†1†

Met een tas over haar schouder rende ze zo hard als ze kon. Buiten adem was ze, maar ze bleef door rennen. Haar krullerige zwarte haar zweefde achter haar aan en ving zo nu en dan een bloemblaadje dat eerst door de lucht heen dreef.
Uiteindelijk kwam in zicht waar ze moest zijn en ze gebruikte haar aller laatste kracht voor een eindsprint. Ze ging zo snel dat de bloemen, van de tuin die ze net in gerend was, lichtjes heen en weer bewogen door de plotselinge luchtverplaatsing. Hijgend kwam ze langzaam tot een rustige looppas en liep het grote, ronde, gigantische en zilveren gebouw van de academie in. Het gebouw, groot natuurlijk, had wel iets weg van een bruidstaart, qua vorm dan. Het waren namelijk meerdere cilinder vormen die op elkaar gestapeld waren. Al werd het door veel studenten het ijzeren zandkasteel genoemd, omdat het gebouw vroeger als kasteel gebruikt werd en omdat de academie vlak bij het strand lag.
Het meisje dat in een redelijk tempo naar binnen liep, was verbaast over hoe rustig het wel niet was. Er hing een sfeer van kalmte die deels veroorzaakt werd door het kabbelende water dat verderop stroomde. Boven haar waren vele verdiepingen. De ruimtes tussen die verdiepingen in werden deels in beslag genomen door bruggen die elkaar soms kruizend passeerden. In de overige ruimte, boven haar hoofd, zweefde een klok die de datum en de tijd aangaf. Ze ademde opgelucht uit, ze zou de eerste zijn. Met een glimlach op haar gezicht begon ze aan haar klim de drie trappen op en kwam op het platform terecht waar een rode lichtgevende drie boven hing. Boven aan de trap wreef ze even over haar knieën, maar dat weerhield haar niet om niet verder te gaan.

'Heyyo, welkom bij Theo!' riep er iemand en een ratelend geluid kondigde aan dat de zaak geopend werd. Het ijzeren gordijn kwam omhoog en erachter kwam een rond hoofd te voorschijn. 'Ha ha,' zei de mam achter de balie toen hij haar zag. 'Weer lekker op tijd zo te zien, wat is je reden deze keer?'

'Een afspraak.'

'Je bedoelt een date,' zei de man plagerig en lachte toen hij boos aan werd gekeken.

'Nee, ik heb een afspraak met... Hè, hoe heet hij ook al weer...' Een grote zucht ontsnapte haar en ze keek omhoog op zoek naar het antwoord.

'Waar gaat de afspraak over? Misschien weet ik het wel,' opperde de man.

'Over de draken studie,' zei het meisje.

'Ah, je doelt waarschijnlijk op die jonge gozer. Ik weet zijn naam ook niet, maar was het niet iets met een "v"?' De man legde zijn hand op zijn kin en dacht diep na. 'Meneer Vert? Of zo iets?'

'Waarschijnlijk, maar mag ik m'n koffie? Anders kom ik te laat bij die afspraak.' Er werd gelachen.

'Komt er aan! Nog een stukje cake?' Het meisje schudde haar hoofd.

'Moet ik deze keer overslaan.'

'Vooruit,' zei de man en gaf even later een bekertje over de toonbank aan. Het meisje legde het juiste bedrag neer en keek om. Met een blik van overwinning zag ze de drukte er al aan komen, zij had haar koffie nu al namelijk.

———

Snel vervolgde ze haar weg. Over een brug heen, langs kraampjes die langzaam een voor een opengingen en langs allemaal studenten die maar al te graag hun ontbijt wilden kopen. Door al die haast lette ze niet op en bij een fontein waar een zilveren drakenbeeld op stond, botste ze tegen een jongen aan die meteen de hete koffie over zich heen kreeg.

'Oeps,' zei het meisje. 'Sorry, het was niet de bedoeling!' Ze keek de jongen aan, hij kwam haar vaag bekend voor. De jongen schudde zijn hoofd en zijn bril leek zo wat van zijn neus af te glijden.

