Vierendertig: De macht van bevrijding

'Frigi!' bracht Romez uit en de jongen grijnsde.

'Al wil ik er deze keer wel iets voor terug,' zei hij.

'Zoals?' vroeg Romez, plots op zijn hoedde.

'Wie is dat?' vroeg Mo.

'Romez, stop met hem te praten!' zei Zomer. 'Alsjeblieft!'

'Het is geen hoge prijs,' zei Frigi en negeerde Zomer en Mo compleet. 'Want ik heb ook voordeel bij het feit dat jij vrij komt.'

'Noem je prijs,' zei Romez rustig. 'Ik beslis wel of ik er mee in zee ga of niet.' Frigi knikte en Romez kreeg nu pas door dat het een stuk lichter was geworden in de ruimte.

'Kom dichterbij,' zei Frigi en Romez deed wat hem gezegd werd. fluisterde hij zachtjes in zijn oor en Romez beet op zijn lip.

'En voor hoe lang?' vroeg hij terwijl hij zich weer iets terugtrok.

'Een paar jaar...' zei Frigi langzaam en keek naar de grond. Romez fronste.

'Romez,' zei Zomer gevaarlijk, maar Romez zag eerlijk gezegd geen gevaar in wat Frigi van hem vroeg.

'Ik vind de verhouding niet helemaal correct,' zei hij. 'Dus ik wil er wel wat meer voor terug dan alleen deze bevrijding.' Frigi knikte bedenkelijk.

'Dat snap ik,' zei hij. 'Ik zal daar nog over nadenken... Maar neem je het aan?' Romez knikte.

'Een paar jaar zijn zo weer voorbij,' zei hij. 'Maar ik geef je niet meer dan drie.'

'Dat is wel zo eerlijk,' zei Frigi en stak zijn hand uit. 'Hebben we een deal?' Romez pakte zijn hand vast.

'Dat hebben we zeker,' zei hij en schudde zijn hand ferm. Frigi glimlachte en zijn grijze ogen begonnen op te lichten in kleuren die elkaar steeds afwisselde. Eerst ijsblauw, dan goudgeel, oranjerood en als laatst grasgroen. Romez deed een paar stappen naar achteren en zag hoe de cellen met licht gevuld werden. Daarna zag hij hoe de tralies het niet meer hielden en smolten. Kleine plasjes metaal kwamen op de aarde te liggen en Frigi sloot zijn ogen buitenadem.

'Dat...' zei hij hijgend. 'Was een tijdje geleden.' Een glimlach kwam op zijn gezicht en hij keek Romez even goed aan.

'Bedankt,' zei Romez. 'Ik neem aan dat je me wel weet te vinden?' Frigi knikte, maar voor hij meer kon zeggen stond Zomer al tussen beide in.

'Praat niet verder,' zei ze sissend tegen Frigi die in verdediging zijn handen in de lucht gooide. 'Romez, wat heb je met hem afgesloten?'

'Een zwijgplicht,' zei hij, maar dat was niet de complete waarheid. Zomer keek hem een paar seconden aan en gaf hem toen een stevige knuffel.

'Doe geen domme dingen,' zei ze en liet hem weer los. Daarna keek ze Frigi aan. 'Ik weet niet wat je van plan bent,' zei ze. 'Maar als je het waagt een van mijn zonlingen iets aan te doen, krijg je met mij te maken.' Frigi lachte hier om en schudde zijn hoofd.

'Dat was niet mijn intentie,' zei hij. 'Daarnaast denk ik dat je de geschiedenis niet goed hebt begrepen, Zomer.' Romez merkte dat hoewel Frigi er momenteel jong uit zag, hij sprak alsof hij ouder was dan Zomer wat nog eens kon kloppen ook. 'Daarnaast word ik ook ouder, dus dingen doen zoals ik het toen deed, zit er niet meer in.' Zomer leek niet heel tevreden met het antwoord, maar leek wel in enige maten meer ontspannen te zijn.

'Is het misschien een idee om hier weg te gaan?' vroeg Mo die al een tijdje niet gesproken had. 'Het lijkt me een beter idee dan boos op elkaar te zijn?' Romez glimlachte kort bij die opmerking.

'Klinkt inderdaad als een goed idee,' zei hij en keek naar Frigi. 'Ik neem aan dat je je er verder niet mee gaat bemoeien.' Frigi lachte.

'Inderdaad,' zei hij. 'Dit is iets wat jullie zelf uit moeten zoeken. Daarnaast zou het nog meer verwarring brengen dan er al is.'

'Tot snel dan,' zei Romez en kreeg een verwrongen vragende blik van Zomer die hij niet ging beantwoorden. Frigi stak als afscheid zijn hand op en verdween zonder al te veel moeite.

'Tot snel?' zei Zomer. 'Romez, weet je wel wat je doet?'

'Ja,' zei Romez zelfverzekerd. 'Ik heb nu een manier gevonden om hem in de gaten te houden.'

