18

Hallo.   zeg ik met tegenzin. Dat meisje verdient Seth gewoon niet. Hij zou met iemand moeten zijn die wel aardig is. Niet iemand die mensen uitscheldt en het leuk vindt. Ook nu kijkt ze me aan alsof ik een klein wolfje ben dat in een vuilniszak verpakt zit. In dat geval zou ze me zonder aarzeling de rivier in gooien.
Wat doe jij hier nou weer?  snauwt ze me toe. Ik vraag me af of  "aardig"  in haar vocabulaire staat als "zwak". Ik kom de mate van Seth ontmoeten.  is mijn geweldige antwoord. Wanneer zou Seth eigenlijk zestien geworden zijn? Ik hoor voetstappen achter me en draai me om. Christian staat er met een verhit gezicht. De vragen zijn in zijn ogen te lezen. 'Waarom?' vraagt hij hijgend. Seth heeft zijn mate gevonden.  zendt ik als antwoord terug. Hij grimast. Aisha?  vraagt hij alleen aan mij. Ik knik haast onmerkbaar. 'Ehm... Ik kom haar even van jullie stelen.' zegt Christian en hij kijkt me smekend aan. Misschien heeft hij ergens wel gelijk. Ik wil immers niet hier blijven om te kijken hoe Seth en Aisha gaan staan zwijmelen.
Ik knik en loop op hem af. Hij gaat me voor. Je weet toch dat we nooit gesprekken kunnen voeren als je voor eeuwig wolf blijft?  Ik kijk vernietigend naar zijn rug. Natuurlijk wel. Je praat nu toch ook tegen me. En bovendien, waarom zou jij niet een keer moeten veranderen. Ik verander al de hele tijd. Ik kan hem horen zuchten, ook al kijk ik tegen zijn rug aan.  Koppig ben je zeker wel.  Ik zou lachen als ik stembanden had die het zouden kunnen. Wat had je dan verwacht?  Ik sluit mijn stem zo snel af als dat hij kwam.
Waar heb je het over?  Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan, maar met mijn poten zal dat vrij hard aankomen. Over hoe je jouw mate zou hebben verwacht.  Ik kan de stilte tussen ons gewoon proeven. Een stilte voor er iets ergs staat te gebeuren. Anders.  luidt zijn aarzelende korte antwoord. We inmiddels al bijna bij zijn huis. Wat bedoel je met anders?  vraag ik bang voor het antwoord.
Iemand die ik niet zou moeten delen met mijn broertje misschien!  schreeuwt hij zo hard dat ik er hoofdpijn van zou krijgen. Je deelt me niet. begin ik. Ik ben van niemand.  En dan ren ik naar de aanlokkelijke geuren van het bos.


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top