Twaalf: Wat niet gehoord had mogen worden

Onder het mom om samen met Amelia huiswerk maken, ging Romez naar Kamp Zomer toe. Amelia stond aan zijn zijde toen hij op het strand verscheen en hij een zachte zomerwind in zijn gezicht voelde.

'Ik ben hier maar een keer eerder geweest en toch voelt het als thuis,' zei Romez en zuchtte vermoeid, maar wel gelukkig.

'Je bent niet de enige,' zei Amelia en begon naar de strandhuisjes te lopen. Romez volgde haar alsof hij hier dag in dag uit kwam en herkende alles bijna meteen, min de nieuwe gezichten die steeds voor hem verschenen.

'Waar gaan we heen?' vroeg Romez uiteindelijk.

'Naar het Zomerhuis,' zei Amelia en Romez fronste. 'Niet zo fronzen, we zijn er vorige week niet langs geweest... Of wel langs, maar hebben het niet aangewezen.'

'Oké,' zei Romez en haalde zijn schouders op. 'Dan vind je het vast ook niet erg als ik je vraag waarom we er heen gaan en wat het is?' Amelia schudde met een glimlach haar hoofd.

'Je zei toch dat je rare woorden hoorde of zoiets?' Romez was bijna vergeten dat hij dat haar had verteld en was redelijk verbaasd dat ze dat onthouden had. Het was namelijk een week geleden dat het gebeurt was.

'Daarnaast,' ging Amelia verder. 'Zitten daar ook de mensen die goed de ouders om de tuin kunnen leiden.' Romez lachte.

'Dat is redelijk fijn,' zei hij en zag een gebouw dat knal blauw was uitsteken tussen de rest van de strandhuisjes.

'Drie keer raden welk gebouw we nodig hebben?' vroeg Amelia met een grijns.

'De blauwe?'

'Goed geraden!'

~

Getweeën liepen ze het gebouw in. Romez mond viel open bij het zien van de kristallen kandelaars die aan het plafond hingen en de grote gouden trap die een rood tapijt droeg.

'Het lijkt Pathé Tuschinski wel!' Amelia lachte.

'Komt in de buurt,' zei ze. 'Alleen draaien ze hier geen films.'

'Een gemiste kans als je het mij vraagt,' zei Romez waardoor Amelia weer lachte en haar hoofd schudde.

'Wat wil je eerst gedaan hebben?' vroeg ze daarna. 'Ouders tevreden of vragen opgelost?'

'Ik denk dat ouders slimmer is om eerst te doen, ben ik daar ook vanaf.' Amelia knikte en leidde Romez door het gebouw heen. Bij een deur stopten ze waar Amelia de deur van open deed. Ze werden verwelkomt door een vrouw die zowel de naam Yasmina als de naam Eikenhout droeg. Haar bruine ogen stonden aardig en waren fijn om naar te kijken vond Romez, ze deden hem een beetje aan Thijmens ogen denken. Yasmina hielp hen snel en voordat Romez het echt door had, had ze zijn ouders gemaild met een informatief stukje over Kamp Zomer waarin alleen de locatie een leugen was.

Het volgende kamertje waar ze moesten zijn was een heel stuk van Eikenhout verwijderd en bevond zich ook op de eerste verdieping waardoor Romez de gouden trap op liep. Zijn hand streek langs de leuning en hij voelde zich plots van adel.

'Worden hier eigenlijk ooit dingen gestolen?' vroeg hij nog steeds niet gelovend dat al die dure spullen om hem heen hingen. Amelia schudde het hoofd.

'Je kan ze niet buiten Kamp Zomer krijgen, dus het heeft niet al te veel zin,' zei ze. 'Vroeger probeerde mensen het wel eens, maar je word uit het kamp verbannen wanneer ze er achter komen... Dus de meeste wagen het niet eens.' Romez lachte.

'Dan zal ik het niet proberen,' zei hij voor de grap en Amelia schudde lachend haar hoofd.

'We zijn er bijna,' zei ze en ze sloegen links af. Een korte gang lag voor hen die eindigde in een groot raam. Amelia leidde Romez naar de laatste deur van de gang die iets van het raam verwijderd was.

'Hier is het,' zei Amelia en klopte na een diepe adem met haar vuist op de deur.

'Binnen!' werd er aan de andere kant van de deur gezegd en Amelia deed de hendel naar beneden zodat ze naar binnen konden. De kamer waar ze instapten was groot en het eerste wat Romez opviel was een haardvuur aan zijn rechterhand waar drie banken en een salontafel bij stonden. Links stonden boekenkasten en een gewone tafel met zes stoelen eraan. Op de tafel een vaas met een boeket van witte, paarse en gele bloemen waarvan veel nog knoppen droegen. Recht voor Romez en dus ook recht voor Amelia's neus stond een groot houten bureau. Achter dat bureau zat een oude vrouw die belicht werd door het licht dat door de grote ramen achter haar scheen en Romez vaag bekend voorkwam... Hij had haar vorige week voor het eerst gezien namelijk.

