Hoofdstuk 6
Die hele ochtend had Lieve stil gelegen. Ze moest telkens denken aan haar droom. Het was verschrikkelijk, het voelde zo echt! Toto merkte het gevoel op van Lieve, en ging liggen bij haar hoofd. Hij peuterde aan haar haar en stopte het in zijn mond. "Bah, Toto!" Verluisterde ze lachend. Hij gaf er nog een sabeltje aan, en liet het uit zijn mond glijden. "Lieve?" Lieve schrok, Jack stond alweer naast haar hangmat. "Zullen we weer op tijd vertrekken?" Lieve knikte tilde het aapje op en pakte de hangmat samen tot dat ze hem op haar rug kon dragen. Daar stonden ze weer, met een vies gezicht. Het aapje klom weer naar zijn vaste plek, de schouder van Lieve. Ze waren allebei stil, de hele ochtend,het enige wat ze deden was lopen. Duizenden bomen kwamen voorbij, er kwam geen einde aan het woud zoals in haar droom. De woorden van haar ouders kwamen niet uit haar hoofd. Ze achter volgden haar. "wat dacht je nou?" "Vluchten van je "lijden"?" Ze zag het nog voor zich, die klap in haar gezicht. Honderd druppeltjes vielen op de grond. Ze draaide zich om. Troost had ze nodig, praten met iemand zoals Jack, een vriend. "Jack?" geen antwoord. Ze keek om zich heen, maar nergens was Jack te vinden. Ze liep een stuk terug. Maar daar was hij ook niet. Ze tilde het aapje van haar schouder, en zei: "Zoek Jack!" Het aapje verdween de bossen in. Het was ontzettend stil.. Afwachtend ging ze zitten op de grond. Wat zou er gebeurd kunnen zijn? Ineens hoorde ze geknetter achter zich. geschrokt draaide ze zich om. Een ontzettend groot stuk bos stond te branden. Het werd groter en groter. Het cirkelde om haar heen. Nergens was er een weg om naartoe te gaan. Ze draaide zich een paar keer om. En bleef ineens stok stijf stil staan.
Twee gladde schoenen gewezen naar Lieve toe. Ze zag het gezicht van een man. Haar vader.
Wakker worden, wakker worden, wakker worden....
Ze opende weer voorzichtig haar ogen. Geen vuur, geen vader. Maar ook geen Jack en ook geen Toto. Ze zat nog steeds op de zelfde plek op de grond. Ze was vast even weg gedroomd. Toto kwam er gierend aan rennen. Pakte Lieve bij haar broekspijp en probeerde haar mee te trekken. "Ik ga al mee! Rustig maar." Zei Lieve. Ze achter volgde het aapje. Hij rende ontzettend hard, Lieve kon het bijna niet bij houden. Op een gegeef moment kwamen ze bij een ravijn. Het aapje stopte met rennen. "Is hij hier?" Voorzichtig liep ze tot het randje en keek erover. Een diepe afgrond deed haar schrikken. Het viel niet eens ontzettend op. Als Toto niet had gestopt met rennen was ik er in gevallen, dacht ze. Het was wel tientallen meters diep. "Lieve help!" Hoorde ze. Ze keek nog eens. En paar meter opzij hing Jack. Snel rende ze ernaar toe. Hij keek zo angstig, zo angstig zoals toen hij nog niks wist van Julliët. Ze greep hem bij de armen. Ze probeerde hem op de rand te krijgen maar het lichaamsgewicht was te zwaar. "Niet los laten, geef niet op!" Zei ze gillend. "Wacht ik haal een lange liaan." Ze maakte al aanstalten om snel eentje te pakken. "Lieve." Zei de man moeizaam. "Als ik neer stort, moet je me een ding beloven." "Je valt niet." Zei ze verdrietig. "Maar stel je voor als. Beloof me dan dat je goed voor je zelf zorgt en je geluk opzoekt. Je ouders zijn je niet waard! Je bent ontzettend lief voor iedereen. Deze mensen die met je samen gewoond zijn gek. Ze hebben niet gezien dat je een speciaal mens bent." Glimlachend en huilend te gelijk keek ze Jack aan. "Ik haal snel wat op! Ik ben zo terug!"
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top