35
'Hij ziet er bleek uit.' zegt Christian wanneer hij naast me gaat zitten. Ik kijk niet op of om, maar aan zijn stem is hij gemakkelijk te herkennen. 'Maar hij wordt waarschijnlijk beter. Dat zegt Doc. dus dan is het zo. Hij zegt ook dat hij ieder moment wakker kan worden.' Christian ratelt maar door als hij naast me zit. Dat is al een tijdje zo. Al een paar dagen. Twee en misschien zelfs drie, maar dat weet ik niet. Tijd doet er niet meer toe. Leven of dood wel.
Ook nu ratelt Christian maar door over onzinnige dingen en nog meer onzinnige dingen. Ze interesseren me niet, maar toch vertelt hij ze. Over Amy. Over hoe gelukkig Seth en zijn wandelende barbiepop eruit zien. Over Delilah die vraagt of ik nog een keer langskom. Maar nog steeds boeit het allemaal niet.
'Je moet slapen.' zegt hij dan, maar ook al weet ik wat hij zegt, toch dringt het niet erg door. 'Kijk me aan.' zegt hij dan. Ik kijk hem niet aan. Waarom zou ik? Het is niet belangrijk. 'Godverdomme, kijk me aan!' schreeuwt hij nu. De stoel klettert achterover als hij woedend opstaat.
Nu pas kijk ik zijn richting op. Zijn ogen spuwen vuur, maar staan ook vol medelijden. Ze hebben een ziekelijke kleur in het licht van de ziekenhuislampen. Doc. heeft hem gelijk naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis gebracht. De dokter is ook een weerwolf, dus van vragen hebben we niet echt last.
Als ik Christian in zijn ogen kijk, knapt er iets van binnen. Het draadje dat ervoor zorgt dat ik niet de hele tijd tranen met tuiten huil. Meteen vullen mijn ogen zich met tranen die niet meer te stoppen zijn. Opeens is de grond veel te dichtbij. Ik voel ver weg iemand die me vastpakt en tegen zich aantrekt, maar van de rest ben ik me niet bewust. Vlak voor ik mijn ogen sluit en gehuld word in een geruststellend duister, vraag ik me af of het mogelijk is om in je eigen tranen te verdrinken.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top