De tweede tegenslag

Ik zit inmiddels op de middelbare school. Daar heb ik een documentaire gezien van Aple d'HuZes. Dan fiets je de Alpe d'Hues op om geld in te zamelen voor onderzoek naar kanker. Die middag zeg ik tegen papa en mama dat ik ook de Alpe d'Hues op wil. Mijn motto is "hij afzien, ik afzien." Als Stefan af moet zien met zijn behandelingen, dan wil ik afzien door die berg op te fietsen.

Papa heeft dus een racefiets voor mij gekocht. Daniëlle gaat ook mee. Ze doet aan mountainbike en wil op haar mountainbike fiets. Papa, Daniëlle en ik trainen iedere week twee keer. Dan krijgen we in maart 2012 een enorme tegenslag. Mijn oudste zus, Chantal, is opgenomen in het ziekenhuis. De artsen weten niet wat er aan de hand is. Chantal is geel geworden.

Chantal moet heel veel bloed afstaan aan onderzoek van wat ze heeft. De eerste paar dagen horen krijgen we geen uitslag. Ik denk dat het kanker is, net zoals Stefan heeft.

Dan krijgen we de uitslag van de bloedtests te horen. Chantal heeft een zeer zeldzame auto immuun ziekte. Ze heeft auto immuun hemolytische anemie. Haar bloed word aangevallen door zichzelf. Chantal word doorgestuurd naar het UMC. Ook Chantal ligt op de kinderoncologie afdeling. Ze ligt aan een infuus. Aan dat infuus zit een zak bloed. 1L staat er op de zak. Chantal krijgt een liter bloed.

Een paar uur later krijgt Chantal nog een liter bloed. De familie vraagt zich allemaal af wat hier gebeurd. De artsen stellen ons gerust. Maar een paar uur later krijgt Chantal de derde zak bloed. De artsen blijven zeggen dat ze het onder controle hebben. Een arts vraagt mijn ouders apart. Papa en mama gaan mee.

's Avonds gaan we weer naar huis. Als we thuis zijn moeten we van papa en mama op de bank gaan zitten. Dat doen we. Mama gaat ook op de bank zitten en papa pakt een stoel. Mama begint met praten. "Chantal is ....." en verder komt ze niet. Papa neemt over. "Chantal is vandaag drie keer voor de dood weggehaald." We kijken allemaal bang en verdrietig. Mama huilt. Papa heeft moeite om niet te gaan huilen. Arjen gaat met zijn mobiel spelen. Daniëlle zegt niks en staart afwezig voor zich uit. Ik ga tegen mama aanzitten en begin stilletjes te huilen. We praten erover, maar ook weer niet. We denken eraan, maar dat willen we niet. We voelen elkaars pijn en verdriet, maar we kunnen er niks mee. We denken allemaal hetzelfde. "Als Chantal maar niet dood gaat."

HIJ AFZIEN, IK AFZIEN.
Dat is de echte citaat van wat ik gezegd heb tegen papa en mama.

Zeg in een reactie wat jullie ervan vinden tot nu toe. De namen van de personen zijn verzonnen, het verhaal zelf niet.

Ik schrijf morgen weer een stuk. Veel leesplezier met dat stuk. En reageer daar ook op wat er beter kan en wat ik beter niet kan doen. Alvast bedankt!

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top