'Wa-t?' zei Zomer die dat niet als antwoord had verwacht. Ze bleef even stil en keek hem toen naar hem op. 'Je blijft me verassen,' zei ze en Romez glimlachte. Zomer schudde lachend haar hoofd. 'Laten we Herfst dan maar stoppen.'

'Ik ben voor!' zei Mo enthousiast en ging hen met grote passen voor.

~

Romez moest toegeven dat hij niet helemaal wist hoe veel tijd er voorbij was gegaan, maar hij had niet verwacht in een bos te komen dat in rep en roer was. Overal was chaos en mensen liepen door elkaar en spraken vol longeloof met elkaar. Mo fronste en tikte het eerste het beste gevallen blad aan.

'Wat is er gaande?' vroeg hij haar en ze keek hem met grote ogen aan.

'Mo! Waar was je?' vroeg ze.

'Lang verhaal voor een andere keer,' antwoordde hij. 'Maar...?'

'Lente is net in het territorium aangekomen en beschuldigd Herfst van vreselijke dingen,' zei ze.

'En terecht,' zei Zomer meteen. 'Laten we Lente helpen.' Het meisje keek verbaasd naar de oude vrouw en keek naar Mo voor antwoorden.

'Ik zei toch dat het een lang verhaal was?'

In snelle passen liepen ze tegen en met de stroom mee. De ene helft van het territorium wilde kennelijk zich zo snel uit de voeten maken terwijl de andere helft hun nieuwsgierigheid volgde. Maar de bron van alle chaos was gelukkig duidelijk waardoor ze bij een grote groep mensen stonden met Herfst en Lente in het midden. Ten minste, Romez vermoedde dat het meisje met een donkere huid en witblonde krullen Lente moest zijn. Misschien was het de bloemetjesjurk die ze droeg en anders was het de aura die ze uitzond waardoor Romez die conclusie trok. Maar er naast zat hij niet.

'Winter is onschuldig!' zei Lente boos toen het drietal zich iets naar voren had weten te werken.

'Weet je het zeker?' vroeg Herfst. 'Of is het de fascinatie die je voor hem heb, die je laat geloven dat hij niks verkeerd heeft gedaan?' Lente was voor een moment stil, maar haar ogen stonden nog steeds woedend.

'Vertel mij dan waarom Kamp Zomer mij verteld dat jij erachter zit en niet Winter?' vroeg ze terug en Herfst trok een wenkbrauw op. 'Want ik kan me herinneren dat jullie op betere termen zouden moeten zitten dan Winter en Zomer.'

'Ze willen alleen hun zonlingen terug,' zei Herfst daarop. 'Daarnaast is er geen bewijs dat ik Zomer ontvoert heb. Waarom zou ik ook? Welk voordeel zou ik er mee kunnen winnen?'

'Ik kan er wel een paar bedenken,' zei Zomer met luide stem en had zich helemaal door de mensenmassa weten te wurmen.

'Zomer!' riep Lente verbaasd uit en Herfst lachte alleen.

'Lente, goed je te zien,' zei Zomer met een zwakke glimlach. 'Je hebt gelijk, Winter is deze keer onschuldig.' Lente's gezicht lichtte op.

'Heeft hij je dan nu vrij laten gaan?' vroeg Herfst spottend en liet niet zien hoe verbaasd ze was door het zien van het warmste seizoen.

'Nee, ik ben bevrijd om jou op je plek te wijzen, Herfst,' zei Zomer boos. 'Ik heb het heel leuk gehad in jouw gevangenis moet ik toegeven.'

'Dus nu proberen jullie mij weg te krijgen?' vroeg Herfst en de gevallen bladeren begonnen onrustig te worden. Veel vijandige blikken werden naar Lente en Zomer geworpen en Romez voelde de spanning stijgen.

'Dat proberen we zeker,' zei Mo opeens en stapte ook het midden in. 'Mij zomaar opsluiten zonder reden? Alleen omdat ik het verdacht vond dat je zo nu en dan plots verdween zonder iemand van het territorium op de hoogte te brengen.' De vijandige blikken veranderde in verwarde en Romez merkte dat Mo wel veel mensen in het territorium moest kennen door de woorden die hij hoorde.

'Mo opsluiten?' vroeg iemand.

'Dat kan ze toch niet maken?' zei iemand anders. 'Hij doet alleen maar goede dingen voor TH.'

'Ik hoorde ook dat ze Galey bijna nooit goed aanspreekt,' zei weer een ander en meerdere gevallen bladeren begonnen plots aan hun leider te twijfelen.

'Doet ze eigenlijk wel moeite voor ons?' vroeg een ander zich af en de twijfel werd alleen maar sterker hoe meer ze zich dingen realiseerde.

'Herfst,' zei Zomer langzaam. 'Geef het toe...' Er viel een zware stilte en alle ogen waren of Herfst gericht.

'Nooit!' schreeuwde ze en het onweer brak los.

-------------
Volgende week in De zoektocht naar Zomer: Spanning en sensatie ✨

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top