†14†
Het licht van de ingang verdween langzaam en dompelde ze in het duister. Ailith hield het lichtje stevig in haar hand vast en onderdrukte de drang om met haar andere hand die van Siron vast te pakken. Ze had namelijk het vreemde gevoel dat ze hem elk moment in deze duisternis kwijt zou kunnen raken... Haar hand tintelde, maar ze hield zich in terwijl ze in het donker rondkeek. Zo nu en dan zag ze stalagmieten uit de grond oprijzen en soms waren ze genoodzaakt een stalactiet te ontwijken die wel erg ver naar beneden hing.
'Hoe ver denk je dat we moeten lopen?' vroeg Ailith en slaakte een kleine kreeg toen een druppel van een stalactiet op haar hoofd viel. Siron keek haar bezorgd aan.
'Wat is er?'
'Een waterdruppel,' zei Ailith en ze lachten. 'Maar enig idee?' Siron schudde zijn hoofd.
'Al heb ik het gevoel dat het minder dan een dag lopen zou moeten zijn, anders zou Gills er nooit blijven staan.'
'Ik hoop dat we die magiebron dan snel vinden, want ik vind deze duisternis maar niks,' zei Ailith en kreeg dat rare gevoel in haar hand nu in haar lichaam. Haar nekharen gingen overeind staan en ze rilde.
'Je bent niet de enige,' zei Siron, maar zijn stem was plots verder weg en Ailith stond stil. Siron stond ook meteen stil. 'Ailith?' vroeg hij. Ailith bewoog met haar licht om zich heen, maar kon hem niet meer zien.
'Ja?' vroeg ze terug en merkte dat hij steeds verder weg leek te zijn. 'Waar ben je?'
'Hier, maar waarom ga je steeds verder?' antwoordde Siron duidelijk verward.
'Ik sta stil,' zei Ailith. 'Jij bent degene die steeds verder loopt. Ik kan je niet eens meer zien!' zei ze en voelde de paniek in haar bloed stijgen. 'Waar ben je?'
'Ik ben hier, ik heb geen stap gezet...' zei Siron en zei nog iets wat voor Ailith een fluistering was.
'Wat zei je?' Geen antwoord. 'Siron? Siron?!' riep ze, maar niemand beantwoorde haar kreten en ze was plots alleen in de diepe duisternis. Haar licht viel uit en Ailith voelde hoe haar ogen begonnen te branden van het plotse verlies. Waarom had hij haar verlaten? Wat was dit voor grot? Of loog hij tegen haar? Ailith schudde haar hoofd. Hij klonk net zo verward als zij. Ze beet op haar onderlip, ze had zijn hand vast moeten houden, dan was ze hem nooit kwijt geraakt...
Zuchtend liep ze verder, wat kon ze anders. Haar enige hoop was haar weg terug naar Gills vinden, dus dat deed ze. Ze had zich omgedraaid en haar hand tegen de grotwand aangelegd. Zo nu en dan stootte ze haar voeten tegen stalagmieten aan, maar niet al te hard omdat ze zich voorzichtig verplaatste. Daarnaast hoopte ze dat Siron hetzelfde deed als zij en dat ze elkaar snel weer bij de ingang van de grot zouden vinden.
Het duurde te lang, want zo ver hadden ze niet gelopen. Ailith realiseerde zich dat ze niet alleen Siron kwijt was geraakt, maar ook zichzelf. Ze zuchtte en haalde haar hand van de gortwand. Ze probeerde haar lichtje weer aan te krijgen, maar zonder succes... Ze zuchtte nog een keer en voelde zich akelig alleen. Terwijl ze zich op iets in het donker probeerde te oriënteren zakte de moed haar bijna helemaal in de schoenen, maar een plotselinge glinstering werd door haar ogen gevangen.
Licht? Dacht ze voorzichtig en wilde niet te veel hopen om daarna teleurgesteld te worden. Ze haalde diep adem en schuifelde langzaam vooruit. Het bleek inderdaad licht te zijn, een blauwpaars licht dat steeds dichterbij leek te komen. Ailith kwam zo dichtbij dat ze de omgeving om haar heen kon zien en er sneller heen kon lopen. Het licht kwam uit een grotopening en Ailith keek voorzichtig om de hoek. Wat ze zag liet haar ogen groot worden. Verbaasd ging ze in de opening van de kamer staan en keek vol ongeloof om haar heen. De wanden waren helemaal met blauwpaarse gloeiende edelstenen bedekt, maar dat was niet het meest indrukwekkende, want achter de blauwpaarse wand kon Ailith goud zien schitteren. Ze liep naar de doorzichtige edelstenen muur toe en legde haar neus er tegenaan. Het goud lag er in verschillende soorten en maten, zelfs in alledaagse gebruiksvoorwerpen. Haar ogen namen alles in zich op, zelfs de schubben... Ailith ogen stopten met bewegen en bleven naar de schubben staren. Ze fronste. Het schubvormige stuk goud dat ze vijftien jaar gelden had gevonden leek er wel heel erg op... Haar ogen bleven aan de schubben geplakt en ze schrok toen ze merkte dat ze bewogen als een langzame ademhaling. Maar ze bleef kijken, als betoverd en merkte niet dat er iemand achter haar was verschenen. Dat had ze pas door toen ze twee woorden hoorde.
