|7:8|
Ik ben vervaagd in een wereld
waar blauw groen mag zijn, en roos rood,
vermorzeld in een lichaam, dat eens was,
Nu enkel kan zijn wat het is,
Gebroken door scherven die noch mij,
Noch jou bekeken hebben,
Maar jij blijft daar statig staan, een huis,
Met bakstenen stevig op elkaar gemetseld,
Regen raakt niet een object, het raakt alles,
Doorweekt alles in een nattige plens van verdriet,
Maar de ene lacht eronder, de andere sterft,
Zo is onze wereld een doodse plek van plezier,
We dansen op de dode lichamen van velen,
Balanceren op de dunne draden van de dood,
Sommigen vallen, wij blijven staan, nu nog,
Tot ook wij ons evenwicht verliezen,
En ons vette lichaam ons de laatste adem kost,
Misschien hadden we toch gezonder moeten leven.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top