Vierentwintig: Koude bevrijding
Iedereen deed een stap naar achteren en Romez probeerde overeind te komen, maar zijn lichaam liet het niet toe. Hierdoor zat hij half terwijl er ijssplinters langs zijn hoofd vlogen. Diep uit het ijs kwam nu licht dat zich steeds verder verspreidde en dichterbij kwam. Romez trok zichzelf naar achteren om zijn schoenen droog te houden van het koude water wat van het ijs kwam. Al leek die actie overbodig, want het water leek snel te verdampen. Niemand zei iets, maar het brekende geluid liet geen ruimte voor woorden. Een grote knal zorgde ervoor dat de helft van het ijsblok instortte en in ijsblokjes voor hun voeten kwam te liggen. Er viel een stilte die doorbroken werd door een nek die geknakt werd.
'Zo hé,' zei er een onbekende stem met een lach. Meer knakkende geluiden. 'Awh, jeetje. Poeh.' Er werd een figuur duidelijk dat uit het ijs kwam lopen en zijn lichaamsdelen aan het stekken was. 'Mijn lichaam is niet meer zoals het was...' werd er weer gezegd en de onbekende knakte zijn nek weer. Bij de uitgang van het ijsblok stond die stil en keek iedereen een voor een aan. 'Oh,' was het enige dat er gezegd werd voor dat er een lach door de ruimte galmde. Niemand zei iets en de grijze ogen van degene uit het ijs stonden rustig.
'Geen warm welkom dus?' zei die en lachte weer. 'Ik had niks anders verwacht met zo'n ijsblok eigenlijk... Wat zeggen jullie van een voorstel ronde dan?' Niemand zei iets waardoor het leek alsof ie een monoloog met zichzelf hield. 'Ik ben Frigi, jullie kunnen met hij naar me verwijzen, maar geslacht boeit me niet. Het is iets sufs wat dingen makkelijker zou moeten maken, maar niet altijd is... Wie is er nu?' Romez was voor een moment verward en knipperde een paar keer met zijn ogen. Frigi keek zijn kant op. Romez voelde zich klein onder die blik.
'Ik ben Romez,' zei hij zonder er echt bij na te denken en Frigi glimlachte. Hij wilde meer zeggen, maar voelde een waarschuwende blik van Zeemeeuws richting komen.
'Hallo Romez,' zei Frigi en knielde bij hem neer. 'Je ziet er moe uit... Zal ik je helpen?' Romez keek hem aan, zijn ogen stonden aardig en behulpzaam. Daarnaast zag Frigi eruit als niet veel ouder dan Romez, ondanks zijn grijze haar. Hij vertoonde daarnaast ook geen enige vorm van ouderdom, zijn bruine huid was glad en vertoonde maar een kleine hint van baardgroei op de kaaklijn.
'Euhm, ik...' Romez wist nog niet helemaal hoe hij op de gestelde vraag moest antwoorden. Zeemeeuw en Nataya stonden beide in een alerte positie alsof ze elk moment aan konden vallen. Frigi gaf hem weer een glimlach en kwam nog dichterbij. Hij pakte met een tederheid Romez' arm vast en zijn ogen begonnen een wit licht te geven. Terwijl dat gebeurde liet Frigi zijn blik niet los. Romez' arm werd eerst koud en daarna stroomde er een prettige warmte zijn arm en daarna zijn lichaam door. Een zucht van opluchting en nieuwe energie verliet hem. Frigi liet zijn arm los en stond op. Daarna stak hij zijn hand uit om Romez ook omhoog te helpen.
'Je moet er nu weer tegenaan komen,' zei hij toen hij Romez omhoog hielp. Romez knikte.
'Bedankt,' zei hij.
'Geen dank,' zei Frigi met een lach. 'Het is wel het minste wat ik kan doen voor degene die met bevrijdde.'
'Bevrijdde?!' werd er plots uit de ingang van de ijsruimte geschreeuwd. In de grotopening stond een vijftal van waarschijnlijk gevallen bladeren. 'Grijp hen!' De man wees naar Frigi en daarna naar Romez. De andere vier kwamen in beweging, maar voordat er iets kon gebeuren spreidde Frigi zijn armen en lichtte zijn ogen fel op.
'Dit is al weer lang geleden,' zei hij met een grijns. De een na de ander schakelde hij in een oogwenk uit. Tot er nog maar twee op hun benen stonden. Van beide waren de ogen oranjerood opgelicht. De een viel Frigi aan met windstoten de ander gebruikte het op de grond liggende water als hagelsteen aanvallen. Maar ze maakten geen kans, elke beweging die Frigi maakte was snel en gericht. Romez keek met open mond toe, maar toen er meer geschreeuw kwam richtte Frigi zich weer tot hem.
