hoofdstuk 13
Verdrietig kroop ze uit haar bed. De zon kwam net op. Ze liep naar buiten en keek over het meer uit. Mara zat voor het water. Ze zat in kleermakerszit met haar handen rustend op haar benen. Lieve ging naast haar zitten. En begon gewoon te praten. "Weet je, ik hoop gewoon dat ik ooit thuis kom. Ja ik weet het je kan me niet verstaan... Maar ik weet wel dat dat nooit gaat gebeuren helaas. Hoe moet ik nou verder? Ik weet niet wat ik moet."
Ze liep weer getreurd weg. Mara keek haar na. Die dag zat ze in het hutje. Te denken aan wat komen zou. Ze moest er toch het beste van maken, huilen hielp toch niet. Uiteindelijk stond ze op. Veegde haar tranen af en liep naar buiten. Ze waren een dier aan het braden bij het vuur. Ze ging zitten bij de mensen. De stilte viel. Op een moment sloeg een vrouw een arm om haar heen. Ze mompelde een paar woordjes en gaf haar een stuk vlees. De volgende dag hielp ze mee met vissen. Aan het begin vond ze het moeilijk maar later was het te doen. Die week leerde ze ook nog jagen wat ze al best lang wou. Iedere keer dat ze met de mensen praatte leerde ze beter de taal. Weken gingen voorbij.
Op een dag dreef ze weer lekker in het water. Toto zat te spelen met haar kleding. Hij trok het witte doek over zich heen, en ging liggen. De visjes zwommen langs haar heen. Maar wanneer ze zich bewoog trokken ze weer naar de zijkant van het meer. Ze dook onder water, kleine water plantjes dansten sierlijk heen en weer. Ineens hoorde ze veel lawaai. Ze kwam weer boven water. Ze zag de mensen rennen in de verte. En ze zaten te schreeuwen. Lieve liep het water uit. En wikkelde het doek weer als een jurk. Ze pakte Toto op en zette hem op haar schouder. Voorzichtig gluurde ze om het hoekje van de boom. Ze zag alleen nog de mensen. Verder niks.
Waarom schreeuwden ze zo? Dacht ze. Ze liep erheen. Het was er druk, alle mensen waren stil. Ze ging achter de dikke rij staan en keek langs de mensen heen. Een man zag ze. Hij was nog jong. Ongeveer 25 jaar? Hij had een bleke huid en blond haar. Vuur blauwe ogen. Lieve wou wel naar hem toe, maar ze was te verstijft geworden. De man kalmeerde de mensen en hij werd alweer verder geleidt. Hij had haar niet gezien. Beter ook.. Misschien. Later dacht ze nog veel aan hem. Wat is zijn naam? Wat doet hij hier? Maar ja, daar wist ze geen antwoord op te geven. Elke dag ging ze weer naar het meer. Om te zwemmen en om er gewoon te zijn. Niemand kwam daar. Behalve Mara wat ze wist. Ze liep met haar benen door het water. Het was kouder dan normaal. Ze ging maar weer weg. Terug naar haar hut om wat te eten. Toen ze er stond lag er al eten klaar. Ze keek naar beneden naar het meer. Daar zat de man op een houten boomstronk. Hij had een schrift bij zich en schreef telkens wat op. Ook bestudeerde hij z'n omgeving. Ze draaide zich terug om naar haar bed. Daar ging ze zitten en ging wat eten. De man keek blij. Hij had het erg naar zijn zin. Lieve was nieuwschierig maar ook bang tegelijk.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top