†15†
In een paar weken was ze vaker in de drakentuin geweest dan in de twee jaar die ze al op de academie zat. Bijna elke dag bezocht Ailith Daelyn. De kleine draak leek een plek tussen een stel grotere draken te hebben gevonden, maar de onderhouders van de tuin vertelden Ailith wel dat Daelyn soms de andere draken midden in de nacht wakker hield met een aanhoudend gejank. Ze hadden het met haar te doen en besloten daardoor een plek te maken waar lichtjes konden branden zonder de andere draken te storen. Alleen daarmee was het probleem dat Daelyn zich buitengesloten begon te voelen en Ailith merkte dat. Draken konden dan misschien niet praten, maar Ailith voelde hoe Daelyn zich voelde en begreep steeds meer wat het drakenverbond betekende.
'De zon gaat bijna onder,' zei Ailith zacht terwijl ze Daelyn over haar hoofd streelde. Ze zaten dichtbij de plek waar de nachtlampjes elke nacht voor de kleine draak brandden. Daelyn maakte een zacht geluid en drukte zich dichter tegen Ailith aan. Ze was bijna niet gegroeid en was nu misschien net iets groter dan dat haar ei was. Ailith wist dat het deel met de angst voor het donker te maken had dat Daelyn minder hard groeide.
Stress belemmert de ontwikkeling van een draak, dacht Ailith en herhaalde een paar zinnen in haar hoofd over de stof die ze moest leren.
'Stress kan veroorzaakt worden door angst of een gebrek aan sociaal contact. Daarnaast kan het ook andere draken beïnvloeden,' zei ze hard op en hield zonder dat ze het door had of met het aaien van Daelyn. De draak keek verbaasd op. Ailith keek haar aan. Daelyns ogen waren de zogenoemde demonenogen, ze waren wit en hadden een felle kartelende zwarte rand eromheen. Hoewel ze die ogen had, leek het niet te helpen tegen de angst voor het donker en Ailith vroeg zich af of ze dan nog niet goed ontwikkeld waren. Demonenogen betekende voor een draak dat ze zich goed in het donker kunnen oriënteren en daardoor tot de nachtjagers behoorden. Al gaf dit ook de verklaring waarom Daelyn haar ouders niet gevonden had. Dat wordt over het algemeen als eerste gedaan door een pas geboren draak, daarna worden ze heel snel volledig zelfstandig.
'Wat is het toch met jou?' zei Ailith zuchtend en begon de draak weer te aaien. Ze had geluk dat Daelyn geen scherpe schubben had, anders zou het niet goed af zijn gelopen.
Toen de avond viel moest Ailith terug en liet ze met pijn in haar hart de kleine draak achter die zachtjes een vaarwel piepte. Dat moment zag Ailith dat de vlekjes op Daelyns vleugels langzaam aan het vervagen waren, het enige teken dat het nog goed met haar ging.
'Ik kom morgen terug!' zei Ailith met een glimlach en voelde hoe Daelyn haar nakeek tot ze uit het zich was. Daarna rende ze zowat de tuin uit, omdat Raïza waarschijnlijk wilde eten. En gelijk had ze, haar vriendin zat al met vork en mes aan het kleine tafeltje toen Ailith half binnengestormd kwam.
'Dat duurde,' zei Raïza licht geïrriteerd door de honger.
'Sorry,' zei Ailith en schoof meteen aan. 'Hoe was je training?'
'Ging wel goed,' zei Raïza na een grote hap in haar mond te hebben gestopt en te hebben verteerd. 'Geen last meer van Eigmen dankzij jou en heb een nieuw persoonlijk record gezet.'
'Wat is je tijd nu?' vroeg Ailith en nam een hap die de helft was van de hap die Raïza een paar seconden geleden had genomen.
'Eén minuut vijftien, nog net geen limiet voor de nationale kampioenschappen... Maar ik heb nog tijd!' zei ze en Ailith zag een bekende twinkeling in haar ogen verschijnen. Raïza zou koste wat het kost de limiet halen en meedoen aan die grote en belangrijke wedstrijd.
'Vergeet niet dat we ook nog moeten leren,' zei Ailith om haar nog even aan het aankomende tentamen te helpen herinneren.
'Natuurlijk niet én sporten en leren gaan goed samen. Rehemn en Hequa zijn voor een reden goed bevriend.' Ailith lachte.
'Klopt,' zei ze, maar werd toen stil.
'Wat is er?' vroeg Raïza en stopte met eten.
'Rehemn heeft het waarschijnlijk niet zo op Daelyn...' zei Ailith zacht en had plots geen trek meer.
'Maak je geen zorgen,' zei Raïza, want ze kende Ailith goed genoeg om te weten dat ze zich er steeds druk om liep te maken. 'Sommige draken groeien gewoon wat langzamer dan de rest. Mirdrid groeit ook niet zo heel snel weet je.'
'Daar heb je gelijk in,' zei Ailith en nam langzaam weer een hap van het eten. 'Ik moet gewoon geduld hebben.'
