spelen met spreuken: er ontploft toch niets.
Een nacht in het Poseidon gebouw is voor sommige een hel. Percy ligt te kwijlen en ik, nou ja ik lig altijd op de rand van mijn bed en kan er elk moment uitvallen. En in deze gevallen sliep Tyson dit weekend bij ons. Vanwege de wagenrace. Tyson lag weer te snurken. En dat vind Annabeth natuurlijk weer leuk. Ze blies op een hoorn om ons wakker te maken. Percy schrok op en botste met zijn hoofd tegen de onderkant van mijn bed. "Auw! Aaaa..." BAM! Ik viel voor de miljoenste keer uit mijn bed op de grond. Annabeth begon te giechelen. "Kom op uit jullie bed!" schreeuwde ze. Percy kreunde: "Hé wisegirl moet dat nu persé op die horen blazen." "Sorry Percy, ik kon het gewoon niet laten." Opnieuw begon ze te lachen. Ze pokete met haar voet in mijn buik. (als je al zo veel keer uit je bed bent gevallen zoals ik, dan heb je geleerd om je deken mee te nemen naar beneden) "kom op opstaan jullie! Het is bijna negen uur en Chiron heeft een verrassing voor de winnaars van de wagenrace!" Toen ik dat hoorde wipte ik recht: "Ben er klaar voor", glimlachte ik met een smile van hier tot in Tokio. Ik nam snel mijn kleren en ging de badkamer in. In een paar tellen was ik al klaar. Ik snelde naar de eetzaal. Die was bijna leeg. nog een paar kinderen van het Athena gebouw en van het Iris gebouw. Onze borden stonden er nog onberoerd bij. Ik nam plaats aan de tafel. "Ah, Olivia daar ben je heb je lekker geslapen?" Ik keek om en zag Célina de nimf staan met het ontbijt. "Ah, Célina nog altijd als bediende?" antwoorde ik. "Ja, ik doe het graag het is het enige baantje dat ik echt zie zitten." "Zo, wat is er voor ontbijt?" vroeg ik. "Boterhammen met choco." "Geen probleem laat maar komen!" Ze gaf me mijn ontbijt. Ik stond recht en gooide een deel van mijn eten in de vuurkorf. Als offer voor de goden. De chocolade verbrandde meteen en de resten gingen naar boven, op weg naar Olympus. Ik nam opnieuw plaats aan de tafel. Ik schrokte alles naar binnen, ik stond recht en holde naar de arena. Het waren praktijk examens op zwaardvechten, boogschieten, mes werpen, Pegasus rijden en andere halfgod bezigheden. Toen ik in de arena was zag ik Lilly en Lucy met elkaar praten. Niet doen Olivia! Zei een stem in mijn hoofd. Niet nu pap, ik ga Lucy gewoon negeren oké? Ik nam plaats naast het duo. "Hey, goed geslapen?" Vroeg Lucy. "Ja. Lilly ik heb je hulp nodig zei ik." Ik zag aan Lucy dat ze niet blij was met mijn reactie. "Nu?" Vroeg Lilly. "Ik moet bijna mijn examen afleggen en meneer D is niet in een al te goede bui." "Alsje alsje blief," smeekt ik. Ze keek Lucy vragend aan. "Oké, best waarmee kan ik je helpen." "Wat weet je over de spreuk der vergiffenis?" Vroeg ik Lilly. Ik had mijn zin nog niet kunnen afmaken. "Wacht wat?" Zei Lilly verbaast? "De spreuk der vergiffenis", herhaalde ik, "wat weet je er over?" "Waarom wil je dat weten?" ontvluchtte ze het gesprek. "Dus je kent het?" Viel ik haar in de reden. "Waar hebben jullie het over?" onderbrak Lucy ons. "Hoe Olivia raar doet", antwoorde Lilly. "Zeg op!" Drong ik aan. "De spreuk der vergiffenis is al een heel oude spreuk. Hij werd oorspronkelijk gebruikt bij de Egyptenaren. Alleen de sterkste tovenaars van toen konden de hiërogliefen lezen en de spreuk gebruiken. De spreuk kon mensen alles doen vergeven hoe diep hun haat voor elkaar ook zat. Toen de Grieken Egypte binnen vielen hebben ze de spreuk op perkament geschreven en mee genomen naar Griekenland. Wie hen hielp om de hiërogliefen te ontcijferen is nog een mysterie. Maar het perkament licht in het Louvre en de oorspronkelijke hiërogliefen van de spreuk zijn vernietigd." Ik knikte. "Maar waarom wilde je dat weten?" Vroeg Lilly. "Ik heb een droom gehad vannacht", zei ik. Ik vertelde haar mijn hele droom. Sommige details liet ik achterwege bijvoorbeeld de prijs die we hadden betaald in de winkel. Ze zouden anders te veel weten over mijn vroegere leven... en flippen dat ik zoveel uit geef. "Ik wil die Rose wel eens ontmoeten", zei Lucy. "Ik moet gaan", zei Lilly, "en voor ik het vergeet je moest gaan naar Chiron." Lilly ging er van door. "Oh oh wat heb je uitgespookt?" Vroeg Lucy grijnzend. Haar blonde haar met een paarse lok paste goed bij haar zwarte vestje. "Niets", zei ik. Ik stond recht en ging er van door. Ik schaamde me dat ik zo bot moest doen tegen haar. Ze leek me een aardig meisje. Ok, dat heb ik niet gezegd. Het zal niet lang meer duren zei ik tegen mezelf. Alleen nog die spreuk pikken en naar Olympus gaan en opgelost! Zo simpel als wat. We moesten alleen nog een manier zoeken om in Parijs te komen, en als we gingen moest ik Rose nog contacteren. De laatste tijd droomde ik veel meer over Rose en Parijs. Ik