Zesendertig: De overdracht van een kracht
'Welkom,' zei een zware vrouwen stem. Voor Romez stond een lange elegante vrouw. Haar huid was donker en ze was een beetje gezet waardoor haar lichaam een soort golf leek. Haar ogen stonden vol leven en leken een intelligentie te bevatten dat elk levend wezen te boven zou gaan.
'Euhm, hoi,' zei Romez met een zwaardere stem dan hij van zichzelf gewend was. Hij keek een beetje verward om zich heen, maar zag niks anders dan de witte met lichtgrijze omgeving. Wolken, realiseerde hij zich. De vrouw lachte en zonder zich voor te stellen wist Romez dat ze Jaar heette. Hij keek haar voor een paar seconden met open mond aan, zij lachte terug.
'Aanvaard je de kracht van Zomer?' vroeg ze en Romez sloot beschaamd zijn mond.
'Ik heb volgens mij niet echt een andere keuze,' zei hij.
'Je hebt altijd een keuze, Romez,' zei Jaar daarop. 'Maar er is altijd een reden waarom iemand de kracht van Zomer toegewezen krijgt.'
'Is het mijn naam?' vroeg Romez voor de grap en Jaar schudde lachend haar hoofd.
'Het is dieper dan dat,' zei ze en liep naar hem toe. Ze legde haar hand op zijn borstkas. 'Dus aanvaar je de kracht?'
'Is er ook een proefperiode?' vroeg Romez twijfelend. Hij wist dat er veel op het spel stond, maar wist niet of hij het op zich kon nemen om Zomer te zijn. 'Ik bedoel, zolang ben ik nog niet in Kamp Zomer. Laat staan dat ik weet hoe ik mijn eigen kracht moet gebruiken en-' Er waren zoveel redenen waarom hij de kracht niet aan wilde nemen of kon aannemen.
'Wat zou je zeggen als dat er even niet toe deed?' vroeg Jaar hem en haalde haar hand weg.
'Hoe bedoel je?' vroeg Romez terug.
'Dat je nog niet zo lang in Kamp Zomer bent doet er niet toe. Jouw nieuw gevonden kracht zal zichzelf in balans brengen met de nieuwe en Frigi...' Ze zuchtte diep. 'Hij kan je zo veel minder aandoen als je de kracht aanvaart,' zei ze. 'Natuurlijk is het eng, natuurlijk is het een zware last, maar er zit zo veel meer achter. Mensen respecteren je, helpen je en als het eens niet goed gaat is het niet erg, want de zonlingen staan dan voor je klaar.'
'Ik...' zei Romez en keek naar de grond, bijna beschaamd door zijn volgende woorden. 'Stiekem is het ook wel heel gaaf,' zei hij zacht en Jaar lachte.
'Natuurlijk,' zei ze. 'Dus wat word het?'
'Ik neem het aan,' antwoordde Romez en Jaar glimlachte. Haar rechter hand legde ze op zijn voorhoofd en haar linker hand kwam weer terug op zijn borstkas.
'Pas er goed op,' zei ze en Romez sloot zijn ogen weer, alles werd donker.
Zijn ogen schoten weer open door een brandende warmte die ze daartoe dwong. Hij stond weer in het bos, omringt door zonlingen, maar het voelde anders... Alles voelde plots anders. Het leek alsof de zon scheen ook al lag er in de lucht een dik wolkendek. De zonnestralen leken zijn huid door de wolken te kunnen raken en te verwarmen, een vreemd maar toch geruststellend gevoel.
'Oké,' zei hij voorzichtig niet wetend hoeveel tijd er voorbij was gegaan, maar toen hij nog iets wilde zeggen voelde hoe zijn maag zich plots omdraaide. Hij wankelde duizelig op zijn benen en wist zich naar een andere boom te verplaatsten waar hij hoestend zijn maaginhoud leegte.
'Betekend dit dat hij nu Zomer is?' hoorde Romez Jezie aan Zomer vragen.
'Ja,' zei ze. 'Dus mogen jullie me weer gewoon Miaka noemen.'
'Wel een mooi begin van je zomerschap,' zei Amelia met een lach terwijl ze Romez geruststellend over zijn rug wreef. Romez hoestte nog wat, maar zijn maag was duidelijk helemaal leeg er zat nu zelfs geen gal meer in.
'Beter kan niet,' zei hij buiten adem en wist weer recht op te staan. Hij veegde het slijm van zijn mond en probeerde er een beetje stevig bij te staan. 'Wat is het plan nu?' vroeg hij en hield zijn lichaam tegen niet weer te kotsen.
