†14†

'Mijn draak is bang in het donker,' zei Ailith tegen Verurs terwijl ze het ei tegen zich aan drukte. Ze was naar zijn kantoor gegaan, omdat ze antwoorden en hulp wilde.

'En hoe weet je dat?' vroeg hij en stond op van zijn bureaustoel.

'Akkay zei het,' zei Ailith zelfverzekerd en bedacht zich dat ze misschien zijn achternaam erbij had moeten zeggen. Maar dat leek naderhand niet nodig, Verurs herkende de naam meteen.

'Hemmin,' zei hij. 'Dan kan het niet anders dan de waarheid zijn.' Hij wreef nadenkend over zijn kin.

'Kunt u hem of haar helpen?' vroeg Ailith en Verurs versmalde zijn ogen bedenkelijk.

'Ik heb een idee denk ik,' zei hij langzaam en liep naar de deur toe. Daarna draaide hij zich om. 'Kom,' zei hij daarna en Ailith knikte.

Ze liepen snel vele gangen over. Op weg naar, een voor Ailith, onbekende plek groette Verurs hier en daar zijn collega's. Ailith herkende een paar die haar vorig jaar les hadden gegeven, maar die leken haar over het hoofd te zien. Verurs verlaagde zijn gestaagde tempo en stopte voor een deur waar hij de code snel voor intikte. De deur schoof opzij en liet een kamer volgepropt met kasten zien.

'Vrouwe Ellenia?' vroeg hij en even later kwam een vrouw in witte kleren vanachter een kast vandaan.

'Ja?' vroeg de vrouw terug en keek Verurs en daarna Ailith aan.

'We hebben hier een draak met angst voor het donker waardoor hij of zij het ei niet uit wil,' zei Verurs en Ellenia knikte.

'Dan ben je hier aan het goede adres,' zei ze. 'Leg het ei op de tafel.' Verurs knikte naar Ailith dat ze verder de kamer in moest lopen.
Achter de grootste kast was een tafel verschoven waar Ellenia alle troep vanaf veegde. Ze legde daarna een kussen neer en gebaarde dat Ailith het drakenei daar neer moest leggen. Dus deed Ailith dat voorzichtig en hoopte dat deze vrouwe Ellenia haar drakenei niks aan zou doen.

'Oké,' zei Ellenia. 'Het is al weer een tijd geleden dat dit is voorgekomen, dus geef me even de tijd. We willen geen dood drakenjong gok ik.' Ailith schudde haar hoofd en Ellenia glimlachte, al voelde het eerder alsof ze op Ailith neerkeek dan dat ze haar gerust probeerde te stellen. Ellenia stroopte haar mouwen van haar witte gewaad op en maakte van haar krullende paardenstaart een knot. Toen haar haar goed zat, haalde ze een paar keer goed adem en begon ze met een zachte fluistering van woorden. Na een paar seconden verschenen een soort lichtgevende draden om het ei heen die bewezen van Ellenia een Egrimu was. De draden begonnen met elkaar cirkels te maken met daarin ingewikkelde patronen. Ellenia viel even stil en de draden waren nu rondvliegende schijven geworden die een zacht geel licht gaven. Dat gele licht werd steeds sterker en sterker tot het zo sterk was dat Ailith het drakenlichaampje door de eierschaal heen kon zien. Het draakje zat ineen gedoken met de vleugels om het lichaam gevouwen. Ailith haalde verwonderd adem toen ze zag hoe de oogleden bijna nieuwsgierig open gingen, alsof het licht iets nieuws was wat het draakje aanstond. Daarna begon het ei te bewegen, de opgesloten draak wilde eruit en duwde met zijn of haar neushoorn tegen de binnenkant van het ei aan. Niet veel later brak de eierschaal en liet Ellenia het licht verminderen. Hierdoor leek het draakje in paniek te raken en de schaal brak open. Ailith hielt haar adem in van spanning. Langzaam liep ze naar voren en Ellenia haalde de magie om het ei weg.

'Wow,' zei Ailith en hoorde Verurs achter haar niezen.

'Sorry,' zei hij daarna en haalde verkouden zijn neus op. 'Bedankt vrouwe Ellenia. Ailith, pak haar op, we gaan naar de drakentuin.'

'Het is een zij?' vroeg Ailith voordat ze dichterbij haar draak kwam. Verurs knikte en ze zag dat hij zo graag mogelijk uit de volgestouwde kamer wilde. Ailith keek weer naar de draak.

'Hallo,' zei ze en hield de rug van haar hand naar het draakje toe. Het draakje schudde haar vleugels droog van het vruchtvlies en haar neushoorn viel van haar neus af. Haar kop was plat en eindigde in kleine stekeltjes aan de achterkant. Ze was wit op het lichte blauw in haar hoofdstekels, rugstekels en de punten van haar grote buikschubben na. Daarnaast zaten er kleine vlekjes op haar fragiele uitziende vleugels.
Na uitgeschud te zijn stapte het draakje met een poot uit de resten van haar ei en schuifelden voorzichtig naar Ailith toe. Ze rook aan haar hand en spreidde daarna vrolijk haar vleugels waardoor Ailith opeens wist dat het draakje opgepakt wilde worden.

