Zeventien: De woestijnheks

'Sorry?' zei Romez nog een keer terwijl de ogen als brandende fakkels op hem gericht waren.

'Vrees,' zei Nataya en haar ogen begonnen op te lichten waardoor Romez zich afvroeg of hij nog sliep of niet. 'Vrees de kou.' Een rilling trok door zijn lichaam heen, Nataya's stem woog zwaar op zijn lichaam. 'Het zal nemen, geliefden, vrienden, familie,' ging ze verder. 'Het neemt het land over... Verwoest het. Klopt dat?' Romez schudde verward zijn hoofd.

'Er is meer,' zei hij zonder dat hij het door had.

'Ah, kijk,' zei Nataya en lachte. 'Dat is mooi, want anders was het wel een erg ongelukkig eind.' Haar ogen raakte het licht kwijt en ze keek naar Zeemeeuw.

'Dat hadden we gelukkig ook al geconcludeerd,' zei hij en hij keek naar Romez. 'Je zei dat er meer was?' Romez knikte verlegen en wenste dat Thijmen naast hem stond om zich minder ongemakkelijk te kunnen voelen. Maar die was er niet, dus Romez haalde een keer goed adem.

'Het was de dag dat Zomer verdween dat ik de rest hoorde...' zei hij.

'Dat klinkt niet al te goed,' zei Jezie en fronste.

'Was het weer door het gebruik van het blauwe zand?' vroeg Zeemeeuw en Romez knikte. Het was even stil totdat ze zonling weer sprak. 'Zou je het ons kunnen vertellen?' Romez beet op zijn lip, hij mocht Zeemeeuw nog steeds niet helemaal doordat hij zijn slaap die ene keer helemaal verpest had. Aan de andere kant wist Romez dat hij het kwijt moest, hij had er te lang mee rond gelopen.

'Maar ontsnappen kan,' begon hij, de woorden lagen op zijn tong alsof het in zijn hersenen gegrift waren zonder dat hij er ooit voor had hoeven te leren, maar misschien was dat ook wel het geval. 'Sneeuw zal vallen in de kleur van kersen. De zon zal schijnen in de kleur van rozen. Met de één een zwak, de ander zonder hart.' Iedereen keek Romez verwachtingsvol aan, wachtend op de rest, maar die was er niet.

'Is er niet meer?' vroeg Jezie uiteindelijk, Romez schudde zijn hoofd.

'Dit is alles wat ik heb...' zei hij. 'Ik vind het ook vreemd...'

'Waarschijnlijk zal het op zich laten wachten...' zei Nataya nadenkend.

'Hoe lang denk je?' vroeg Zeemeeuw haar en ze sloot haar ogen terwijl hij wenkbrauwen elkaar opzochten. Ze schudde uiteindelijk haar hoofd en opende haar ogen.

'Ik kan geen indicatie geven,' zei ze, 'maar het zal het laatste stuk zijn.'

'Wat als er meer komt?' vroeg Jezie voordat Romez dezelfde vraag kon vragen.

'Dat zullen we dan zien...' zei ze. Haar ogen gingen naar Zeemeeuw en keken hem stilzwijgend aan. 'Ik moet zeker mee terug?' Zeemeeuw keek weg en positioneerde Aya iets anders in zijn armen.

'Ik denk dat dat veel rust in het kamp kan brengen,' zei hij eerlijk en keek naar Aya. 'Vind je het erg naar Kamp Zomer te moeten gaan?' Aya schudde haar hoofd.

'Maar alleen als mama mee gaat,' zei ze daarop en Nataya lachte.

'Ik ben de reden dat we er heen moeten,' zei ze en liep naar haar dochter om die een kus op het hoofd te geven. Daarna keek ze de zonlingen aan. 'Gaan we nu meteen?' Zeemeeuw knikte.

'Dat lijkt me wel het slimst,' zei hij en keek Romez en Jezie aan. 'Klaar om terug te gaan?' Ze knikte beide en volgde hem naar buiten. Zeemeeuw zetten Aya op de grond terwijl Nataya haar deur op slot deed.

'Ik ga nog even langs Arbyu,' zei ze. 'Dan weet hij waar ik ben.' De zonlingen knikten en Romez zag op Zeemeeuws gezicht een emotie dit hij nog niet eerder had gezien. Hoewel Markus zijn gezicht goed in een plooi wist te houden kon Romez duidelijk zien hoe hij vanbinnen werd verscheurt. Romez wist niet wat de relatie tussen Nataya en Markus was, maar hij zag wel dat Markus er niet blij mee was.

Toen Nataya terug kwam met een glimlach bracht ze hen naar een plek waar geen hond zou komen. Een goede plek om plots te verdwijnen zonder aandacht te vragen. Zeemeeuw knielde bij Aya neer en goot een hoopje donkerblauw zand in haar handen.

