†13†
Uitgerust werd Siron wakker, zijn spieren voelden ontspannen aan en hij genoot nog even van het zachte bed. Daarna taste hij met zijn hand het nachtkastje af tot hij zijn bril vond en die opzette. Hij wreef in zijn ogen en gaapte. Hij moest toegeven dat hij de aanwezigheid van Ailith miste en misschien was dat ook de reden dat hij redelijk snel zijn bed uitkwam, hopend haar tegen te komen. Caldre had hem de vorige dag naar zijn kamer geleid en gelukkig wist Siron nog ongeveer welke kant de keuken op was. Vanaf een tijdperk of acht zou er ontbijt zijn, afhankelijk van hoe vroeg er krimin wakker waren. Toen Siron de andere ruimte van de grot binnen liep, zag hij Caldre al met een kop thee zitten.
'Goede morgen,' zei die. 'Opzoek naar ontbijt?' Siron knikte.
'Waar kan ik het vinden?' Caldre glimlachte en stond op. Niet veel later kreeg Siron een bord van hem en daarbij een rondleiding door alle kastjes van de keuken.
'Ik drink mijn thee weer verder voordat die koud word,' zei Caldre en liet Siron achter met enorme keuzestress. Ze hadden meer in de grot dan hij in eerste instantie had verwacht. Uiteindelijk eindigde hij met wat fruit en een stuk brood. Er stond nog heet water en hij schonk wat thee voor zichzelf in. Met het bord in de ene hand en een mok in zijn andere hand liep hij naar de tafel, waar Caldre aan zat, toe.
'Goed geslapen?' vroeg Siron en begon aan zijn ontbijt.
'Ik heb ergere nachten gehad,' zei Caldre en keek hem over de dampen van zijn thee aan. 'Hoe heb jij geslapen?'
'Beter dan twee nachten geleden...' antwoordde Siron. 'En ook een stuk zachter.'
'Slecht matras thuis?' Siron schudde zijn hoofd.
'We hebben buiten moeten slapen, twee nachten achter elkaar. Die nacht daarvoor was ook niet echt prettig...'
'Klinkt alsof je achtervolgd werd,' zei Caldre met een lach en Siron lachte ook.
'Jeetje, ik wist niet dat ik je kut opmerkingen gemist had,' zei hij daarna. Caldre lachte nu harder.
'Jij was degene die verhuisde,' zei hij.
'Klopt,' zei Siron daarop. 'Maar dat was de schuld van mijn ouders.'
'Hoe gaat het met hen?'
'Goed,' zei hij en keek om, omdat hij iemand binnen hoorde komen. Zijn hart werd teleurgesteld toen het niet de persoon was die hij hoopte dat het zou zijn.
'Is het goed als ik bij jullie kom zitten?' vroeg de Teylin die gisteren in een hoekje een boek had zitten lezen.
'Geen probleem,' zei Caldre en nam weer een slok van zijn thee.
'Hoe kennen jullie elkaar eigenlijk?' vroeg ze daarna nieuwsgierig.
'We zijn beide in Eykus opgegroeid,' antwoordde Siron. 'Twee buitenbeetjes die het enorm goed met elkaar konden vinden.' Caldre knikte.
'We zaten altijd bij elkaar in de pauze,' zei hij. 'Ik zat een klas boven hem.'
'Dan kennen jullie elkaar enorm lang...' zei de Teylin met grote ogen. 'Dat is best wel gaaf! Degene die ik het langste ken is mijn moeder.'
'Dat geld voor iedereen toch?' zei Cheosomedo die als een schaduw achter ze was komen te staan en Siron schrok bijna zo erg dat hij van zijn stoel afviel. Cheo leek niks van Sirons schrik te merken en ging rustig naast ze zitten. Siron hoorde daarna nog iemand de grot in lopen en keek weer om, zijn hart stopte even en hij voelde alles ontspannen. Een glimlach verscheen op zijn gezicht en tot zijn verbazing glimlachte ze slaperig terug.
'Goede morgen,' zei ze nadat ze op een of andere manier koffie had weten te zetten en naar het tafeltje toegelopen was.
'Wil je zitten?' vroeg Siron en stond, zonder dat hij het doorhad, voor haar op. Ailith keek verbaasd, maar nam toch plaats terwijl hij een extra stoel pakte. Caldre zuchtte bijna teleurgesteld, alsof hij wilde dat hij daar in plaats van Ailith zat.
'Wat een geluk dat ik iedereen hier tref!' klonk de stem van Gewn vrolijk en Ailith kreunde. Die kende haar tante wel langer dan vandaag en wist ook dat die een ochtendmens was. 'Kunnen we meteen met de besprekingen beginnen!'
