†16†

Het was donker en het regende buiten. Het was iets wat nooit eerder voor was gekomen, want de stad verlichtte altijd de nacht. Maar nu niet, nu was al het licht weg. Dit betekende dat magie, de onuitputbare bron, was verdwenen. Alle Egrima in Lyskardis gingen als een razende aan het werk om alles weer in werking te zetten. Want de eilanden vlogen nog, dus het was eerder een magiestoring dan dat het echt verdwenen was. Maar omdat ze met ze allen zo druk bezig waren met alles te herstellen, merkten ze niet hoe een klein groepje krimin zich snel terug naar de bergen verplaatsten. Hun plan was geslaagd.

'Ik ben echt verbaasd,' zei Gewn toen ze uitgeput bij de grot aankwamen. 'Het is bijna verdacht dat het ons zo gemakkelijk af ging!'

'Als we Caldre niet hadden,' zei Cheosomedo en sloeg de jonge man naast hem op zijn schouder waardoor die meteen uit zijn droomtoestand kwam.

'Het was niks,' zei Caldre een beetje afwezig en deed de kap van zijn mantel naar beneden. Nu ze binnen in de grot waren hadden ze geen bescherming van de mantel nodig.

'Als nog bedankt,' zei Gewn en lachte naar hem terwijl ze haar mantel opvouwde en onder haar arm klemde. 'Je bent een mooie aanwinst voor de krimin moet je weten. Zeker omdat je een paar goede vrienden op de academie hebt gemaakt.' Caldre knikte, maar leek bij het horen van de Academie zwaarmoediger te worden. Al klopte het dat hij met behulp van een stel oude vrienden wist waar ze moesten zoeken voor nieuwe informatie.

'Wat is er?' vroeg Willie die als enige door leek te hebben dat Caldre zich niet zo goed voelde. 'Voel je je wel goed?' Caldre keek haar aan, zijn ijzige ogen leken zoals altijd sneeuwvlokken te bevatten die in verschillende kleuren rondvlogen.

'Ik voel me niet zo lekker, denk ik,' zei hij zacht en voelde zich alleen maar zwaarmoediger worden doordat hij het hardop had gezegd.

'Misschien is het dan beter dat je dan even naar bed gaat,' zei Gewn terwijl haar moederinstinct aansloeg. 'We zullen verder niet over veel bijzonders praten.' Ze glimlachte naar hem en Caldre knikte.

'Bedankt,' zei hij en draaide zich om naar de slaapvertrekken. Zijn haar draaide met hem mee en was in de afgelopen tijd een heel stuk gegroeid, aan de voorkant kwam het net vijf centimeter over zijn schouders, maar aan de achterkant was het zo lang dat het in een vlecht de onderkant van zijn rug al raakte.

'Slaap lekker,' zei Willie en glimlachte zachtjes. 'En maak je niet te veel zorgen.' Caldre knikte en glimlachte terug. Daarna liep hij weg en zijn vlecht danste achter hem aan.

Hij liep naar zijn kamer die hij jaren geleden aangewezen had gekregen. De kamer had net zoals elke ruimte in de grot stenen wanden. Er stond een bed, een klein nachtkastje en aan de muur hing een fotolijstje. Caldre keek ernaar en ging ervoor staan. Langzaam haalde hij het van de muur af en woog het in zijn handen. In het lijstje zat een foto van minder dan een jaar geleden.

Toen was alles nog goed, dacht Caldre terwijl hij naar zichzelf op de foto keek. Hij stond er lachend met een arm om de schouder van een meisje dat veel kleiner en duidelijk veel vrolijker dan hij was. Daarnaast was haar haar zoveel korter en de kleur veel natuurlijker. Hij glimlachte verdrietig aan de gedachte van haar, hij had het zelf verpest. Zuchtend hing hij de foto weer terug en ging op zijn bed zitten. Het was koud. Caldre had de koudste kamer voor een reden, hij kon er tegen, het deed hem niks. Hij wreef zijn handen over zijn gezicht. Stiekem had hij gehoopt haar te zien. Hij had gehoopt haar nog een keer te spreken en zijn excuus aan te bieden, maar Phillé was niet bepaald een goede vriend van Calendes en dus ook niet van Caldre. Caldre legde zijn vlecht over zijn schouder en liet zich daarna op het bed vallen. Hij voelde zich leeg en nutteloos. Niet dat hij dat was, Gewn had vaak genoeg gezegd dat ze niet zonder hem zouden kunnen. Maar toch knaagde er telkens iets aan hem, alsof er een puzzelstukje uit zijn leven miste, meerdere zelfs. Hij keek weer naar de foto, zij was een van die stukjes, maar er waren er meer die er misten... Stukjes van lang geleden. Hij sloot zijn ogen en viel even weg.

