Hoofdstuk 4
Na 2 dagen rusten en voor zich zelf zorgen waren ze van plan om verder te lopen. Nadat ze zichzelf klaar hadden gemaakt om verder te gaan, zei Jack "ik vind het heel fijn dat we dit samen doen." Lieve legde haar arm om de schouder van man en gaf hem een kus op zijn wang. Ze liepen eerst nog een stuk door de droogte, maar uit eindelijk was daar het begin weer van de jungle. Ontzettend veel planten zorgden ervoor dat ze verstrikt raakten. Het was ontzettend lastig om tempo te houden. "Aaaa..."Lieve was in een grote plas modder gaan staan. Ze zakte een paar centimeters de grond in. Tot haar knieën stond ze in de modder. "Oeh, oeh, oeh, aahhh...." "Wat was dat?" Zei Lieve verschrikt. "Oehhh..." De oude meneer liep al met volle vaart naar het geluid toe. "Uhhm, Jack?" De oude man draaide zich verbaast om. "Ik zit nog vast, zou je willen helpen?" Jack liep al lachend naar Lieve toe, en trok haar uit de troep. "Oehhh...." Het klonk als een aap. Of een ander klein beest. Jack en Lieve zochten het geluid op. Zij ging de ene kant op, en Jack de andere. "Zie jij al iets?" Vraagt Jack. Hij kreeg geen antwoord terug. "Lieve?"
"Hallo, Lieve ben je daar?" Hij trok wat struiken opzij. Daar zat Lieve met een baby aap op haar schoot. Ze peuterde de takken die om zijn beentjes gewikkeld waren er af. Lieve keek verschrikt op. "Kijk, dit aapje zit vast." Samen haalden ze de takken van de poten.
BAMMMM! Ineens begon het ontzettend te hozen. Alle bomen slingerden heen en weer. Lieve pakte het aapje op en liet het rusten bij haar hals. Het aapje begon zachtjes te piepen omdat hij bang was. BAMMM! Jack en Lieve rende zo hard ze konden naar de grootste boom van het woud. Jack had nog een paar reuzen bladeren geplukt en overdekte zo zich zelf, Lieve en het aapje. Daar stonden ze dan. Inmiddels ver het bos in. Ze gingen er maar bij zitten, en gebruikten de reuzen bladeren als deken en paraplu. Het hielp heel goed want ze werden niet meer zo nat. Lieve keek het aapje aan. Het had kleine zwarte oogjes met een lief licht vachtje. Het was duidelijk nog een kleintje. Na die middag was het droog en het aapje was inmiddels in slaap gevallen. De man keek Lieve aan. "We kunnen hef aapje niet houden, dat weet je toch?" "Ja tuurlijk, we brengen je zo weer naar je mama." Zei ze naar het aapje en de man gericht. "Laten we terug gaan waar we haar gevonden hadden. "Na een klein stukje lopen, herkende Lieve de plek. "Hier, hier vonden we het aapje!" Het was er doodstil. Lieve slikte een keer diep, en legde het schattige aapje er weer terug. Jack legde een hand op de schouder van Lieve.
Maar het aapje bleef niet zitten, hij liep terug naar Lieve en klemde zich om haar been. Het aapje keek haar aan. Met vragende oogjes van: je gaat toch niet weg? Lieve pakte het aapje weer op en legde hem terug. Ze draaide zich om en liep weg. Ze voelde een stomp in haar maag. Elke stap dat ze verder zette voelde ontzettend pijnlijk. Even bleef ze ergens achter haken. Maar ze rukte zich weer los. "Je hebt het goed gedaan." Zei Jack.
Bonk....
Auu..
Een dikke vrucht was op haar hoofd gevallen.
Bonk...
Weer een, ze keek omhoog.
En daar zat het aapje weer.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top