Twintig: Het nadeel van relaties

Het leek simpel, ze gingen naar Araouane toe omdat Nataya het gevoel had dat ze weer een bezoek in het dorp moest brengen. Daarnaast had ze het steeds over een grot die een controle moest krijgen. Romez snapte dat deel niet helemaal, maar snapte wel dat er goed opgelet moest worden in de seconden dat ze daar waren. Nataya stond erop om de volgende ochtend te vertrekken waardoor Romez nu verveeld spelletjes op zijn telefoon speelde. Dit kon, omdat de Wifi verassend goed was.

'Romez!' stuurde Thijmen hem plots en Romez voelde hoe zijn hart strakker in zijn borstkas stond. Hij tikte op het bericht en werd meteen naar de applicatie gebracht waar al een tweede bericht voor hem klaarstond. 'Ik heb een klein probleempje...'

'Vertel,' was Romez' simpele antwoord.

'Er is een familiefeest net op jouw verjaardag geplant!' type Thijmen met te veel huilende smileys. Romez stuurde een verontwaardigde emoji terug, maar kon er wel om lachen.

'Welke dag kan je dan wel?' vroeg hij en wachtte het antwoord af.

'Ik zou de zevende willen zeggen, maar dan ga ik met Rens weg... Misschien ervoor? Of die week erna?' stelde Thijmen voor.

'Ervoor kan wel, tenminste de vijfde in ieder geval...'

'Top!' stuurde Thijmen terug met een duim omhoog. 'En anders aan het eind van de vakantie wanneer je het viert.' Romez knikte, maar merkte dat hij een nieuwsgierigheid had van een vorig bericht.

'Maar sinds wanneer ga jij met Rens op vakantie?' type hij. Het was geen jaloezie wilde Romez zeggen, maar het gevoel kwam wel heel dichtbij.

'Het is niet echt vakantie, maar meer dat hij mij heel graag aan zijn vrienden en familie wilde voorstellen,' zei Thijmen met een blije smiley, een emotie die Romez even niet kon voelen. Wat bedoelde hij hiermee? Romez beet op zijn lip.

'Voorstellen? Heb je opeens een relatie met hem of zo?' type hij en zag hoe zijn vingers trilde van angst.

'Haha, o ja,' zei Thijmen, Romez voelde zijn maag in de knoop raken. 'Dat had ik je nog niet verteld, omdat ik bang was dat het toch niks zou worden.' Romez' hart begon pijnlijk in zijn borstkas te kloppen en zijn maag leek zich nog strakker aan te trekken. 'Maar we hebben al bijna een maand.'

'Oh,' was het laatste wat hij verzond voor de wereld om hem wegviel en zijn telefoon uit zijn handen op de grond kletterde. Zijn handen begonnen te trillen en hij staarde een goeie minuut naar de muur terwijl zijn ademhaling stikkend was. Daarna liet hij zich vallen en kwam met zijn hoofd net onder zijn kussen terecht. Zonder een goede reden maakte dat hem boos en woedend greep hij zijn kussen en smeet die naar de andere kant van de kamer. Hij beukte zijn hoofd zijn bed in en voelde hoe de tranen achter zijn ogen brandde. Zich inhoudend niet zijn deken uit elkaar te scheuren sloeg hij met zijn vuisten het matras in. Het moest zijn schreeuw verdragen en de lamp die op het nachtkastje stond uiteindelijk de grond. De stekker schoot uit het stopcontact en de lamp brak het moment dat het voorwerp de grond raakte. Romez bleef stil op zijn zij liggen, maar leek niet door te hebben wat voor puinhoop hij ervan gemaakt had. Zijn armen vouwde hij om zijn benen en wangen werden langzaam bedekt door tranen. Hij huilde lang, hard, maar tegelijkertijd ook geruisloos terwijl hij staarde naar de rest van de kamer.

In zijn pijn werd er op de deur geklopt en Romez kromp dieper in een, niet in staat de tranen te stoppen. Ze bleven stromen en maakte zijn laken vochtig.

'Romez?' werd er door een bekende stem gevraagd en de deur werd geopend. 'Heilig shirt!' Amelia stond met open mond in de deuropening en zag de ravage aan.

'Jeetje, Romez,' zei ze vol ongeloof en keek naar het opgevouwen bolletje wat haar vriend voor moest stellen. 'Gaat het?' Ze liep naar hem toe en ging op aan de hoofdkant van het bed zitten. Romez' snikte en probeerde de tranen te verbergen door zich nog kleiner op te rollen.

'Hey,' zei Amelia zacht en streelde zachtjes zijn haren. 'Wat is er?' Romez antwoordde niet en meer tranen vielen zijn ogen uit. Amelia's blik ging naar de grond en ze zuchtte.

'Je hebt er wel een rotzooi van gemaakt...' zei ze en haar ogen vielen op Romez' mobiel. Ze hield op met het strelen van zijn hoofd en raapte het voorwerp op. Fronsend keek ze naar het beeldscherm dat op wonderbaarlijke wijze nog steeds ontgrendeld was. Ze was even stil en probeerde op woorden te komen, maar zonder enig succes. In plaats van Romez woorden te geven, nam ze hem in haar armen en wreef ze zachtjes over zijn rug. Ze bleef dat doen tot Romez eindelijk weer adem leek te krijgen en ze hield hem bij de schouders vast zodat ze hem goed aan kon kijken. Ze glimlachte meelevend, maar Romez voelde zich er niet beter door... Er was maar een iemand die hem beter zou kunnen laten voelen, maar nu bleek die net zijn hart te hebben gebroken...

