hoofdstuk 7
Claire
Vandaag is de dag dat het eindelijk zover is, want ik ga namelijk naar Milaan! Damon en ik hebben elkaar na die ene dag niet meer echt gesproken. Ik heb om eerlijk te zijn het ook het niet echt gemist. "Claire jij komt langs mij zitten" zegt Aiden terwijl hij mij mee achterin de bus trekt. Lachend kijk ik hem aan, en rol ik vervolgens met mijn ogen. "We moeten praten dat snap je zelf toch ook wel, je weet dat ik die eikel niet mag" zegt hij sissend. Waarschuwend pak ik hem bij zijn kraag en gooi ik hem hardhandig op een van de bus stoelen. Met grote ogen kijkt hij mij aan en zie ik hem slikken. "Ik moet helemaal niets" zeg ik fel. "Is dit werkelijk alles" zegt hij grijnzend. Kwaad kijk ik hem aan terwijl ik intimiderend dichterbij kom tot dat hij mijn adem tegen zijn gezicht voelt. "Je moet oprecht oppassen ik hou namelijk niet van spelletjes, en als je toch besluit om er een met mij te spelen zorg ik dat je wenste dat je het nooit gedaan had" zeg ik terwijl ik een kauwgom in mijn mond stop . "Claire ga asjeblieft op een stoel zitten" hoor ik meneer Roseblood streng zeggen. Meteen loop ik na voren en neem ik ergens random plaats. Snel haal ik een van mijn tijdschriften tevoorschijn, en doe ik mijn oortjes in. Heel de rit geen gesprek hebben en alleen maar muziek luisteren klinkt ideaal niet waar denk ik in mezelf totdat ik gestoord wordt door degene naast mij. "Hallo meisje hoor je mij wel ik praat tegen je" zegt een jongen met een bril op en blond haar. "Wat" zeg ik geïrriteerd terwijl ik een oortje uit doe. "Kan misschien je muziek wat zachter ik heb er namelijk last van ik probeer hier een boek te lezen" zegt hij klagend. Meteen richt ik een vuile blik naar hem, en heb ik heel de rit geen last meer van hem. Wanneer we bijna aankomen in Italië stopt ineens de bus met rijden en komt er rook uit. "Dit ga je niet menen wat nu weer" zeg ik verstoord en kijk ik op van mijn tijdschrift. "Iedereen meteen de bus uit we kunnen niet verder rijden" zegt meneer Roseblood. Als we even later allemaal buiten staan gooi ik gefrustreerd een steen tegen de achterkant van de bus. "Claire kun je asjeblieft voor een keer niet zo vervelend doen" zegt hij. "Het is niet mijn probleem dat deze school nooit eens iets fatsoenlijk kan regelen we gaan echt niet kamperen" zeg ik nijdig. hoofdschuddend kijkt hij mij aan en zwijgt vervolgens. Na een paar uur buiten wachtend gestaan te hebben wordt ons verteld dat we wel gaan kamperen voor een nacht op zijn minst. "Als ik hier langer moet blijven dan een nacht he dan aaargh" zeg ik kwaad en wordt ik onderbroken door Aiden. "Dan wat" zegt hij duidelijk benieuwd naar mijn opmerking. "Dan breek ik hier de tent af" zeg ik en trek ik spottend een wenkbrauw omhoog. "Kom mee" zegt hij en wordt ik aan een arm mee gesleurd verder het bos in. Nieuwsgierig kijk ik om mij heen en neem ik de omgeving in mij op. Als we even later bij een waterval aankomen voel ik dat ik opgetild wordt en begin ik met gillen. Na enkele secondes belanden we beide in het water. "Ik weet zeker dat je nog nooit wild gezwommen hebt" zegt hij en komt hij recht voor mij staan terwijl hij zijn armen om mijn nek legt glimlach ik. Gepassioneerd zoent hij mij even later en lijkt de tijd stil te staan. "Aiden" zeg ik wanneer we onze zoen verbreken. Meteen kijkt hij mij recht in de ogen aan en voel ik dat zijn hart als een gek te keer gaat. "Misschien heb je een punt we kunnen beter hier plezier maken dan onze tijd maar uit te zitten" zeg ik vrolijk, en trek ik hem speels verder het water in. "Ik denk dat ik muziek hoor van ergens in de verte, kom dan gaan we kijken waar het vandaan komt" zegt hij. Als we even later uit het water gaan lopen we af op het geluid. Meteen zie ik hem breed glimlachen als we even later een dorpje zien met vele gekleurde lichtjes. "Het is maar goed dat we onze rugzakken meteen hebben meegenomen, want we gaan hier overnachten dat is zeker" zegt hij enthousiast en moeten we beide lachen. "Dit keer spreek ik je niet tegen ben het eens oprecht eens met je" zeg ik lachend, en knipoog ik even later naar hem. Meteen zie ik dat zijn wangen rood worden terwijl hij wegkijkt. Als we even later in een restaurantje zitten kijken we uit op de diepblauwe zee recht voor ons. Ineens kijk ik verschrikt op als ik een oudere man tegen ons Italiaans hoor praten. "Laat mij maar tegen hem praten" zegt Aiden en knipoogt hij naar mij. Wanneer hij na een aantal zinnen met de man uitgepraat is kijk ik hem verrast aan. "Ik wist oprecht niet dat jij vloeiend Italiaans kon" zeg ik terwijl ik het tafelkleed recht trek. "Dat is nou het leuke van dit soort uitstapjes zo kom je meer te weten over elkaar" zegt hij, en voel ik dat hij mijn hand vastpakt. Even later zie ik de ober van zo net verschijnen met twee borden spaghetti. Natuurlijk gaat het eten niet bepaald soepel, maar zolang we beide er plezier aan beleven zou ik het voor geen goud anders willen. Wanneer we klaar zijn met dineren lopen we samen nog over het strand, en gaan we even later zittend kijken naar de zee. "Ik weet al waar we kunnen overnachten daar recht tegenover" zegt Aiden na een tijdje. Glimlachend kijk ik hem aan en voel ik binnen een paar seconde zijn lippen op de mijne. "Die andere gaan maar kamperen wij weten wel beter" zeg ik lachend, en duwt hij mij plagend om ver in het zand.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top