'Kan je misschien een klein beetje opschieten?' vroeg Verurs met een verstopte neus en steeds roder wordende ogen. Ailith knikte en tilde het kleine wezen op. Eenmaal de draak in haar armen legde het beestje haar kop tegen haar borst aan waar haar hart zat. Ailith glimlachte en bedankte Ellenia onderdanig. Daarna ging ze Verurs achter na die er opeens een stuk beter uit zag dan toen hij nog in de kamer stond.

'Ze ziet er gezond uit,' zei hij terwijl hij het draakje in Ailiths armen bekeek. 'En je hebt haar goed verzorgd toen ze nog in haar ei zat zo te zien.' Ailith knikte en voelde zich zowat trots. Ze keek nu ook naar het draakje.

Ik heb nog een naam voor je nodig, dacht ze.

'Ik moet nog een naam voor haar verzinnen, niet?' vroeg Ailith en Verurs knikte terwijl ze een gang afsloegen in de richting van de drakentuin. 'Daelyn...' zei Ailith en het draakje keek op. Ailith lachte.

'Mooie naam,' zei Verurs. 'Zeker voor een Wyvern.'

'Ze lijkt het ook een mooie naam te vinden,' zei Ailith terwijl het draakje zich weer comfortabel in haar armen maakte. 'Daelyn,' herhaalde ze zag en Daelyn gromde instemmend.

———

In de drakentuin werden ze begroet door Taykir die knetterend voor Verurs geland was. Daelyn keek de grotere draak nieuwsgierig aan en maakte een klein piepend geluid. Taykir deed een stap terug, knipperde een paar keer met zijn vier ogen en liet daarna de bliksem van zijn schubben verdwijnen. Hij gromde vragend en Daelyn piepte weer.

'Ik heb het gevoel dat Taykir weet waar Daelyn het best ondergebracht kan worden,' zei Verurs en keek daarna de grote draak aan. Taykir knikte en draaide zich om.
Even later volgde ze hem om de rots heen en naar het bos toe. Ailith verbaasde zich weer over hoe groot de tuin was en dat er nog zo veel was wat ze nog nooit had gezien. Vooral nu ze een route namen die van het pad af ging. Maar Taykir leek de weg te weten en daar vertrouwde Ailith maar op. Het was ook niet dat ze erg veel keus had.
De grote draak stopte, ging zitten en legde zijn vier staarten naast hem. Ze waren op een plek beland waar de bomen niet al te groot waren en de grond tussen hun wortels bedekt was met mos. Iets verder was een klein beekje dat zich tussen stenen doorwrong, maar toch zachtjes voortkabbelde. Ailith ging door haar knieën en liet Daelyn uit haar armen stappen. De kleine draak stond een beetje uit evenwicht op haar pootjes en maakte eerst een rondje om haar as voordat ze naar Taykir liep. De veel, maar dan ook veel grotere draak observeerde haar rustig terwijl Daelyn hem hier en daar besnuffelde als een nieuwsgierige hond. Daarna liep ze naar het water toe en keek verwonderd naar haar eigen spiegelbeeld. Voorzichtig raakte ze met het uiteinde van haar vleugel het water oppervlak aan, maar trok zich niet terug. Ze leunde op haar andere vleugel en helde iets met haar kop naar voren zodat ook haar neus het water aan raakte. Toen trok ze zich wel terug met een kleine nies en keek Ailith plezierig aan. Ailith lachte en liep naar haar toe.

'Mooie plek toch?' vroeg ze aan Daelyn die haar steeds leek te begrijpen. Het draakje knikte en maakte een piepende grom. Ailith draaide zich om en keek meneer Verurs aan.

'Meneer?' vroeg ze en hij keek haar over zijn bril aan.

'Ja?'

'Hoe komt het dat ze me verstaat en ik weet wat ze bedoelt?' Verurs lachte.

'Goede vraag,' zei hij en keek Taykir aan. 'Het is iets wat wordt opgebouwd wanneer ze in het ei zitten. Hoe meer tijd je met het ongeboren baby draakje hebt doorgebracht, hoe sterker de band tussen jou en de draak is en wordt.'

'Cool,' zei Ailith en keek weer naar Daelyn die op vleugels en poten stond.

'Het wordt ook wel eens het drakenverbond genoemd,' zei Verurs. 'Een verbond dat moeilijk te verbreken is.'

Daelyn keek op van de grond en Ailith aan. Ze kantelde lichtjes haar hoofd en Ailith wist dat hun verbond nu al sterker aan het worden was.

Waarschijnlijk krijg deel 2 iets van 20 hoofdstukken? Ik kijk echt zo erg naar deel 3 uit tho :D Dat gaat echt het leukste deel zijn voor mij om te schrijven. Ben momenteel bezig met hoofdstuk 20 hehe.

Oh, ja de godenlijst is een beetje heel erg bijgewerkt de afgelopen dagen 😅
Misschien leuk om weer eens te bekijken?

En ik was weer eens aan het tekenen, dus hier Daelyn die net uit het ei is gestapt

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top