———

Caldre werd wakker van zacht geklop op de deur. Langzaam opende hij zijn ogen en zag de foto aan de muur als eerst, dat zag hij altijd en hij begon zich af te vragen waarom hij dat zichzelf aandeed. Daarnaast had hij raar gedroomd. Het enige wat hij nog van de droom kon herinneren waren twee bekende groene ogen die hij vergeten leek te zijn...

'Caldre?' werd er gevraagd en Caldre herkende Cheosomedo's stem meteen. De deur werd open gedaan en Caldre stond op. Hij was langer dan Cheosomedo, een centimeter of tien.

'Ja?' vroeg hij en keek op hem neer.

'Voel je je al beter?' vroeg Cheosomedo terug. Caldre knikte en glimlachte. Al was het een klein beetje geforceerd, omdat hij nog steeds de rest van zijn droom naar boven probeerde te halen.

'Ja,' antwoordde hij en Cheo glimlachte nu ook.

'Het eten is bijna klaar. Kom je mee?' Caldre knikte en liep Cheosomedo achterna zoals hij vroeger altijd deed.

'Cheo?' vroeg Caldre, Cheosomedo draaide zich om. Caldre was de enige die hem zo mocht noemen. Daarnaast voelde Cheo voor Caldre als een oudere broer die hij niet had. Of zelf een beetje als een vader, maar Caldre's vader had geen goede indruk bij zijn zoon achter gelaten waardoor Cheosomedo al snel eerder een broer werd.

'Ja? Wat is er?' vroeg Cheo.

'Wat gebeurt er als alles lukt? Wat gebeurt er dan met ons? Ik bedoel, blijven we bij elkaar of zoeken we allemaal onze eigen weg?' vroeg Caldre als storm van vragen. Waar het vandaan kwam wist hij niet, maar Caldre had het gevoel dat hij het moest vragen nu hij weer de academie in was geweest en een rare maar toch bekende droom had gehad. Cheosomedo stopte, draaide zich om en keek hem aan. Het was even stil, maar uiteindelijk gaf hij toch antwoord.

'Dat ligt eraan. Wat jij wilt, wat de andere willen. Sommigen van ons zullen inderdaad weg willen, maar dat betekend niet dat...' Cheosomedo viel even stil.

'Wat ik probeer te zeggen,' zei hij, deed een stap naar voren, legde een hand op Caldre's schouder en keek omhoog. 'Het staat nog niet vast en momenteel ga ik en elke andere krimin hier nog niet weg. Dus maak je geen zorgen tot het moment dat al de plannen gelukt zijn. Voor hetzelfde geld kan alles op het laatste moment mislukken en dan ben je nog lang niet van ons af.' Caldre lachte.

'Oké, bedankt.'

'Waarom zeg je bedankt?' Cheosomedo liet zijn hand van Caldre's schouder vallen.

'Je nam er de tijd voor.' Cheo lachte hard.

'Soms lijk je nog steeds op dat jongetje van twaalf jaar geleden,' zei hij.

'Is het al zo lang geleden?' vroeg Caldre verbaast. Het voelde niet zo lang dat hij hier voor het eerst was gekomen.

'Het begint zelfs de dertien jaar te naderen,' zei Cheo met een lach.

'Stop, je laat me oud voelen,' zei Caldre en een gemeende lach brak zijn lippen door.

'Jij? Oud?! Wil je weten hoe ik me voel?' zei Cheosomedo. 'Ik word morgen nota bene vijfendertig! Jij voelt je oud? Je bent pas vierentwintig!' Caldre keek lachend naar de grond.

'Laten we maar eten,' zei hij en duwde Cheo naar de eetruimte toe. Gills zwaaide lachend en Cheosomedo sloeg zijn ogen ten hemel.

'Ik weet nu al dat hij iets vreselijks voor morgen bedacht heeft,' zei hij, maar ging wel aan de tafel zitten waar Gills aan zat.

Het eten was even standaard als gewoonlijk en iedereen at zwijgend, daarom koste het Gewn ook geen moeite om de aandacht te vragen.

'Besten, ik wil even mededelen dat we vandaag,' zei ze en legde de nadruk op vandaag, 'over drie jaar kunnen beginnen waar we jaren naar uit hebben gekeken!'

'Nog maar drie jaar?' zei een van de weinige Teylin dromerig.

'Ja!' zei Gewn opgetogen. 'Dan zullen we spreuk om de bergen verbreken!' Er klonk gejuich en Caldre deed mee, al was het niet met hetzelfde enthousiasme als Gills had.

'Voor Goud!' riep iemand.

'Voor Goud!' herhaalde Gewn.

'Voor Goud!' riepen de krimin gezamenlijk.

'Voor Goud...' zei Caldre zacht en wist dat over drie jaar alles voor de krimin drastisch zou veranderen.

Sorry, sorry, sorry (>y<)
Maar ik ben een klein beetje de dagen van de week kwijt en dacht dat het gisteren vrijdag was 😅

Nou ja, gelukkig dacht ik er vandaag aan. Ik voel me ook wel iets helderder dan gisteren moet ik toegeven 😆

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top