'Luister goed naar je moeder,' zei hij en het kleine meisje glimlachte naar hem. Hij glimlachte terug en ging weer rechtop staan. Hij keek Jezie en Romez aan. 'Jullie weten hoe het eruit ziet, dus gebruik je eigen zand.' Ze knikten en Romez viste de ketting die hij, sinds de dag dat hij die kreeg, altijd om zijn nek had vanonder zijn shirt vandaan. Hij goot een beetje op zijn hand, hopend dat het genoeg was en blies het van zijn hand af. Het blauwe zand vloog de lucht in en keerde met een boogje terug naar zijn gezicht. Toen de eerste korrel zijn huid raakte, kwam er een wind op die zijn haren omhoog gooide. Daarna werd zijn omgeving weer het bekende blauw en voordat hij het wist was hij weer terug in Kamp Zomer. Jezie stond naast hem en niet veel later verschenen Nataya, Aya en Zeemeeuw ook.

'Oh, jeetje,' zei Nataya met open mond. 'Dit is lang geleden!' Markus lachte.

'Had je maar vaker langs moeten komen hè?' zei hij en Nataya rolde lachend met haar ogen en schudde haar hoofd.

'Ik heb in de woestijn ook een best mooi leven,' zei ze en stak haar hand naar Aya uit die die aannam. 'Laten we eens kijken of ik de weg nog ken.' En of ze de weg nog kende, zonder al te veel moeite vond ze het gebouw waar Zomer verbleef voordat ze in Golven verdween. Romez merkte nu pas de naam van het gebouw op dat er in redelijk moeilijk te ontcijferen letters boven de deur stond. Ook merkte hij dat het een stuk minder uitgestorven was dan toen hij vanochtend in het kamp verscheen. Hier en daar zag hij iemand lopen en hoewel het redelijk koud in het kamp was geworden sinds Zomers verdwijning, gaven de mensen een warm gevoel af.

'Romez, kom je nog?' vroeg Jezie die haar hoofd om de deur van Helder stak. Romez knikte en snelde naar de deur toe om Nataya en de rest al de trap op te zien lopen. Het moment dat hij binnen liep hoorde hij ook een luid geroezemoes.

'We moeten hier even wachten,' zei Jezie toen Romez een stap richting de trap wilde zetten. 'Ze laten Aya op een wat rustigere plek achter... Als in ze is vijf, dus een overleg bij horen is niet al te leuk voor haar.'

'En voor ons is het dan wel leuk?' vroeg Romez met een lach.

'Ik denk het niet,' zei Jezie met een grijns. 'Maar interessant is het zeker.'

Toen Nataya en Zeemeeuw weer op de begane verdieping aankwamen, nam Zeemeeuw de leiding. Hij bracht ze naar een tweedelige deur die achter de trap lag en hoe dichterbij ze kwamen hoe luider het geroezemoes werd. Hij duwde zonder te kloppen de deur open waardoor al het geluid wegviel. Yasmina die in het midden van de menigte zat keek op en zette een bril op haar neus weg. Naast haar zat een man die Romez niet herkende. De man die hij wel herkende was Zonnebloem die naast Kersenroos zat in de grote groep van zonlingen.

'Zeemeeuw,' zei de man en stond samen met Yasmina op. 'En Nataya.' Nataya glimlachte.

'Rozenblad, Eikenhout,' zei ze terwijl ze naar de twee knikte en door iemand een plek aangewezen kreeg. De man die Rozenblad heette ging weer zitten en Yasmina deed hem daarin na.

'Neemt alle plaats,' zei ze en Romez wist zich op een vrije stoel te zetten. 'Nog een laatste keer wat er is gebeurt...' Ze haalde nog een keer goed adem en zette haar bril nog steviger op haar gezicht. 'Nadat Zomer is verdwenen hebben we contact gehad met Herfst en Lente, Winter weigert contact op te nemen. Daarnaast bestaat het vermoedden dat Zomers verdwijning te maken heeft met een wil van een seizoensuitbreidding.' Hier en daar werd er instemmend geknikt en Romez wist niet zeker of hij nou begreep wat er precies mee bedoeld werd. 'Lente heeft ons interessante informatie gegeven omstreden de vorige overgang van winter naar lente. Het vermoedde dat Winter een rol in de verdwijning speelt is versterkt door de informatie die we van Herfst binnen hebben gekregen. Niks is zeker, maar voor nu houden we Winter in de gaten...'

---------------------
Hallo! Ik zit nu in Bonn :P
Dus sorry als ik niet echt ergens op reageer of zo xD

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top