'Amelia, Romez,' zei Zomer met heldere stem. 'Ga zitten.' Ze wees naar de banken en stond zelf ook op van haar bureaustoel. 'Jullie hebben veel te vertellen, niet?' zei ze toen Romez uit zijn trance van verbazing was gekomen en naar de bank toe was geschuifeld. Amelia knikte.

'Al zou ik het niet veel noemen, vrouwe Zomer,' zei ze.

'Het is maar wat je als veel ziet,' zei Zomer daarop en Romez keek toe hoe de oude vrouw ook op de bank ging zitten. Haar bruine huid was oud en verschrompeld, haar krullende haar was grijs en zat los in een knot, haar ledematen trilde lichtjes, maar haar ogen stonden helder en levendig als de zon die elke dag aan de hemel stond.

'Nou, vertel,' zei Zomer toen ze eenmaal zat en klapte in haar handen. Verwachtingsvol werd Romez aangekeken en hij wist dat hij zijn rare bevindingen op tafel moest leggen.

'Toen ik de eerste keer met zomerzand reisde, euhm, gebeurde er iets... Vreemds...' zei Romez en werd zich bewust hoe onwaarschijnlijk zijn woorden klonken.

'En wat is vreemd, als ik vragen mag?' vroeg Zomer.

'Nou, ja...' begon Romez hopend zo met een niet voor gek te zijn verklaard. 'Ik hoorde stemmen...' Zomer trok haar wenkbrauwen op en keek naar Amelia.

'Jij niet?' Amelia schudde haar hoofd.

'Ik heb niks gehoord, maar van wat hij destijds tegen mij zei, maakte ik eruit op dat het tijdens het teleporteren gebeurde,' antwoordde de zonling en Zomers ogen gingen weer naar Romez.

'Kan je je nog herinneren wat er gezegd werd?' vroeg ze en Romez dacht fronsend na.

'Nee... Of wacht... Delen denk ik nog?' zei hij en probeerde de woorden bij elkaar te halen en er zinnen mee te vormen. 'Het was iets met vrezen en kou...'

'Neem de tijd,' zei Zomer. 'Soms helpt het te beginnen met het eerste woord en dan komt de rest opeens.' De manier waarop ze het zei, had Romez een gevoel dat er iets achter zat, dat er iets was met de woorden die hij tijdens zijn weg naar Amelia's huis gehoord had. Met alle macht probeerde hij zich de woorden te herinneren tot het eerste woord weer zijn hoofd in popte.

'Vrees, vrees de kou. Het zal nemen: geliefden, vrienden, familie. Het neemt het land over, verwoest het,' dreunde Romez helemaal op, verbaasd over het feit dat hij het toch nog helemaal wist.

'Dat was het?' vroeg Zomer, Romez knikte. 'Dat is dan wel bar weinig...' Ze legde haar hand op haar kin en keek hem onderzoekend aan.
'Of zie ik iets over het hoofd...?' vroeg Zomer hardop. Ze keek naar Amelia, maar die haalde haar schouders op. 'Het ligt niet aan mij toch?'

'Nee,' zei Amelia. 'Het klinkt ook in mijn oren alsof het niet compleet is...'

'En het klinkt daarnaast ook niet al te goed...' zei Zomer en op haar voorhoofd kwam een diepe frons te staan. 'Haal Zonnebloem en Eikenhout, misschien kunnen ze hiermee helpen.' Amelia knikte en liep na een kort afscheid snel de deur uit.

'Vreemd, vreemd, vreemd,' zei Zomer en Romez merkte dat hij een beetje ongemakkelijk op de bank zat nu Amelia weg was en twee ogen hem bijna doordringend aanstaarden.

'Is er iets?' vroeg Romez uiteindelijk met een kleine stem toen hij het gestaar niet meer aan kon. Zomer kantelde haar hoofd.

'Ik vraag me af,' zei ze langzaam. 'Wat voor interessante dingen je nog meer voor ons in petto zal hebben...'

--------------------
Ja Romez, wat heb je voor ons nog in petto naast dat je heel erg gay bent 🤔🤔🤔🤔

Hoe gaat het met jullie allemaal?
Ik heb dus maandag een tentamen, maar nog niet kunnen leren omdat het leven en heel veel verslagen
#ripIkWilVakantie (╥_╥)

Daarnaast natuurlijk vrolijke trotsheid maand (als je snapt wat ik bedoel ;) xD)

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top