{Een droom om van te dromen.}

(Een droom om van te dromen.) Lucy

Ik deed mijn ogen open. Ik was niet in het kamp. Ik was terug in Venetië. Er klopte iemand op de deur. Madre deed open: "Goedemorgen meisje, is het een beetje leuk in het kamp?" Ik kon mijn ogen en oren niet geloven. Ik sprong het bed uit en liep op madre af en gaf haar een knuffel. "Het is er geweldig. Ik mis je wel enorm hard en de optredens natuurlijk. Maar ik ben blij dat ik je terug zie. Ook al is het maar in een droom." Madre glimlachte: "Het is een speciale droom. Ik ben blij dat je nog leeft. En ben je blij nu je weet wie je vader is?" Ik liet madre los. "Ja, hij kan ermee door. Ik vind het ergens nog rot wat hij ons allemaal heeft aangedaan." "Ach meisje, zo is hij. Ik kan er niet veel aan doen." Ik keek haar terug aan en glimlachte: "Maak je geen zorgen ik en Olivia zijn iets van plan. We gaan de spreuk der vergiffenis gebruiken." "Wees voorzichtig Lucy. Het is nog altijd je vader." "Ja, dat weet ik madre. Overleef je het wel zonder me." "Ja, natuurlijk. Sterker nog tante Camilla woont hier nu." "Is ze terug van haar expeditie?" vroeg ik. "Ja." De door vloog open. "Boe, daar is mijn nichtje. En je bent veel veranderd sinds acht jaar geleden." "Ja duh tante." We omhelsden elkaar alle drie. "Ik blijf voorlopig bij je moeder en neem jouw taakjes over." Ik glimlachte. "Madre voor ik het vergeet ik kom wel langs maar minder denk ik. Ik verblijf en train nu in het kamp." "Dat is goed", zei madre. "Zolang je maar op bezoek komt", zei tante. "Natuurlijk." Ik gaf nog een laatste knuffel aan tante en madre. Toen werd ik wakker. Ik lag in gebouw 1 in het kamp. Precies zoals de avond ervoor.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top