———
Er ging weer een week voorbij waarin Daelyn maar een centimeter groeide. Maar Ailith bleef positief: beter een centimeter dan geen. Ook waren de vlekken nu bijna helemaal van haar vleugels verdwenen. Gewn had verteld dat dat te maken had met de soort Wyvern die Daelyn was en dat het langzame groeien daar misschien ook mee te maken had. Ailith hield zich dat maar voor en probeerde zo min mogelijk naar de verhalen van Brynna over haar draak Nafish te luisteren. Nafish had recent de een meter vijftig bereikt en was daarmee de grootste draak van haar leeftijd. Het was al een indrukwekkend beest en had robijnrode schubben die elk licht met gemak weerkaatste. Enige probleem, Daelyn had het niet zo op Nafish, al had Ailith het gevoel dat Daelyn eerder jaloers was dan dat ze de andere draak echt niet mocht.
'Ze blijft schattig,' zei Scot die voor het eerst sinds tijden weer eens een keer met Ailith mee ging. Daelyn snoof.
'Ze vind het niet heel fijn als je haar schattig noemt,' zei Ailith lachend.
'Ow... Dan vind ik haar heel angstaanjagend!' zei Scot overdreven en stapte angstig achteruit waardoor Ailith nog harder begon te lachen. Daelyn daarin tegen zag de humor er niet van in en snoof weer. 'Ze is wel een beetje een donderwolkje.'
'Het valt mee,' zei Ailith. 'Het is alleen dat ze een beetje slecht heeft geslapen...'
'Huh? Hoe weet jij dat? Slaap je nu hier?' vroeg Scot duidelijk verward.
'Nee, het is dat drakenverbond.'
'Drakenverbond?' vroeg Scot en Ailith probeerde het uit te leggen, alleen lukte dat niet helemaal.
'Ik weet wat ze wil zeggen en zij weet wat ik bedoel,' probeerde ze uiteindelijk, maar voor Scot was het nog steeds vaag.
'Weet je, zo lang jij het maar snapt is het goed. Ik ben toch meer een mensen persoon,' zei hij uiteindelijk. 'Al maak ik een uitzondering voor kleine Daelyn hier.' Scot knipoogde en die sloeg blij met haar vleugels al lukte vliegen nog steeds niet...
'Ze voelt zich vereerd,' zei Ailith. 'Zeker omdat jij ook vleugels hebt.' Scot lachte.
'Ja, zou ze ook moeten zijn,' zei hij. 'Wanneer kan ze vliegen?'
'Wanneer haar vleugels volgroeid zijn, maar vraag me niet wanneer dat is,' antwoordde Ailith met alle informatie uit het boek. Want bij elke draak verschilt dat. 'Maar bij Wyvernen gaat het sneller omdat ze hun vleugels ook als voorpoten gebruiken.'
'Je weet het allemaal wel goed,' zei Scot. 'Wanneer heb je tentamens?'
'Morgen en overmorgen,' zei Ailith.
'Moge Phillé bij je staan.'
———
Ailith kon de slaap niet vatten. Ze draaide zich meerdere keren om, maar haar ogen vielen niet dicht. Daarom besloot ze zich aan te kleden en maar even te gaan lopen. Ze liep, zich van niks bewust, de gang op en was van plan om naar het binnenpark in de academie te gaan zodat ze haar hoofd even leeg kon maken van alle stress. Ze liep snel en haar ogen volgden de lichtgevende magiebollen die haar weg verlichtten. Een glimlach verspreidde zich over haar gezicht en ze voelde zich al rustiger te worden. Maar die rust maakte snel plaats voor paniek toen in een klap al het licht verdween en weg viel. Alsof Charrir in de academie was geland.
Ailith schrok zich een ongeluk en stond nu in het donker in een academie waarin iedereen aan het slapen was... En realiseerde zich dat de magie op een of andere manier weg was gevallen. Daarnaast maakte zich meteen zorgen om Daelyn. Wat als ze helemaal van slag raakte zonder enig licht?! Ailith begon te rennen op gevoel -dat wel- en kwam gelukkig met behulp van haar ogen -die langzaam steeds meer aan het donker wendden- bij de goede deur aan. De deur ging zonder de magie die als slot diende makkelijk open en de deur erna stond zelfs op een kiertje. Haar hart begon sneller te kloppen, want wat als er iemand was die de magie in het gebouw op een of andere reden had gesaboteerd om draken te stelen? Wie weet was dat wel de reden!
Ze haalde diep adem en stapte naar binnen waar ze verwelkomd werd door een zacht licht. Een beetje verward liep ze door en zag wat lichtbron was. Het was een draak, een draak met een buik waar een zachte gloed uit kwam. Naast de lichtgevende draak zat iemand te lezen die ze niet meteen herkende. Maar dat deed er dat moment niet toe, want Ailith zag Daelyn tevreden tegen de lichtgevende draak aanliggen. Ze haalde pas haar ogen van de Wyvern af toen ze zacht gelach hoorde, het was de persoon die naast de draak zat. Ailith kwam dichterbij en werd gespot.
