26
De gedachten razen door mijn hoofd als ik naar het lege plafond staar. Er is geen geluid te horen in dit huis. Geen gedachte af te lezen door de witte muren heen. Alleen ik en mijn gedachten zijn achter gebleven. Helemaal alleen, door iets wat we zelf hebben veroorzaakt. Hoe is het zo ver gekomen? Hoe kon ik Christian in de naam van de maangodin nou terug kussen? Ik weet dat het fout was, dus waarom deed ik het?
Mijn gedachten en ik worden onderbroken door een geluid. Hoe zacht het ook is, toch word ik erdoor gerustgesteld. 'Wie is daar?' hoor ik mijn eigen stem vragen. Er komt antwoord in de vorm van geklop. 'Binnen.' fluister ik zachtjes, ook al is er niemand wakker te maken dan de nacht zelf. Ik weet zeker dat die wakker is.
'Je slaapt niet.' veronderstelt iemand met dubbele tong. Zijn stem is moeilijk te verstaan, maar ik weet toch meteen wie het is. 'Je had niet moeten komen.' fluister ik terug naar Christian. 'Je had hier gewoon niet moeten komen.' Mijn stem breekt halverwege de zin, maar gaat daarna weer zachter verder. 'Niet huilen.' sist Christian bezorgd. Ik voel aan mijn wangen, waar inderdaad tranen overheen stromen.
'Ik ben niet boos op je. Ik verwijt je niks. En Jonathan is alleen maar teleurgesteld, maar als je hem een aai over zijn bolletje geeft, zal hij vast wel weer glimlachen.' Ik negeer zijn sarcastische ondertoon en ga in op zijn reactie. 'Misschien ben ik niet bang voor jullie reacties, maar voor de mijne.' Even heerst er een ijzige stilte tussen ons, voor hij begint met spreken. 'Ik heb gehoord van je instorting. Bij Jonathan. Of eigenlijk heb ik er niet van gehoord, ik heb gewoon in je hoofd gekeken.' Ik houd mijn adem in, bang dat als ik die laat ontsnappen, de wereld zal vergaan.
'Sorry.' sluit hij nonchalant zijn verhaal af. Ik sta nog een paar momenten voor me uit te staren in de duisternis, voordat ik in beweging kom. Ik loop langzaam op hem af en geef hem dan een duw in de richting van de deur. 'Verdwijn.' sis ik, mijn eigen stem niet eens herkennend. 'Verdwijn en kom niet meer terug.' Hij strompelt de deur uit. Ik voel dat hij gekwetst is, maar even kan het me niet schelen. Een heel klein moment kan niks me meer schelen. En dan stort ik weer in.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top