'Wat denk je?' vroeg Rozenblad en keek achter zich waar Lente en Herfst nu wel van hun plaats verschoven was.
'Krijg ik nog een spoedcursus?' vroeg Romez en voelde hoe de paniek weer in zijn lichaam steeg.
'Zo lang Lente nog niet uitgeschakeld is kan je je voorbereiden,' zei Miaka. 'Maar het zou fijn zijn als je haar voor die tijd zou kunnen helpen natuurlijk.' Romez knikte en zuchtte diep.
'Vertel me hoe het in zijn werk gaat,' zei hij en zag hoe Lente de eerste aanval inzette. De planten op de grond kregen plots een flinke groeispurt en schoten hongerig naar Herfst toe.
'Eerst moet je je bewust zijn van de zon,' zei Miaka en Romez knikte.
'Die voel ik,' zei hij.
'Maar ben je je er ook bewust van?' vroeg ze. 'Aanwezigheid is niet alles, je moet kunnen voelen waar de zonnestralen vandaan komen. Volg ze met je kracht.' Romez beet twijfelend op zijn lip, maar probeerde het toch. Hij dacht aan de kracht, waarmee hij normaalgesproken mee naar lichtbronnen zocht om zijn licht vast te houden, om eenzelfde soort truc uit te halen. Zijn ogen begonnen langzaam warmer te worden, maar deze keer voelde hij zo veel meer, zo veel kracht dat angst hem overmeesterde. Geschrokken liet hij alle energie stromen in zijn lijf stoppen en Miaka keek hem fronsend aan.
'De kracht beschermt je,' zei ze. 'Het zal je lichaam niet verwoesten zolang je erin vertrouwd dat dat ook niet gebeurt. Het is normaal dat je er eerst bang voor bent.' Romez sloot even zijn ogen om weer tot rust te komen en probeerde het nog eens terwijl hij aan vrolijke dingen probeerde te denken die hem niet zouden kunnen verwoesten.
'Maar goed dat zijn zicht licht is,' zei Zeemeeuw zacht tegen Rozenblad. 'Anders had dit wel heel wat langer kunnen duren.' Op een of andere manier gaven die woorden Romez de zekerheid dat de kracht hem inderdaad niet te veel zou worden en voelde zijn lichaam weer opwarmen. Deze keer liet hij de enorme kracht hem overrompelen en hij voelde plots elke zonnestraal als een kleine stip op zijn huid staan, steeds verplaatsend van plek en variërend in grootte. Deze dynamiek van licht maande de energie in zijn lichaam tot rust. Romez voelde weer de kalmte die hij voelde toen hij de kracht net ontvangen had. Zijn ogen bleven warm, maar gaven hem meer te zien dan ooit te voren. Allemaal informatie van zijn omgeving kwam hem binnen, alle organismen meldden hem dat ze nog niet klaar waren voor de winter en momenteel niks te maken wilde hebben met de zomer. Overal waar hij keek werd zijn bestaan ontkend of getreurd. Romez voelde zich plots alleen en alles behalve thuis.
'Ik wil naar huis,' zei hij plots met trillende stem en een traan liep over zijn wang. Met moeite kwam Miaka overeind en ging tegenover hem staan.
'Het is een gevoel waar je aan moet wennen,' zei ze en legde een hand op zijn schouders. 'Maar nu moet je je eroverheen zetten.' Romez knikte met een brok in zijn keel, maar het nare gevoel van ongewild zijn bleef.
'Hoe kan ik Lente helpen?' vroeg hij zacht en keek Herfsts kant uit. De bliksemschichten schoten de lucht uit en naar Lente toe die er genadeloos door geraakt werd. Romez hart begon harder te kloppen en hij zag er duidelijk tegenop.
'Net zoals de zonnestralen kan je onweer besturen,' zei Miaka. 'Maar ervaring leert beter dan dat ik je het nu vertel...'
'Ik heb er geen zin in,' zei Romez, maar begon wel in de richting van de twee seizoenen te lopen.
'Als je Herfst lang genoeg bezig kan houden zodat LenteWinter op kan roepen, heb je meer dan genoeg gedaan,' zei Miaka als laatst enRomez hoopte dat hij daaraan zou kunnen voldoen...
---------------------------------
Het weer voor vandaag: Een late update met een lichte vermoeidheid en kans op over het hoofd geziene spellingfouten *sparkels*
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top