33
Het enige waar ik aan kan denken, is het gat in mijn borst dat niet van mij is. Ik ren naar hem toe, ook al heb ik geen idee waar ik ben. Of waar hij is. Ik weet pas dat hij er is, als ik naast hem sta. Hij ziet er verschrikkelijk uit. Ik probeer angstvallig niet te kijken naar het gat dat een weerwolf in zijn borst heeft gemaakt. Om zijn bebloede lippen ligt een lachje als hij me ziet.
'Hallo.' Zijn stem klinkt schor en lijkt niet op de zijne. Niet op zijn normale stem. Niet de stem van Jonathan. Maar ik weet dat hij het is. Ook al is hij onherkenbaar. Ik heb pas door dat er tranen over mijn wangen rollen, als hij ze met zijn vingers wegveegt. Daarna laat hij zijn hand zakken alsof het hem teveel moeite kost.
'Jonathan?' Ik hoor mijn stem piepen, terwijl hij zijn ogen sluit. Het lijkt hem veel moeite te kosten om ze weer te openen. 'Ik ben nog niet weg hoor.' mompelt hij. Ik kan hem nog maar net verstaan. Ik lach even door mijn tranen heen. En hij lacht terug. Waarschijnlijk wetend dat hij niet lang meer heeft.
'Ga dan ook niet weg.' fluister ik terug. Hij blijft glimlachen. Niet alsof mijn wereld straks zal vergaan. Niet alsof hij straks zal sterven. Maar alsof we alleen zijn en allebei ongedeerd. 'Dat is het mooiste cadeau dat je me had kunnen geven.' fluistert hij en dan betrekt zijn gezicht even.
'Je moet me iets beloven.' zegt hij. Ik ben me vaag bewust van de mensen die om me heen staan en aan me trekken. Maar ik kan niet weg. Zijn ogen houden me op mijn plaats. 'Kies een nieuwe naam. Word gelukkig. Kies Christian en laat hem niet meer achter.' De tranen stromen nu nog sneller over mijn wangen. Ik proef het zout. Ruik het bloed. En voel de dood. Voel het verdriet. Ik voel teveel. 'Je gaat niet dood.' zeg ik, voordat ik weggetrokken word. Het enige wat ik hoor is Jonathan's ademhaling. De ademhaling die stopt. Ik voel zijn hart zachtjes in mijn borstkas tikken. En ik weet dat het nog niet over is. Twee woorden worden maar herhaalt in mijn hoofd. Nog niet. Nog niet.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top