'Bij Ihrahimma,' zei Cheosomedo. 'Kan het wat zachter?'
'Nee, anders worden jullie nooit wakker!' zei Gewn vol energie en zag dat Ailith al weer langzaam in slaap viel. 'Ailith,' zei ze suikerzoet. 'Tijd van slapen is geweest.' Ailith gaapte, pakte haar mok koffie en nam een grote slok.
'Ik ben wakker,' zei ze vrij slaperig en Gewn lachte weer.
'Gewelidig! Zullen we beginnen?'
'Met wat?' vroeg Caldre eerder om haar te plagen dan dat hij het echt niet wist.
'Siron die voor ons opzoek gaat naar de magiebron.'
'Wow, echt?' vroeg de Teylin ongelovig.
'Ja, Nijah,' zei Gewn. 'Als alles zo gaat als het moet gaan, dan zullen we de spreuken op het juiste moment kunnen verbreken.'
'Wow, het komt nu allemaal wel heel dichtbij,' zei ze en keek dromerig voor zich uit.
'Inderdaad, dus, Siron,' Gewn keek hem doordringend aan.
'Ik ben er klaar voor,' zei hij en Gewn begon met het uitleggen van het plan.
'Dus samengevat: je gaat de grot in, volgt je gevoel en komt terug met informatie,' zei ze uiteindelijk. 'Het is jammer dat we Aiko niet meer in ons midden hebben. Anders zou ik hem met je meegestuurd hebben...'
'Maar moet ik dit nu allemaal in mijn eentje doen?' vroeg Siron.
'Lijkt me niet,' zei Cheosomedo. 'Wie wil er mee?'
'Ik zou wel mee willen,' zei Ailith en iedereen keek haar aan. 'Als er ergens antwoord naar goud is...'
'Dat doen we even niet,' zei Gewn. 'Tero zal me vermoorden als hij weet dat ik je mee op een gevaarlijke missie stuur.'
'Hij is hier toch niet?' zei Ailith daarop.
'Ik wil je niet weer in gevaar brengen...' zei Siron en keek haar aan. Ailith keek uitdagend terug, de koffie had haar helemaal wakker gemaakt.
'Zonder mij zou je het nooit hebben overleefd,' zei ze en Siron keek weg, ze had gelijk.
'Daarnaast is ze geen krimin,' zei Caldre. 'De kans is klein dat de Egrima die nog achter je aan zitten haar uit willen schakelen.'
'Daar heeft Caldre een punt,' zei Nijah. 'Als zij mee gaat heeft hij meer veiligheid dan wanneer er een van ons mee gaat.' Cheosomedo leek overtuigd, maar Gewn was duidelijk nog in strijd.
'En ik ben oud genoeg om voor mezelf te zorgen, dat weten mijn vaders ook,' zei Ailith en Gewn zuchtte.
'Oké,' zei ze en zuchtte. 'Ik vertrouw je.' Ailith glimlachte.
Niet veel later werden er tassen ingepakt en werden de laatste stappen van het plan nog eens een keer doorgenomen. Caldre legde zijn hand op Sirons schouder en keek hem nog eens goed aan. Daarna knuffelde hij hem kort en wenste hem succes. Siron knikte en keek naar Ailith.
'Ben je er klaar voor?' vroeg hij. Ze knikte vastberaden en keek naar de nu sneeuwvrije uitgang van de grot.
'Ben jij er klaar voor?' vroeg ze.
'Ik hoop het,' zei Siron en zuchtte. Hoewel hij aan de ene kant wilde dat ze veilig in de grot bleef, was hij ook wel blij dat ze naast hem stond.
'Nou, klaar voor grot nummer twee of niet?' vroeg Gills die hen naar de andere grot zou begeleiden en het niet in zijn bloed had zitten om op tijd te zijn. Ailith lachte.
'Laten we gaan,' zei ze en hun weg door de sneeuw begon.
________
'We zijn er,' zei Gills met een enorme glimlach op zijn gezicht. 'Laat Charrir jullie niet tegenhouden. Onthoud dat Midra meestal dichterbij is dan je denkt.'
'Bedankt Gills,' zei Ailith.
'Inderdaad, bedankt,' zei Siron.
'Geen dank, dit is het minste wat ik kan doen,' zei hij daarop. 'Ik houd het hier in de gaten, dus als er iets gebeurt zal ik hier zijn om te helpen.' Siron zuchtte diep en keek samen met Ailith de duisternis van de grot in.
'Lichtje?' vroeg Ailith en Siron glimlachte terwijl ze een lichtbolletje in haar hand aanzette.
'Lijkt me wel handig,' zei hij en samen liepen ze de grot in.
Fijne jaarwisseling allemaal!
Heb een goed 2018 (/^▽^)/ 🎉
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top