgevoed,' zei Alies lachend. Ailith glimlachte.
'Ik heb mijn best gedaan,' zei ze en keek naar haar draak die zich achter haar kopstekels liet krabben. Na genoeg aandacht te hebben gehad hopte Daelyn vrolijk naar Ailith toe. Ze hield haar hoofd schuin en gromde trots. Ailith fronste glimlachend.
'Wat is er?' vroeg haar oma die langzaam weer opstond.
'Ze wil ons iets laten zien,' antwoordde Ailith.
'Oh?' Daelyn keek ze zelfverzekerd aan en liep iets naar achteren. Daarna zette ze de nagels van haar vleugels op de grond. Ze zette haar poten de grond stevig in en versmalde haar ogen. Daarna begon ze een vreemd grommend geluid te maken, het leek een beetje op het geluid van onweer in de verte. Haar buikschubben begonnen bij de blauwe punten op te gloeien. Daelyn opende haar kaken en haar mond gloeide lichtblauw op. Ze trok haar kop iets naar achteren en spuwde een blauwe vuurbol naar de grond. Ailiths mond viel open van verbazing.
'Bij Noraré...' zei ze en keek haar draak mat grote ogen aan. De meeste draken konden pas vuurspuwen na hun eerste levens jaar. Daelyn keek haar trots aan terwijl het blauwe vuurbolletje uitdoofde. Daarna flapperde ze met haar vleugels wachtend op een reactie van Ailith. Ailith keek de wyvern aan. Ze lachte en voelde een warm gevoel van hoop door haar lichaam heen stromen. Ze liep naar haar draak toe, knielde en pakte haar kop vast. Daarna kaf ze Daelyn een dikke kus op haar neus en Alies lachte. Ailith knuffelde de draak daarna stevig en Daelyn gromde lachend.
'Je bent geweldig Daelyn!' zei Ailith en aaide de draak over haar kop. 'Echt, wauw!' Ze bleef de draak nog een tijdje prijzen tot ze opeens een ander gesprek hoorde dan misschien niet voor haar oren bedoeld was. Ze keek op en zag in de verte twee mensen serieus met elkaar praten. Ailith fronste toen ze meneer Verurs herkende en de jongen die haar met Daelyn had geholpen toen ze nog in haar ei zat.
'Wie zijn dat?' vroeg Alies zacht die merkte dat haar kleindochter afgeleid was.
'Een leraar van me en een Egrimu...' zei Ailith en ving meer van het gesprek op.
'Natuurlijk geloof ik je,' zei Akkay. 'Maar mijn vader niet, je kent hem langer dan vandaag, je weet hoe hij is.'
'Ja,' zei Verurs. 'Maar ik zweer dat ik er niks mee te maken heb! Ik was die hele nacht hier in de drakentuin.'
'Vertel me dan hoe ik dat kan bewijzen,' zei Akkay en door zijn stemgebruik kon Ailith horen dat hij Verurs uit de handen van zijn vader wilde houden.
'Ik...' zei Verurs en zuchtte. Ailith vroeg zich af hoe hij keek, want ze zag alleen zijn rug.
'Is er niet iemand die jouw verhaal kan bevestigen? Iemand die er ook was?' probeerde Akkay en Ailith zag dat zijn ogen langzaam zijn hoop verloren. Verurs bleef stil en Ailith ging ervan uit dat hij nadacht.
'Er is een iemand...' zei Verurs uiteindelijk. 'Ailith Ambres...' Akkay keek langs Verurs en keek Ailith recht aan. Zijn blik was intens en Ailith rilde, deels door de blik en deels doordat ze betrapt was.
Akkay liep langs Verurs naar haar toe en haar leraar draaide zich een beetje verward om.
'Dat is haar toch?' vroeg Akkay terwijl hij naar Ailith en Alies toeliep. Verurs keek Ailith even aan en knikte. Akkays wenkbrauwen gingen even omhoog waardoor zijn blik in intensheid afnam.
'Wat is er?' vroeg Ailith toen de twee mannen voor haar stonden. Akkay keek haar met zijn vurige ogen aan.
'Is dat je draak?' Ailith knikte en Akkay lachte. 'Ze is heel mooi.' Daelyn keek naar Akkay op en gromde op een vriendelijke toon.
'Goed dat ze zo is gegroeid,' zei de Ergimu daarna en keek Ailith weer aan. 'Weet je waarom ik hier ben?'
'De magiestoring zeker?' vroeg Ailith die geen zin had om moeilijk te doen. Het zou alles alleen maar moeilijker maken als ze dat zou doen. Daarnaast had hij haar verteld dat Daelyn bang voor het donker was. Als hij dat niet had gedaan was Daelyn nooit het ei uitgekomen.