'Slaap lekker,' zei een zware stem rustig en Ailith voelde hoe ze in slaap in iemands armen viel.
________
'Ailith?! Ailith!' riep Siron, maar ze reageerde niet meer. Haar licht was ook weg en hij stond nu alleen in het donker. Hij balde zijn handen tot vuisten en sloeg er een tegen de grotwand aan. Een pijn schoot door zijn hand en liet zijn ogen branden door het besef dat het niet een droom was. 'Ailith...' zei hij zacht en sloot zijn ogen. Daarna zuchtte hij diep en dacht na. Wat was de slimste zet nu? Hij liet zijn hand over de stenen glijden en kreeg een ingeving.
Alsjeblieft laat Ailith veilig zijn, dacht hij en draaide zich naar de richting waar hij dacht vandaan te zijn gekomen. Hij moest de ingang vinden en Gills waarschuwen, iets was niet pluis in deze grot. Daarnaast hoopte hij dat Ailith ook de ingang terug zou vinden.
Langzaam ging hij vooruit, maar van het licht aan het eind van de tunnel leek niet veel te bekennen. Het enige wat wel aanwezig was, was zijn neus die enorm begon te jeuken en hem op de zenuwen begon te werken. Het werd zo erg dat hij vergat waar hij überhaupt mee bezig was. Hij stopte met lopen en slaakte een kreet, omdat hij met zijn been tegen een stalagmiet aankwam. Vloekend kromp hij ineen en wreef over de net ontstaande blauwe plek. Maar zag daardoor wel plots licht, licht dat wel heel erg op buiten leek. Snel rechtte hij zijn rug en begon half hinkend naar het licht toe te lopen. Het was inderdaad een weg die naar buiten leidde, maar niet naar de plek waar Gills was.
Siron keek zijn ogen uit, want hij stond in een soort kleine tuin midden in de bergen waar het zowel warm als koud leek te zijn. Onder zijn voeten was het gras groen en blauw en iets verder stond een boom in volle bloei bij een bevroren vijver. De magie was overheersend, maar tegelijkertijd ook betoverend. Een schaduw kwam plots de tuin in en Siron keek op. Een eiland vloog in een rustig tempo over zijn hoofd. Siron keek weer terug naar de boom die plots een deel van zijn bloembladeren los liet die om de boom naar beneden cirkelde tot ze de bevroren vijver raakte. Het moment dat de kroonbladeren het ijs raakte sproten er ijsbloemen omhoog. Siron nieste en realiseerde zich dat dit wel de magische bron moest zijn... Daarna herinnerde hij zich de bol wol die Gewn ze mee had gegeven. Ze hadden die aan het begin van de grot ergens aan vast moeten binden... Dan waren ze nu nog bij elkaar... Siron zuchtte diep, maar liep naar de boom toe om daar de rode draad omheen te knopen. Hij zuchtte nog eens en wreef met zijn hand onder zijn neus waardoor hij opeens terugdacht aan de eerste keer dat hij Ailith ontmoette. Ze had zichzelf in zijn geheugen gegrift met haar grote ogen die hem vol trots aankeken toen ze hem een goud voorwerp liet zien. Hij voelde een steek in zijn hart en wist dat hij haar miste. Hij controleerde of het touw goed vast zat en begon met lopen, in de hoop de uitgang te vinden. Maar het zat hem duidelijk niet mee en hij vond een andere uitgang... Al leidde deze hem wel weer de sneeuw in.
'Gills?' zei hij, hopend dat de krimin in de buurt was. 'Gills?!' vroeg hij wat harder.
'Siron!' Siron draaide zich om en zag Gills naar hem toe rennen. 'Oh, bij Kaydarum! Het is je gelukt?!' Siron knikte.
'Heb je Ailith gezien?' vroeg hij.
'Ailith? Nee? Is ze niet meer bij je dan?' Siron keek naar de grond en voelde alle energie zijn lichaam verlaten.
'Ik raakte haar plots kwijt... Het was alsof er een spreu-' Siron sloot zijn ogen en wreef met zijn hand over zijn gezicht. 'Bij Harere...' Gills keek hem fronsend aan.
'Wat is er gebeurd?' vroeg hij Siron.
'Ik denk dat ik per ongeluk die plek heb gevonden...' zei Siron langzaam en voelde een naar gevoel zich in zijn borstkas verspreiden. 'Ik weet niet wat voor spreuk het was, maar Ailith zit er midden in...'
Zo dat is weer een tijdje geleden 😅
Ik hoop dat jullie een leuke jaarwisseling hebben gehad en alles goed gaat met uni, school, examens?, werk?
Heb in mijn vakantie een kamer binnen vijf dagen samen met mijn moeder gebruiksklaar gemaakt :D
Dus ik heb nu opeens 16u te besteden aan m'n studie in plaatst van aan reizen :D
Dus de updates zullen weer regelmatig worden, hoezee!
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top