|2:3|
Licht rolt over lades als een waaier,
Kaatst heen en weer en draait weer weg,
Golvend beweegt het door de kamer,
Raakt mij zachtjes aan in een waas.
Geen woord krijg ik over mijn lippen,
Nochtans mijn mond is niet gesloten,
Dat niet, het zijn mijn stembanden,
Die beschadigd zijn in deze zee,
Ik volg het pad, de uitgestippelde beton,
Ik vlieg, draai om, val, wandel verder,
Mij krijg je niet snel neer, dat niet,
Wel val ik soms en sta ik weer recht,
Maar ik ga.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top