'Goede morgen,' zei hij glimlachend en legde zijn boek weg, kennelijk had hij het hoofdstuk net uitgelezen. 'Kom je ook van het licht genieten?' vroeg hij daarna en gebaarde naast hem. Ailith knikte en ging naast hem zitten. Hij was anders dan normaal leek het wel. Natuurlijk had hij nog steeds die groene ogen en dat zwarte haar. Zijn rechthoekige bril ontbrak ook niet, maar zijn haar zat gewoon zo anders waardoor hij een heel ander persoon leek.
'Waarom bent u hier?' vroeg Ailith terwijl ze naar Daelyn keek die bijna leek te spinnen.
'Ik was hier al toen de magie wegviel,' antwoordde hij.
'Hoe is dat gebeurt eigenlijk?' Verurs haalde zijn schouders op.
'Als ik dat wist...' zuchtte hij. 'Icara hier denk dat het ook in het hele land helemaal weggevallen is.'
'Zweven de eilanden dan nog?' vroeg Ailith geschrokken, want het was algemeen bekend dat een verborgen magie Lyskardis in haar positie hield.
'Ik hoop het...' zei Verurs en legde zijn hand op Icara's snuit die haar ogen sloot. Haar buik begon van geel naar oranje te gloeien.
'Daelyn lijkt Icara te mogen zo te zien,' zei Ailith om geen rare stilte te laten vallen. Verurs lachte.
'Inderdaad, toen ze er achter kwam dat Icara licht gaf in het donker zijn ze bijna onafscheidelijk geworden.'
'Is het normaal voor een draak om bang in het donker te zijn?' zei Ailith zonder dat ze het door had hardop.
'Ik denk dat dat dezelfde kwestie is als bij mensen. Tot een bepaalde leeftijd blijft het donker je angst aanjagen, daarna alleen als je een enge film hebt gezien.' Ailith knikte en bedacht zich dat het best wel heel raar was dat ze hier naast haar leraar in de drakentuin zat. Maar daarnaast beantwoordde hij wel een paar vragen waar ze mee zat.
'Wat denkt u dat dit veroorzaakt heeft?' Ailith gebaarde naar de duisternis om haar heen. Ze verwachtte geen antwoord, ze wilde alleen geen stilte om haar heen hebben die haar ongemakkelijk zou laten voelen.
'Ik heb mijn vermoedens...' zei Verurs en haalde zijn hand van Icara's neus af waardoor haar buiklicht weer gelig werd. 'Maar ik heb zo'n gevoel dat het met een bepaalde recente gebeurtenis te maken heeft...'
'Zoals?' vroeg Ailith nieuwsgierig.
'Zoals... Tja... Dat is eigenlijk vertrouwelijke informatie...' zei Verurs en drukte zijn bril iets verder op zijn neusbrug.
'Dan vraag ik maar niet verder,' zei Ailith, maar was teleurgesteld... Stiekem had ze op een antwoord gehoopt.
'Hoe gaan de tentamens?' vroeg Verurs in plaatst van dat Ailith weer een vraag moest verzinnen.
'Ik begin morgen pas,' antwoordde ze.
'Goed geleerd?'
'Ja.'
'Dit zijn wel de makkelijkere toetsen,' zei Verurs. 'Hierna gaat het niveau snel omhoog. Maar het laatste jaar is pas echt moordend...'
'Bedankt voor de motivatie!' zei Ailith sarcastisch, Verurs lachte.
'Daar ben ik je docent voor.'
'Wat een geruststelling,' zei Ailith en liet het sarcasme daarmee niet wegebben.
'Het gaat je wel lukken,' zei Verurs en keek haar aan. 'Ik heb wel vertrouwen in je.'
'Bedankt,' zei Ailith en voelde zich stralen door de onverwachte aanmoediging. En op dat moment werd het ook weer licht.
'De magie is teruggekeerd...' zei Verurs bedenkelijk. 'Ik denk maar dat ik wat rond ga vragen.' Hij stond op en klopte zijn broek wat af. 'Nog veel succes bij je toetsen. Moge Kaydarum bij je zijn.'
'Dat hoop ik ook, bedankt.' Verurs knikte als afscheid en liep naar de uitgang van de tuin. Ailiths blik ging naar Daelyn en ze aaide de draak over het hoofd. De wyvern opende haar ogen en keek Ailith met haar witte ogen aan. Haar hoofd hield ze even schuin en ze gaf Ailith daarna een tevreden blik. Ailith glimlachte.
'Je bent me er een,' zei ze en krabde Daelyn glimlachend achter haar stekels.
*Rehemn, godin van beweging en ontwikkeling
**Hequa, godin van kennis
*** Charrir, god van de nacht en het duister
Jaaaaaaa, drie goden erbij in een hoofdstuk!
En vandaag ga ik weer naar huis al moet ik nog wel een nacht op een boot slapen >.< cri
Ach ja, ik overleef het wel denk ik?
Adios! *zwaait*
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top