'Ja, de magiestoring. Je lijk dat dus te weten...' zei Akkay en keek Alies aan. 'Mag ik u vragen wie u bent?'
'Ik ben Ailiths oma,' zei ze en keek hem met een schuin hoofd aan, niet wetend hoe ze de jonge Ergimu aan moest spreken. 'Alies is de naam.' Akkay lachte en sloeg Siron op zijn schouderblad.
'Nu ben je de enige zonder A als beginletter,' zei hij en Verurs rolde met zijn ogen terwijl hij zuchtend zijn bril goed op zijn neus zette.
'Was je hier niet voor mijn alibi?' zei hij, maar Ailith merkte dat hij zich iets anders gedroeg. Net zoals toen ze hem lezend in de drakentuin vond. Hij leek plots geen leraar en dat gaf Ailith een heel verwarend gevoel.
'Oh, ja,' zei Akkay en lachte terwijl zijn blik weer naar Ailith ging. 'Kan je iets voor me bevestigen?' Ailith fronste.
'Deze man hier naast me beweerd tijdens de magiestoring hier te zijn geweest,' ging Akkay verder. 'Kan je dat voor mij confirmeren?' Ze werd nu ook door meneer Verurs aangekeken. Ailith knikte.
'Dat klopt,' zei ze. 'Zit hij in de problemen of zo?' vroeg ze daarna nieuwsgierig.
'Mijn vader vind hem verdacht,' zei Akkay alsof het niks was. Waarschijnlijk was het geheime informatie, maar de Ergimu leek zich daar dan niks van aan te trekken. 'Ze denken dat hij bij een groep hoort die de storing veroorzaakt heeft.'
'Het was een groep?' vroeg Ailith verbaasd, dit was nieuwe informatie.
'Dat denken we,' zei Akkay alsof hij het hoofd van het onderzoek was, maar zelfs Alies kon weten dat hij dat niet was. 'Is het goed als ik later nog een keer contact met je opneem?'
'Heeft ze een keuze?' vroeg Alies en Akkay lachte.
'Daar zeg je me wat. Ze heft inderdaad niet echt een keuze. We hebben haar nodig of niet,' zei Akkay en keek weer naar Ailith. 'Je merkt het wel zou ik zeggen.' En daarmee liep hij gewoon weg. Verurs bleef daarentegen staan.
'Sorry daarvan,' zei hij en stak daarna zijn hand naar Alies uit. 'Siron Verurs,' zei hij. Alies schudde zijn hand.
'Alies Ambres,' zei ze met een glimlach. 'Je geeft Ailith les had ik gehoord?' Verurs knikte.
'Dat klopt, maar meestal laat ik studenten niet mijn alibi bevestigen...' Hij keek Ailith aan. 'Sorry Ailith,' zei hij.
'Geeft niet meneer, ik hoop dat u niet te veel in de problemen komt,' zei Ailith daarop.
'Dat hoop ik ook,' zei Verurs en keek naar Daelyn. 'Ze groeit wel een beetje traag, niet?' Ailith knikte.
'Maar,' zei Ailith en rekte de a's uit. 'Ze spuwt al wel vuur.' Verurs keek haar verbaasd aan en daarna naar Alies.
'Ze liegt niet,' zei Alies. 'Ik heb het net ook gezien.'
'Een interessante draak is het wel...' zei Verurs daarop en zuchtte met een glimlach. 'Ik ga weer.'
'Het was me een genoegen,' zei hij daarna tegen Alies en maakte een kleine buiging. Alies glimlachte. Daarna liep meneer Verurs weg en Alies keek Ailith aan.
'Hij is goed opgevoed moet ik zeggen... Maar hoe oud is hij?' Ailith haalde haar schouders op.
'Geen idee...'
*Midra, godin van de zon, warmte en het licht
Dat moment dat je 7 karakters in een verhaal hebt waarvan de eerste letter van hun naam een A begint... Lolz
Oké, maandag begint mijn collegejaar en ik weet niet hoe veel ik nog kan gaan schrijven. Ik heb namelijk nog steeds geen kamer en moet elke dag anderhalf uur reizen en ben daarnaast geen ochtend mens XD (de dagen zijn lang in Wageningen)
Ik heb gelukkig nog wel een redelijke voorraad, maar weet niet voor hoe lang nog >.< dus als ik de volgende twee weken niks schrijf zal het "deel 3" hoofdstuk het enige hoofdstuk zijn van 16 september :,/
(Dit deel gaat door tot †20†)
Jullie merken het wel! Groedels!
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top