|7:6|
Druppels vallen, gebarsten neer,
In een kolk van wind overleeft geen een,
Ik heb gezocht, gedwarreld, gedwaald,
Alles wat men gevraagd heeft, gedaan,
Ze zien het niet, ze zien niets, blind
Zijn hun opgetrokken schermen,
Enkel hun eigen spiegeling valt te zien,
Wat zijn we aan hun hersenen,
We willen onze hersenen voeden,
Maar we eten enkel op wat men al weet,
Enkel suikers en vetten vinden hun weg
Naar het brein, gezond is het niet, neen,
Enkel een korrel kan de wijsheid opslokken,
Meer hebben we niet nodig,
Een lepel met zout volstaat,
Om te doen verdwijnen, wat men heeft,
En weg is de mensheid, weer eens.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top