'Is niet erg,' zei hij en zette zijn bril weer goed. 'Ik was ook niet echt aan het opletten.'

'Hier,' zei het meisje en gaf de jongen een tissue aan. 'Dat is wel het minste dat ik voor je kan doen. Het spijt me.'

'Bedankt, maar het is echt geen probleem. Je zag er uit alsof je haast had, dus vergeet mij en ga naar waar je heen moet.' Het meisje knikte en liep door nog een keer omkijkend, want waarom kwam hij haar zo bekend voor?

De klok bleef jammer genoeg door tikken en zo werd het steeds drukker en moeilijker om als een meisje dat kleiner was dan het gemiddelde van haar leeftijd naar de goede plek te manoeuvreren. Het lukte haar eindelijk toch en kwam ze in het gedeelte van de academie waar de docenten zaten of anders gezegd: de hoogleraren. Ze keek nog een keer om naar de zwevende klok, ze had nog drie minuten tot de lokalen open zouden gaan en zij dus te laat voor haar afspraak zou zijn met meneer... Hoe heet ie ook al weer... Al werd dat raadsel snel opgelost door een naamplaatje naast een deur. "Meneer Verurs" stond er op. Geen Vert dus, dacht ze en klopte zachtjes op de deur die daarna zachtjes met een zoevend geluid opzij ging.

'Goede middag,' zei een rustige stem. 'Ga zitten.' Een beetje twijfelend stapte ze de kamer in en schrok lichtjes toen de deur weer achter haar dicht schoot. Voor haar was een bureau. Aan haar kant was een lege stoel waar ze na wat wikken en wegen op ging zitten. Achter het bureau een man, jong, met een rechthoekige bril die op het puntje van zijn neus lag. Zijn lichte ogen stonden in contrast met zijn licht bruine huid en op een of andere manier moest deze man haar heel erg laten denken aan de jongen waar ze een paar minuten geleden tegen aan gebotst was. Meneer Verurs was gefocust op een boek waarvan de titel door zijn hand bedekt werd en een nieuwsgierigheid liet opbloeien in het achterhoofd van het meisje dat een beetje ongemakkelijk in de stoel zat. Toen de jonge man met een plotselinge klap het boek dicht sloeg, schrok ze en kreeg een bekritiserende blik terug. 'Mevrouw Ambres? Klopt dat?' Het meisje knikte en haar misschien toekomstige docent pakte een stapeltje papieren uit een lade die hij op het bureau legde. 'Eens kijken.' De blaadjes maakte een ritselend geluid en een vond zijn weg in de handen van Verurs. 'Volledige naam graag en leeftijd.' Het meisje was een beetje van haar stoel geschoten door de vraag, maar wist snel genoeg haar woorden te kunnen vinden.

'Ailith Ambres, achttien jaar,' antwoordde ze en meneer Verurs krabbelde iets op een notitie blok.

'Een alliteratie...' mompelde hij en keek op. 'Je hebt vorig jaar aardig wat goede cijfers gehaald op dit gebied, maar niet beter dan gemiddeld.' Ailith keek naar de grond. Ze had vorig jaar harder moeten werken, maar dat had haar zo veel stress bezorgd dat ze de laatste paar toetsen een beetje verpest had.

'Dus, wat is je reden van komen?' Ailith keek op.

'Ik zou graag met draken willen werken,' zei ze voorzichtig.

'Ja, dat was te verwachten,' zei de man voor haar en zuchtte. 'Maar dat bedoel ik niet. Wat is je reden? Waarom draken? Je had net zo goed met de hommels kunnen werken.' Ailith keek de man voor haar verbaast aan. Was hij nu serieus? Ze schudde haar hoofd.

'Ik wil niet met de hommels werken,' zei ze deels beledigd. Ze wist dat de vakken waar ze goed voor stond nodig waren om in het berichtsturingsbedrijf met de hommels te werken, maar dat was niet haar toekomstplan.

