Hoofdstuk 16

Lieve tilde zware houtblokken in haar armen. Het was niet echt het makkelijkste werk.

"Lieve, kan ik helpen?" Hoorde ze Joan roepen.

"Nee, bedankt. Ik moet nu even naar Jack, hij moet weer een drankje krijgen wat eerst moet koken op vuur.
Maar je mag wel mee."

"Ik wil graag helpen."
Ze liepen samen naar de hut. Jack was klaar wakker. Hij zat dichtbij Mara.

"Jack , eu vou, eu te amo."

Ze gaf hem een kus en liep weg. Jack keek lachend naar Lieve.

"Is dat de man?" Zei Jack.

"Ja dit is Joan."

"Aangenaam." Zei Joan. En schudde Jack de hand.

"We komen je helpen." Zegt ze glimlachend.
Joan stak het vuur op. En Mara was alweer terug met veel kruiden die ze in de pan wierp. Jack kreeg het voorgeschoteld een uur daarna. En later keek Mara weer naar zijn been. Een groot litteken was ontstaan. Het zag er eng uit omdat het leek of hij nog open was. Plus dat het nog rood en ontstoken was. Wanneer het over zou gaan wist niemand. Alleen vertraagde de zalf en de drank de pijn. Na die dag waren Lieve en Joan erg uitgeput. Allerbij zaten ze te rusten aan het mooie meer. Ze begrepen elkaar goed.

"Lieve overmorgen gaan we al weg. Ik weet dat het misschien moeilijk is om hier afscheid van te nemen maar ik kan het niet verplaatsen."

"Ik begrijp het. Ik wil graag weer naar huis maar het is hier ontzettend fijn. Met deze mensen, en met jo......"

Ze stopte met praten, ze durfde het niet te zeggen. Ze kende hem dan nog maar net maar hij was zo aardig.

"Wat ga je doen met Jack? Je mag hier blijven hè?" Zei hij.

"Ja dat weet ik. Maar als ik naar huis kan, is het beter voor mij. Denk ik..."

"Oké, ik wou dat het anders kon voor je." Zei hij spijtig. "Trouwens wat deed je eigenlijk alleen op vakantie?"

Lieve zweeg. Hij was dan wel lief en aardig, dit kon ze hem nog niet vertellen. Ze stond op in paniek omdat ze niet wist wat ze moest. "Ik moet gaan." Zei ze. En ze liep snel weg.

Terug in haar hut wist ze niet precies wat ze moest. Kan ik hem vertrouwen? Dacht ze. Ze wist het allemaal niet en Toto klom bij haar op schoot. Zachtjes aaide ze het aapje over zijn kopje. Van de bak met vruchtjes pakte ze de knal rode bollen. Wat voor een soort het was wist ze niet. Het kwam dan ook alleen daar voor want nergens anders was ze het ooit tegen gekomen. Een grote hap nam ze van de vrucht. Het aapje begon al te piepen en pakte de vrucht van haar af. Toto zat er aan te sabbelen alsof het een speentje was. Die avond ging ze naar Jack. Ze wist dat ze hem nooit meer zou zien. Het deed haar pijn om dan ook afscheid van hem te nemen. Morgen zou de laatste dag zijn dat ze samen zouden zijn. Jack lag er weer koortsig bij.

"Ben je erg ziek?" Vroeg Lieve.

"Ja, maar het komt goed Lieve echt waar!"
Hij pakte haar hand en keek haar aan.

"Ik hoop dat je een geweldig nieuw thuis vind in Nederland. Met alle geluk die verdient."

"Ik kan niet zonder je Jack. Je voelt als een vriend voor me. Al is ons leeftijds verschil groot, ons karakter lijkt op elkaar. Ik hoop dat je voor altijd mijn vriend wil blijven wat er ook gebeurt. Maar ik weet niet of ik wel kan gaan. Vrienden laten elkaar toch niet in de steek?"

"Ik weet dat het soms moeilijk is maar je wilt dit. Dat weet ik."

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top