'Ik hoop je weer snel te zien,' zei hij en rende weg om in het niks te verdwijnen. Romez knipperde een paar keer met zijn ogen en zag dat Nataya, Rozenblad en Zeemeeuw de gevallen bladeren, die ook daadwerkelijk gevallen waren, omhoog hielpen.
'Wat is hier gebeurd?' vroeg de eerste die de ruimte in kwam en alle ravage zag.
'Frigi is op vrije voeten,' zei Nataya met een zucht. De ogen van degene die de vraag had gesteld werden groot.
'Hoe?' vroeg die. Nataya slikte en keek even naar Romez die op zijn lip beet. Het was niet al te fijn om te weten dat hij waarschijnlijk de oorzaak was geweest.
'Door het lot,' zei ze uiteindelijk en er kwamen meer gevallen bladeren binnen die hun kameraden hielpen.
'Licht dat toe,' zei een zware stem die een van de mensen die het laatst op hun benen liep omhoog hielp. Nataya zuchtte.
'Kamp Zomer kampte al een lange tijd met een onafgemaakte voorspelling,' zei ze. 'Door de aanraking met het ijs is die compleet, maar we hadden niet kunnen voorspellen dat dat ook Frigi zou bevrijden...'
'Ik denk dat we dit Herfst moeten voorleggen,' zei degene die nog steeds bij de ingang stond en alles aan het overzien was. Hier en daar werd er instemmend gemompeld. Romez keek de andere zonlingen aan, ze wisten dat er niks anders opstond dan mee te gaan. Misschien zou het zelfs meer duidelijkheid geven over Frigi en waarom die plots ontsnapte. Want er moest een reden zijn, een reden voor Zomers verdwijning, de voorspelling en Frigi's ontsnapping. Maar wat die reden was of wat het allemaal in beweging had gezet was een grote vraag.
'Eerst deze grot uit,' zei de man met de zware stem die iemand over zijn schouder had gelegd. Degene in de grotopening knikte.
'We zouden het waarderen als jullie ons zouden helpen hieruit te komen,' zei die tegen de zonlingen en zo kwam het dat Romez een totaal vreemde de hele weg de grot uit ondersteunde. De draken vlogen in geel en rood door elkaar terwijl ze door de grotkamer heel liepen en lieten hun weg voor even weer goed verlicht zijn voordat ze zich weer in het donker dompelde met een stel verdwaalde zaklampen. Eenmaal buiten voelde Romez hoe de zon zijn huid verwarmde, maar zag ook hoeveel lager de ster aan de hemel stond. Hij keek op zijn telefoon, waarvan hij het bestaan bijna de hele dag al was vergeten, en zag dat het eind van de middag was dichtbij was. Nataya hief haar handen naar de grot en de ingang verdween weer achter de doodnormale struik.
'Oké,' zei de man die Frigi met windvlagen aangevallen had. Hij zag er zwak uit, alsof al zijn levensenergie uit hem gezogen was. 'Allemaal zo dicht mogelijk bij elkaar.' Hier en daar werd wat geschuifeld tot iedereen dicht op elkaar stond. Zijn ogen lichtte weer in het donkere oranje op hij haalde met diepe teugen adem. Om de groep begon een wind te wervelen en in de wind vlogen dorre bladeren merkte Romez. Hij volgde ze door de lucht heen tot alles een en al bladeren werd. Even was het donker, maar daarna glipte er zonnestralen door de duisternis heen. De bladeren vlogen naar de lucht en maakte een bos vol kleur zichtbaar alsof ze midden in het hoogtepunt de herfst beland waren. Al waren ze dat waarschijnlijk ook, bedacht Romez zich en zag in zijn ooghoek de man door zijn knieën gaan. Veel van de gevallen bladeren snelde naar hem toe, maar hij sloeg de hulp weg. Op eigen kracht ging hij weer op twee benen staan en liep naar de zonlingen toe die bij elkaar waren gaan staan.
'Zo,' zei hij en ademde diep. 'Ik ben Roodblad, wie dehel zijn jullie?'
---------------
OH MIJN GOD WE ZIJN IN HET GEBIED VAN HERFST!!!!!1!1!1!1
Fun fact: ik heb in klad +52k woorden en heb het bijna afgeschreven :3
Nog een fun fact: Ik ben mildly verslaafd aan Drawception... xD
(Iemand die dat ook kent?)
Noooog een fun fact: Ik was bijna weer vergeten te updaten... #ShameOnMe
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top