'Er zijn veel dingen die ik tegen je zou willen zeggen, maar ik heb zo'n gevoel dat woorden het niet beter voor je kunnen maken,' zei Amelia uiteindelijk zacht. 'Ik zal tegen Illias zeggen dat je je niet zo lekker voelt... Dus blijf maar in bed liggen.' Romez knikte voorzichtig en sloot zijn ogen. De tranen wilden niet meer komen, maar zijn lege verdrietige gevoel bleef.

'Bedankt,' piepte hij, wilde haar vertellen hoe kut hij zich voelde, hoe boos en verdrietig hij was, maar geen enkel woord wilde zijn lippen nog verlaten.

'Ik zou zeggen dat je gewoon zou moeten slapen,' zei Amelia. 'Morgen weer een nieuwe dag, je zal je niet beter voelen... Maar er is wel afleiding voor je.' Romez keek haar vragend aan. 'We gaan naar Araouane, weet je nog?' beantwoordde ze zijn blik, Romez knikte afwezig en wist niet of hij daar zin in had. In slapen had hij voor het eerst wel zin in en hij schoof zichzelf naar zijn kussen toe dat Amelia weer teug had gelegd. Daarna ging ze van zijn bed af en liet hem een worden met zijn bed.

~

Romez voelde zich allesbehalve beter de volgende dag. Zijn lichaam voelde leeg en zijn ledematen leken niet te werken. Met moeite wist hij zichzelf schone kleren aan te trekken en vroeg zich onwillekeurig af of zijn kleren ook ergens gewassen zouden kunnen worden. Zonder enige levensenergie stond hij op het plein te wachten tot er meer mensen zouden verschijnen. Zeemeeuw stond er al, iets wat Romez niks verbaasde. Daarnaast was Nataya er ook met Aya. Al snel verscheen de rest en Zeemeeuw legde nog een keer het plan uit. Romez voelde hoe hij een bezorgde blik van Amelia en Jezie kreeg, maar hij negeerde ze beide. Hij negeerde alles om zich heen en concentreerde zich met het kleine beetje aandacht dat hij nog had op het aankomen in Araouane.

Er stond en lichte wind die het zand op liet stuiven waardoor iedereen met een arm voor zijn gezicht bij elkaar stond. Romez merkte al snel dat ze dichterbij het dorp waren geland dan de vorige keer. Rozenblad stond vooraan en keek de verte in met Zeemeeuw vlak achter hem.

'Het is moeilijk te bevestigen door al dat zand, maar zie ik nou rook?' vroeg Rozenblad uiteindelijk en keek om naar de groep.

'Er is maar een manier om daar achter te komen,' zei Zeemeeuw na een bezorgde blik richting Nataya te hebben geworpen. Nataya knikte zelfverzekerd en nam Aya's hand in de hare. Dat was het teken voor Zeemeeuw om te lopen en de rest volgde met enige voorzichtigheid. Al snel bleek Rozenblads vermoedden bevestigd te worden. Nataya stopte met lopen en staarde naar haar dorp dat langzaam aan het afbrandden was. Romez zag hoe haar zelfverzekerde en sterke gezicht barsten begon te vertonen. Hij kon zich voorstellen hoe ze zich voelde, maar vroeg zich af of het pijnlijker zou zijn dan het gevoel dat hem nu steeds achtervolgde. Uit het dorp kwam plots een gestalte aangerend, Zeemeeuw gebood ze te blijven staan, maar Nataya trok zich er niks van aan.

'Nataya!' riep hij nog, maar ze was al bij de vreemde. Ze hadden geen andere keuze dan die ook te ontmoeten, want als er een ding meerdere keren herhaald was dan was dat wel dat ze altijd bij elkaar moesten blijven behalve als anders opgedragen.

'Vrouwe Nataya!' zei de vreemde vrouw buitenadem toen de hele groep voor haar stond. 'U-u moet hier weg!' De angst was in haar stem te horen.

'Maar Arbyu dan?' vroeg Nataya met trillende stem en de vrouw keek haar gebroken aan. 'Manja, vertel het... Alsjeblieft.' Haar stem sloeg over en Manja slikte.

'Arbyu... Hij is... dood.' Het laatste woord fluisterde ze, maar kwam hard aan.

'Mama, waar is papa?' vroeg Aya onschuldig, alsof ze het laatste woord van Manja niet gehoord had.

'Hij is naar de eeuwige vlaktes,' zei Nataya zacht terwijl er een traan over haar wang liep. Zeemeeuw deed een stap naar haar toe, reikte zijn hand uit en Nataya keek hem aan. Meer tranen stroomde uit haar ogen en ze gaf Markus' hand een klein kneepje. Daarna richtte ze zich weer tot Manja. 'Hebben ze de grot al gevonden?' vroeg ze en leek haar verdriet uit te hebben gesteld, iets wat Romez ook probeerde te doen. Maar voor haar zou het vele malen erger moeten zijn, waardoor zijn respect voor haar alleen maar groeide.

'Zo ver ik weet hebben ze de grot nog niet gevonden,' zei Manja en slaakte daarna een gil. Een andere onbekende had een ijzig mes tegen haar nek aangelegd. WaarvanRomez zich afvroeg hoe ze die niet aan hadden zien komen.

'Maar Zomenteen wel,' zei de nieuwe vijand met een gestoorde glimlach op het gezicht.

-------------------------
Poeh, ben wel trots op hoe ik het geschreven heb. Ben minder trots op het feit dat ik Romez zo laat lijden...

Volgende week mag ik streven aan herkansingen :D
Dus hoop niet te vergeten een hoofdstuk te publiceren >.<

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top