30
Het voelt nog steeds verkeerd om iemands hoofd binnen te dringen. In dit geval dus die van Christian. Christian? Ik voel hoe hij overeind schiet. Ben je oké? is de eerste vraag die ik terug krijg. Ja, maar er is hier een of andere gek. zeg ik terwijl ik naar de gestoorde alpha kijk. Die kijkt terug.
Ik voel hoe zijn aanwezigheid van mijn gezicht gebruik maakt. Ik hoor hoe zijn adem stokt. Wat wilt hij van je? vraagt hij, ook al weet ik niet zeker of hij het wel tegen mijn heeft. Wraak, denk ik. Ik moest jou perse om hulp smeken. Ik hoor hem zachtjes grinniken, zelfs al zitten we niet in dezelfde ruimte. Ik ben onderweg. Vertel hem dat maar. Ik voel hoe zijn aanwezigheid langzaam minder word. Christian? Hij keert bijna meteen weer terug.
Wat is er? Hij klinkt paniekerig. Nu ben ik degene die moet lachen, ook al vind ik deze situatie maar niks. Pas op. Ik voel zijn glimlach op mijn lippen. Dan verdwijnt zijn aanwezigheid volledig, maar ik weet dat als ik hem nu zou roepen, dat hij dan meteen terug zou komen.
'Het is geregeld.' vertel ik de gekke alpha. Hij kijkt me met een gekanteld hoofd aan. 'Hoe weet ik dat je niet liegt?' Een grijns komt op mijn lippen te liggen. 'Je zult me moeten vertrouwen.' Met mijn antwoord lijkt de alpha niet erg blij te zijn, maar echt veel valt daarvan niet te zien. 'Breng haar terug naar de cel.' gebiedt hij de soldaat. Dan wendt hij zich weer tot mij. 'We zullen eens zien of die mate van jou je zal komen redden.' Ik weet zeker dat Christian hier zal komen, maar dat zeg ik niet. De alpha weet het zelf wel. De hele wereld weet het wel. En dat is dan ook waar ik me zorgen om maak.
De bewaker brengt me weer terug naar de cel en gooit me nog net niet naar binnen. Ik vang een glimp op van een paar ogen, maar meer ook niet. 'Zie je wel, niemand komt hier weg.' bromt de mannelijke stem. 'Dat zullen we nog wel eens zien.' mompel ik naar het duister. En dan, begin ik met wachten.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top