|7:3|


Rood licht reflecteert haar gevoelens,
Gesmolten emoties in een schotel,
Ik zoek en vraag, maar vinden doe ik niet,
Gek ben ik omdat ik liever laat staan,

Ze kijken me vreemd aan als ik bestel,
Nog vreemder als ze horen wat ik bestel,
Maar krijgen wat ik vraag, dat gebeurt niet,
Ik moet leven met wat ze me schenken,

Wat als de soep me niet aanstaat,
Het is inderdaad nog goed, maar
Dit ben ik niet, mag ik niet meer kiezen
Wie ik ben, wat ik doe, wanneer ik het doe?

Ze noemen me een vreemde soep,
Ze hebben gelijk, zeg ik hun, ik ben
Gebroken soep, in stukken gegooid,
Maar soep kan niet gebroken zijn.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top