miste mijn leven daar. Als ik me verveelde ging ik tekenen in Parque des Tuilleries. Ik had toen een map waar ik al mijn tekeningen in stak. Niemand mocht er in kijken. Het was een soort dag boek. Die map moet nog onder mijn bed liggen in het mijn appartement in Parijs. Ik had hem bewust daar laten liggen zodat niemand er iets van af kon weten. Ik had alleen mijn belangrijkste tekeningen meegenomen. Een tekening van Rose en ik aan de Seine. En een tekening van mijn vader, Poseidon die mijn moeder had getekend toen ze klein was. Ik miste mijn moeder zo. Ze was altijd weg op zakenreis voor haar werk. Ik zag ze maar een paar weken in een jaar. De rest van de tijd bleef ik met Jorge in Parijs. Jorge was mijn stiefvader. Samen hebben we veel gedaan maar dat kon mijn moeder ook niet vervangen. Diep in gedachten verzonken liep ik naar het grote huis. Ik had niet door dat Will er ook aan kwam. Natuurlijk kan je dan verwachten dat we tegen elkaar aan botsen. "Wow", riep ik uit verschot. Ik zag Will voor me staan. "eh... Bonjour", Zei ik. Hij stotterde een beetje onopvallend: "Hey, Olivia ook leuk om jou tegen te komen." De sprankel in zijn ogen deed me verlammen. "eh.. le meme." Hij begon te lachen. Je weet toch dat als je frans spreekt niemand je kan verstaan hé? "Oui." "Naar waar ga je?" "eh.. je vais a la grande maison." "Ik denk dat je het grote huis wil zeggen", glimlachte hij. "Oui, vind je het goed als ik wat met je mee loop." "Oui ça va." Als ik will zie begin ik altijd Frans te praten. Het lukt me dan niet om terug Engels te spreken. Samen liepen we naar het grote huis. Ik zag Chiron, Percy en Annabeth staan. "Zitten we in de nesten?" Vroeg ik. "Nee, je hebt geluk", zei Annabeth. "Wel", begon Chiron. "Je weet dat de winnaars voor de wagen race altijd iets speciaals krijgen als prijs." "Ja", zeiden we. "Dit jaar mogen de winnaars voor een weekend naar Parijs! Het voorstel kwam als van Aphrodite", Voegde hij er bij. "Yes!" Iedereen begon enthousiast te springen. Ook ik kon het niet laten. "Olivia, Percy jullie mogen elk 2 personen mee nemen. Ik verwacht jullie morgen hier terug", zei Chiron. Ik kon hem wel knuffelen. Annabeth en Percy knuffelden elkaar. "Dank u Chiron echt bedankt", zei ik. "Graag gedaan." Ik was iets te enthousiast en liep terug het kamp in. Ik koos een rustig plekje uit achter het wapengebouw. Ik haalde een paar drachmen uit mijn zak. O iris, godin van regenboog. Aanvaard mijn offer en toon me Rose de la porte. Ik gooide de drachmen in de rivier. Het beeld van Rose achter de computer verscheen. Het is al zo lang geleden dat ik haar had gezien. Ze was groter geworden en haar haar was langer geworden. Ik was zo blij om haar te zien dat ik het beeld niet wilde veranderen. Toch deed ik het. "Rose, Rose", riep ik. Rose keek op en keek om zich heen. Toen ze het watergordijn zag hapte ze naar adem. "Olivia? Ben jij dat?" Voorzichtig kwam ze dichter bij het beeld. "Ja, Rose we hebben niet veel tijd. Ik kom morgen naar Parijs met een paar vrienden." "Kom je terug?" Vroeg ze. "Nee, we komen voor een weekendje." Ik zag dat ze haar enthousiasme moest onderdrukken. "Olivia waar ben je?" Ik moest mijn enthousiasme ook inhouden: "Ik ben nu in new York. Ik ben in kamp halfblood." "Wat? New York ben je daar al die tijd geweest? En wat is kamp halfblood?" "weet je al die monsters die je vroeger zag? Op school en in stad? Wel je verbeelde je ze niet. Ze waren echt. Het zijn monsters van de Griekse mythologie." "Ja, wat heeft dat te maken met die kamp halfblood", vroeg ze. "Wel ik had ontdekt dat mijn vader, mijn echte vader een Griekse god is." Rose onderbrak me: "Nee. Ik geloof je niet." "Rose tegen wie ben je daar aan het praten?" Vroeg haar moeder. "Niemand", antwoorde Rose. "Ik leg het je wel morgen uit. Zorg alleen dat je morgen om 10 uur in de luchthaven bent oké? Dan leg ik je alles uit." Het beeld begon te vervagen. "Ik moet weg Rose." Ik ging met mijn hand door de mist en het beeld van Rose vervaagde. Ik kon niet wachten om haar in het echt terug te zijn. Ik liep naar het meer. Ik wilde goed na denken wie ik wilde meenemen naar Parijs. Ik wil sowieso Lilly meenemen. Mijn tweede keus ging meteen uit naar Will. Maar in mijn hoofd spookten de gedachten rond over Lucy. Ik wist dat ik Lucy moest meenemen. Ik twijfelde enorm hard. Hoe meer ik erover nadacht hoe meer ik Lucy wilde meenemen. Ik wist dat ik Will niet kon meenemen. Maar ik kon het niet laten ik vind hem een héél héél héél klein beetje leuk. Ik had een besluit genomen. Ik wist dat ik de juiste keuze heb gemaakt ik liep naar de arena. Lucy heeft haar examen nu. Eerlijk gezegd ben ik benieuwd hoe goed ze is.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top