'Oké, maar dat beantwoord mijn vraag niet.' Ailith perste haar lippen op elkaar en keek meneer Verurs gespannen aan. Ze wist totaal niet wat hij dacht en of hij wel te vertrouwen was... Maar als ze met draken wilde werken moest ze het wel zeggen, ze kon er niet omheen. 'Nou?' vroeg Verurs en wekte enige irritatie bij Ailith op.

'Ik wil met draken werken, omdat mij gezegd werd dat ze me antwoorden konden geven.' Meneer Verurs zuchtte en krabbelde verveeld iets op een papiertje. Ailith voelde haar hart sneller kloppen, ze had sowieso iets verkeerds gezegd en werd daarom niet meer aangenomen. Ze had nooit met haar ouders mee moeten gaan naar Titaan, dan was dit er nooit van gekomen.

'Wat voor antwoorden?' vroeg hij en rolde met zijn ogen, waarschijnlijk waren er meer met zo'n reden gekomen en Ailith begon zijn houding iets beter te begrijpen. Ze ging rechter in haar stoel zitten en keek de man voor haar aan.

'Nou,' begon ze en beet op haar onderlip. 'Ik wil iets bewijzen wat niemand wil geloven.' Ailith zag duidelijk dat Verurs de interesse aan het verliezen was.

'Ja? En? Details? Als je zo vaag blijft zul je nooit de studie halen, laat staan erin komen.' Ailith haalde diep adem. Ze wilde deze studie doen, dus ze zou haar best doen deze man voor haar te overtuigen van het feit dat zij er geschikt voor was. Ook al zou dat betekenen dat ze als een gestoorde overkwam...

'Toen ik klein was, had ik een bijzonder voorwerp gevonden,' zei Ailith en Verurs zuchtte. 'Toen ik dat liet zien aan iemand, ontkende die het, ook al was het echt en had ik het in mijn handen.' Meneer Verurs wilde er tussen komen, maar Ailith liet dat niet gebeuren. 'Aan wie ik het ook vertel, iedereen zegt dat ik het verzonnen heb, dat het niet echt is. Met deze studie wil ik antwoorden vinden op de mythes en bewijzen dat wat ik had gevonden inderdaad echt was.'

'En wat had je gevonden?' De irritatie was nog licht in zijn stem te horen en Ailith slikte. Het leek wel alsof wanneer ze het hardop zou zeggen, ze naar het gekkenhuis zou worden gebracht. Vroeger zou ze ermee weg zijn gekomen, maar nu...

'Ik heb... goud gevonden...' zei Ailith zacht en de wenkbrauwen van Verurs rezen omhoog.

O, nee, dacht Ailith. Nu komt het.

'Goud?' vroeg hij en lachte. 'Je moet me aan iemand laten denken die dat ooit ook tegen mij zei.' De sfeer in de kamer leek zich te ontspannen en Ailith voelde hoe haar spieren tot rust kwamen. 'Weet je,' zei Verurs. 'Als je mij beloofd dat wanneer je weer goud vindt het aan mij laat zien laat ik je door.' Ailith keek verrast. Was het nu zo makkelijk?

'Ja, is goed,' zei ze beduusd en meneer Verurs stak zijn hand uit.

'Ik zie je dan morgen om het tiende tijdperk van Atens.' Ailith nam de hand aan en schudde die.

'Bedankt meneer,' zei ze. 'Tot morgen dan.' Verurs glimlachte lichtjes en zorgde dat de deur weer open schoof. Ailith stapte vrolijk naar buiten. Toen de deur achter haar gesloten was keek ze nog een keer om, want wie was degene die dat ooit tegen Verurs gezegd had? Ze zou die persoon wel eens willen ontmoeten...

*Atens, god van de tijd

Hallo hallo! Yay, Ailith is eindelijk in het vizier ^^

Nu begint het pas echt XD

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top